H3 Moleculaire stoffen
3.1 De bouw van stoffen
Metalen Zouten Moleculaire stoffen
Soort atoom Metalen Metalen + Niet-metalen
niet metalen
Geleid stroom? ja ja nee
In welke fase Vast + vloeibaar vloeibaar -
Soort rooster Metaalrooster Ionrooster Molecuulrooster
Soort binding Metaalbinding Ionbinding Vanderwaalsbinding
Atoombinding= Tussen atomen in molecuul.
VanderWaalsbinding= Tussen moleculen.
Kristalrooster= Manier waarop moleculen zijn opgebouwd in vaste fase
Elke soort atoom heeft eigen kristalrooster
Stroomgeleiden= Geladen deeltjes zijn nodig die vrij bewegen
, 3.2 Binding in molecule
IUPAC= International Union of Pure and Applied Chemistry
- Maakt regels over de naamgeving van nieuwe moleculaire stoffen
1. Van eerste atoom= Voorvoegsel (aan de hand van de index) + naam stof
2. Van tweede atoom= Voorvoegsel (aan de hand van de index) + naam stof
3. Naam stof eindigt met -ide
Valentie-elektronen= Aantal elektronen in buitenste schil.
Atoom/covalente binding= Twee gedeelde elektronen houden de kernen bij elkaar.
Covalentie= Aantal elektronen dat een atoom beschikbaar heeft voor de atoombinding.
- Bepaal aantal elektronen dat te weinig is ten opzichte van dichtstbijzijnde edelgasconfiguratie
Structuurformule= Tekening van atoombindingen door streepjes.
Apolaire atoobinding= De elektronen trekken even hard aan elkaar. De elektronen van het
gemeenschappelijk elektronenpaar even dicht ene atoom als andere atoom.
Polaire atoombinding= Wanneer de elektronen meer richting het ene atoom liggen dan het andere
atoom omdat die sterker is.
Partiële lading=
Elektronegativiteit= Maat voor kracht waarmee atoom, elektronen van een atoombinding aantrekt.
Hogere elektronegativiteit -> trekt sterker aan atomen (negatief).
Lagere elektronegativiteit -> trekt minder hard aan atoom (positief).
In binas tabel 40A staat elektronegativiteit van atomen.
Ionbinding= Elektronen worden helemaal afgepakt.
Elektronegativiteit verschil:
- < 0,4 = Apolaire binding
- 0,4 – 1,7 = Polaire binding
- >1,7= Ionbinding
3.1 De bouw van stoffen
Metalen Zouten Moleculaire stoffen
Soort atoom Metalen Metalen + Niet-metalen
niet metalen
Geleid stroom? ja ja nee
In welke fase Vast + vloeibaar vloeibaar -
Soort rooster Metaalrooster Ionrooster Molecuulrooster
Soort binding Metaalbinding Ionbinding Vanderwaalsbinding
Atoombinding= Tussen atomen in molecuul.
VanderWaalsbinding= Tussen moleculen.
Kristalrooster= Manier waarop moleculen zijn opgebouwd in vaste fase
Elke soort atoom heeft eigen kristalrooster
Stroomgeleiden= Geladen deeltjes zijn nodig die vrij bewegen
, 3.2 Binding in molecule
IUPAC= International Union of Pure and Applied Chemistry
- Maakt regels over de naamgeving van nieuwe moleculaire stoffen
1. Van eerste atoom= Voorvoegsel (aan de hand van de index) + naam stof
2. Van tweede atoom= Voorvoegsel (aan de hand van de index) + naam stof
3. Naam stof eindigt met -ide
Valentie-elektronen= Aantal elektronen in buitenste schil.
Atoom/covalente binding= Twee gedeelde elektronen houden de kernen bij elkaar.
Covalentie= Aantal elektronen dat een atoom beschikbaar heeft voor de atoombinding.
- Bepaal aantal elektronen dat te weinig is ten opzichte van dichtstbijzijnde edelgasconfiguratie
Structuurformule= Tekening van atoombindingen door streepjes.
Apolaire atoobinding= De elektronen trekken even hard aan elkaar. De elektronen van het
gemeenschappelijk elektronenpaar even dicht ene atoom als andere atoom.
Polaire atoombinding= Wanneer de elektronen meer richting het ene atoom liggen dan het andere
atoom omdat die sterker is.
Partiële lading=
Elektronegativiteit= Maat voor kracht waarmee atoom, elektronen van een atoombinding aantrekt.
Hogere elektronegativiteit -> trekt sterker aan atomen (negatief).
Lagere elektronegativiteit -> trekt minder hard aan atoom (positief).
In binas tabel 40A staat elektronegativiteit van atomen.
Ionbinding= Elektronen worden helemaal afgepakt.
Elektronegativiteit verschil:
- < 0,4 = Apolaire binding
- 0,4 – 1,7 = Polaire binding
- >1,7= Ionbinding