ZSO 5 ; introductie tot de biomedische wetenschappen
Doelstellingen:
1. Wat wordt bedoeld met anatomie en fysiologie?
o Anatomie is de studie van de bouw van het lichaam en de relaties tussen
lichaamsdelen. Het gaat over het beschrijven van structuren, zoals organen, spieren,
en botten.
o Fysiologie is de studie van de functies van het lichaam, hoe de verschillende organen
en stelsels samenwerken om het lichaam goed te laten functioneren.
2. Organisatieniveaus in organismen:
o De organisatieniveaus in organismen beginnen bij de kleinste eenheden en lopen op
tot de meest complexe. Deze niveaus zijn:
1. Atomen
2. Moleculen
3. Cellen (kleinste levende eenheid)
4. Weefsels
5. Organen
6. Orgaanstelsels
7. Organisme
3. De 11 orgaanstelsels van het menselijk lichaam en hun belangrijkste functies:
o Zenuwstelsel: coördineert lichaamsactiviteiten en reageert op prikkels.
o Spierstelsel: zorgt voor beweging en warmteproductie.
o Skeletstelsel: biedt ondersteuning, bescherming, en vorm aan het lichaam.
o Bloedsomloop: transporteert voedingsstoffen, zuurstof, en afvalstoffen.
o Lymfestelsel: verdedigt het lichaam tegen infecties en voert overtollig vocht af.
o Ademhalingsstelsel: zorgt voor gaswisseling (opname van zuurstof, afgifte van
koolstofdioxide).
o Verteringsstelsel: breekt voedsel af en neemt voedingsstoffen op.
o Urinewegstelsel: verwijdert afvalstoffen uit het bloed en reguleert de vochtbalans.
o Voortplantingsstelsel: zorgt voor voortplanting en de productie van
geslachtshormonen.
o Endocrien stelsel: reguleert lichaamsprocessen via hormonen.
o Huid: beschermt het lichaam tegen schadelijke invloeden van buitenaf, reguleert de
lichaamstemperatuur(HC_Introductie tot de b…).
Doelstellingen:
1. Wat wordt bedoeld met anatomie en fysiologie?
o Anatomie is de studie van de bouw van het lichaam en de relaties tussen
lichaamsdelen. Het gaat over het beschrijven van structuren, zoals organen, spieren,
en botten.
o Fysiologie is de studie van de functies van het lichaam, hoe de verschillende organen
en stelsels samenwerken om het lichaam goed te laten functioneren.
2. Organisatieniveaus in organismen:
o De organisatieniveaus in organismen beginnen bij de kleinste eenheden en lopen op
tot de meest complexe. Deze niveaus zijn:
1. Atomen
2. Moleculen
3. Cellen (kleinste levende eenheid)
4. Weefsels
5. Organen
6. Orgaanstelsels
7. Organisme
3. De 11 orgaanstelsels van het menselijk lichaam en hun belangrijkste functies:
o Zenuwstelsel: coördineert lichaamsactiviteiten en reageert op prikkels.
o Spierstelsel: zorgt voor beweging en warmteproductie.
o Skeletstelsel: biedt ondersteuning, bescherming, en vorm aan het lichaam.
o Bloedsomloop: transporteert voedingsstoffen, zuurstof, en afvalstoffen.
o Lymfestelsel: verdedigt het lichaam tegen infecties en voert overtollig vocht af.
o Ademhalingsstelsel: zorgt voor gaswisseling (opname van zuurstof, afgifte van
koolstofdioxide).
o Verteringsstelsel: breekt voedsel af en neemt voedingsstoffen op.
o Urinewegstelsel: verwijdert afvalstoffen uit het bloed en reguleert de vochtbalans.
o Voortplantingsstelsel: zorgt voor voortplanting en de productie van
geslachtshormonen.
o Endocrien stelsel: reguleert lichaamsprocessen via hormonen.
o Huid: beschermt het lichaam tegen schadelijke invloeden van buitenaf, reguleert de
lichaamstemperatuur(HC_Introductie tot de b…).
