Opdracht 3 sociologie
Verwerkingsvragen
1. ik maak deel uit van een studiegroep aan de universiteit en aan een
loopgroep. Deze groepen zijn redelijk groot en minder persoonlijk.
(22)
2. Ik heb een een relatie met wederzijdse afhankelijkheid met mijn
vriend. Wij verwachten langs beide kanten, respect, steun en begrip.
(21)
3. in een groepsopdracht op school weet ik precies hoe een moeilijk
onderdeel van de taak werkt. Doordat de anderen afhankelijk zijn
van mijn uitleg om verder te kunnen, heb ik op dat moment de
macht. (36)
4. ik wil van de rolverwachting af dat ik van ‘nature slim ben’ n geen
moeite hoef te doen voor school. Mijn ouders/ grootouders denken
dat ik goede punten haal zonder veel te werken, maar ik steek er
eigenlijk heel veel moeite en tijd ik. Ik wil dat anderen zien dat mijn
resultaten niet van nature zijn, maar door mijn hard werk en inzet.
Dit kan zeker lukken. Ik kan dit veranderen door eerlijker te zijn over
hoeveel ik studeer en te laten zien dat goede resultaten het gevolg
zijn van discipline en voorbereiding. (94)
5. Ik werk in een restaurant achter de bar, mijn collega vraagt of ik een
bonnetje kan afwerken terwijl mijn baas me ondertussen vraagt of ik
snel de afwas kan doen. (31)
6. Mijn baas vraagt of ik vrijdag vanaf 15 uur kan werken terwijl ik die
dag les heb tot 16u wat dus niet haalbaar is. De verwachtingen van
mijn docent en van mijn werk botsen. (35)
7. Ik en mijn baas zijn beste vriendinnen, tijdens het werk is het soms
moeilijk om te weten hoe we ons moeten gedragen. Zij is dan de
baas over mij en ik moet luisteren naar haar opdrachten dat ze me
geeft. Na het werk zijn we dan beste vriendinnen die samen iets
gaan drinken/ eten. (55)
8. Mijn papa werkt 12 uur per dag, maar hij wordt slecht betaald. Hij
heeft dus een hoge status op inzet, maar een lage status op inkomen
(27)
9. Mijn vriendin is leerling en haar professor is haar vader. Als leerling
moet ze luisteren en beoordeelt worden zoals iedere andere student.
Als dochter zijn er andere verwachtingen, zoals persoonlijke relatie
en vertrouwen. Deze rollen kunnen botsen, want wat van haar
verwacht wordt als leerling kan in conflict komen met haar status als
dochter. (55)
10.Traditionele autoriteit: bij trosbeiaard in Dendermonde mogen enkel
4 broers uit Dendermonde op het paard zitten. Dit komt voort iot
traditie, omdat het al generaties zo geregeld is. (29)
11.Bart de wever wordt door veel mensen gevolgd omdat hij
overtuigend spreekt en veel mensen inspireert, niet alleen omdat hij
voorzitter is van een politieke partij. Zijn gezag komt voort uit
charisma en uitstraing en niet alleen uit een formele positie of
traditie (44)
Denkvragen en toepassingen.
12.Een moeder merkt vaak snel wanneer haar kind zich niet zo goed
voelt of gespannen is. Omdat haar rol als moedr haar veel oegening
geeft in het observeren van signalen en gedrag van haar kind,
waardoor ze situaties en emoties beter kan gaan inschatten. (45)
Verwerkingsvragen
1. ik maak deel uit van een studiegroep aan de universiteit en aan een
loopgroep. Deze groepen zijn redelijk groot en minder persoonlijk.
(22)
2. Ik heb een een relatie met wederzijdse afhankelijkheid met mijn
vriend. Wij verwachten langs beide kanten, respect, steun en begrip.
(21)
3. in een groepsopdracht op school weet ik precies hoe een moeilijk
onderdeel van de taak werkt. Doordat de anderen afhankelijk zijn
van mijn uitleg om verder te kunnen, heb ik op dat moment de
macht. (36)
4. ik wil van de rolverwachting af dat ik van ‘nature slim ben’ n geen
moeite hoef te doen voor school. Mijn ouders/ grootouders denken
dat ik goede punten haal zonder veel te werken, maar ik steek er
eigenlijk heel veel moeite en tijd ik. Ik wil dat anderen zien dat mijn
resultaten niet van nature zijn, maar door mijn hard werk en inzet.
Dit kan zeker lukken. Ik kan dit veranderen door eerlijker te zijn over
hoeveel ik studeer en te laten zien dat goede resultaten het gevolg
zijn van discipline en voorbereiding. (94)
5. Ik werk in een restaurant achter de bar, mijn collega vraagt of ik een
bonnetje kan afwerken terwijl mijn baas me ondertussen vraagt of ik
snel de afwas kan doen. (31)
6. Mijn baas vraagt of ik vrijdag vanaf 15 uur kan werken terwijl ik die
dag les heb tot 16u wat dus niet haalbaar is. De verwachtingen van
mijn docent en van mijn werk botsen. (35)
7. Ik en mijn baas zijn beste vriendinnen, tijdens het werk is het soms
moeilijk om te weten hoe we ons moeten gedragen. Zij is dan de
baas over mij en ik moet luisteren naar haar opdrachten dat ze me
geeft. Na het werk zijn we dan beste vriendinnen die samen iets
gaan drinken/ eten. (55)
8. Mijn papa werkt 12 uur per dag, maar hij wordt slecht betaald. Hij
heeft dus een hoge status op inzet, maar een lage status op inkomen
(27)
9. Mijn vriendin is leerling en haar professor is haar vader. Als leerling
moet ze luisteren en beoordeelt worden zoals iedere andere student.
Als dochter zijn er andere verwachtingen, zoals persoonlijke relatie
en vertrouwen. Deze rollen kunnen botsen, want wat van haar
verwacht wordt als leerling kan in conflict komen met haar status als
dochter. (55)
10.Traditionele autoriteit: bij trosbeiaard in Dendermonde mogen enkel
4 broers uit Dendermonde op het paard zitten. Dit komt voort iot
traditie, omdat het al generaties zo geregeld is. (29)
11.Bart de wever wordt door veel mensen gevolgd omdat hij
overtuigend spreekt en veel mensen inspireert, niet alleen omdat hij
voorzitter is van een politieke partij. Zijn gezag komt voort uit
charisma en uitstraing en niet alleen uit een formele positie of
traditie (44)
Denkvragen en toepassingen.
12.Een moeder merkt vaak snel wanneer haar kind zich niet zo goed
voelt of gespannen is. Omdat haar rol als moedr haar veel oegening
geeft in het observeren van signalen en gedrag van haar kind,
waardoor ze situaties en emoties beter kan gaan inschatten. (45)