Biologie thema 10 voeding en vertering
Basisstof 1
-Voeding
Voor een heterotroof organisme is eten en drinken noodzakelijk. Alles wat je eet of drinkt noem
je voedingsmiddelen. Deze voedingsstoffen bevatten voedingstoffen, er zijn 6 groepen:
• Eiwitten • Water
• Koolhydraten • Mineralen
• Vetten • Vitaminen
Al deze stoffen hebben verschillende functies. Bij tekort aan voedingsstoffen kunnen ziektes
veroorzaakt worden.
Extra info
BIOLOGIE HAVO 5 THEMA 10 ALISHA AMBER
,-Eiwitten (proteïnen)
Een eiwit is een keten van tientallen tot duizenden aminozuren. Er zijn 2 verschillende soorten
eiwitten
• Dierlijke eiwitten zitten in vlees, vis, melk, kaas en eieren.
• Plantaardige eiwitten zitten in brood, graanproducten, peulvruchten en noten.
In het verteringssysteem worden de eiwitmoleculen uit het voedsel afgesplitst tot afzonderlijke
aminozurenmoleculen, dit gaat via het bloed naar de lever de lever stuurt de aminozuren naar
de organen.
Bij eiwitsynthese in de cellen worden de aminozuren weer aan elkaar gekoppeld tot
eiwitmoleculen.
Bij de mens zijn er 20 verschillende aminozuren. Van deze 20 soorten, kan het lichaam er 12 zelf
maken, als deze niet voldoende in het voedsel voorkomt deze aminozuren noem je
niet-essentiële aminozuren. De 8 aminozuren die het lichaam niet zelf kunnen maken noem je
essentiële aminozuren. Deze moet uit voedsel worden gehaald.
Eiwitten zijn bouwstoffen van cellen en weefsel. Ook reguleren eiwitten processen in een
organisme: transport van stoffen, communicatie van cellen en chemische reacties.
Eiwitten kunnen ook als brandstof worden gebruikt. Er worden dan eiwitten uit spieren verbrand,
echter verkleint het de spiermassa. Eiwitten kunnen tot slot bij overschot worden opgeslagen als
reservestof.
Extra info
BIOLOGIE HAVO 5 THEMA 10 ALISHA AMBER
, -Koolhydraten (sachariden)
Verschillende niveaus koolhydraten:
• Monosachariden en disacharide = honing en zoete vruchten bevatten glucose en
fructose (=monosachariden) en sacharose (=disacharide).
• Polysacharide = brood en aardappelen, rijst en pasta bevatten veel zetmeel
(=polysacharide).
Bij verbranding van 1 gram koolhydraten komt er 17 kJ energie vrij. Koolhydraten zorgen ervoor
dat de energiebehoefte wordt voorzien. Bij overmaat van koolhydraten zorgt insuline ervoor dat
een klein deel wordt omgezet in polysacharide glycogeen dat wordt opgeslagen in de lever en
spieren. De rest van de koolhydraten wordt omgezet in vet.
Koolhydraten zijn bouwstoffen: DNA-molecuul bevat monosacharide desoxyribose, en ATP
bevat monosacharide ribose. En koolhydraatketens spelen een rol bij het herkennen van de cel.
Voedingsvezels zijn koolhydraten die niet door enzymen van mensen kunnen worden verteerd.
De vezels zijn afkomstig van de celwanden van plantaardige voedingsmiddelen. Een deel wordt
In de dikke darm afgebroken door enzymen van bacteriën. De vezels die niet worden afgebroken
nemen water op en zorgen zo voor een verzadigd gevoel. En draagt bij aan een goede stoelgang.
Extra info
BIOLOGIE HAVO 5 THEMA 10 ALISHA AMBER
Basisstof 1
-Voeding
Voor een heterotroof organisme is eten en drinken noodzakelijk. Alles wat je eet of drinkt noem
je voedingsmiddelen. Deze voedingsstoffen bevatten voedingstoffen, er zijn 6 groepen:
• Eiwitten • Water
• Koolhydraten • Mineralen
• Vetten • Vitaminen
Al deze stoffen hebben verschillende functies. Bij tekort aan voedingsstoffen kunnen ziektes
veroorzaakt worden.
Extra info
BIOLOGIE HAVO 5 THEMA 10 ALISHA AMBER
,-Eiwitten (proteïnen)
Een eiwit is een keten van tientallen tot duizenden aminozuren. Er zijn 2 verschillende soorten
eiwitten
• Dierlijke eiwitten zitten in vlees, vis, melk, kaas en eieren.
• Plantaardige eiwitten zitten in brood, graanproducten, peulvruchten en noten.
In het verteringssysteem worden de eiwitmoleculen uit het voedsel afgesplitst tot afzonderlijke
aminozurenmoleculen, dit gaat via het bloed naar de lever de lever stuurt de aminozuren naar
de organen.
Bij eiwitsynthese in de cellen worden de aminozuren weer aan elkaar gekoppeld tot
eiwitmoleculen.
Bij de mens zijn er 20 verschillende aminozuren. Van deze 20 soorten, kan het lichaam er 12 zelf
maken, als deze niet voldoende in het voedsel voorkomt deze aminozuren noem je
niet-essentiële aminozuren. De 8 aminozuren die het lichaam niet zelf kunnen maken noem je
essentiële aminozuren. Deze moet uit voedsel worden gehaald.
Eiwitten zijn bouwstoffen van cellen en weefsel. Ook reguleren eiwitten processen in een
organisme: transport van stoffen, communicatie van cellen en chemische reacties.
Eiwitten kunnen ook als brandstof worden gebruikt. Er worden dan eiwitten uit spieren verbrand,
echter verkleint het de spiermassa. Eiwitten kunnen tot slot bij overschot worden opgeslagen als
reservestof.
Extra info
BIOLOGIE HAVO 5 THEMA 10 ALISHA AMBER
, -Koolhydraten (sachariden)
Verschillende niveaus koolhydraten:
• Monosachariden en disacharide = honing en zoete vruchten bevatten glucose en
fructose (=monosachariden) en sacharose (=disacharide).
• Polysacharide = brood en aardappelen, rijst en pasta bevatten veel zetmeel
(=polysacharide).
Bij verbranding van 1 gram koolhydraten komt er 17 kJ energie vrij. Koolhydraten zorgen ervoor
dat de energiebehoefte wordt voorzien. Bij overmaat van koolhydraten zorgt insuline ervoor dat
een klein deel wordt omgezet in polysacharide glycogeen dat wordt opgeslagen in de lever en
spieren. De rest van de koolhydraten wordt omgezet in vet.
Koolhydraten zijn bouwstoffen: DNA-molecuul bevat monosacharide desoxyribose, en ATP
bevat monosacharide ribose. En koolhydraatketens spelen een rol bij het herkennen van de cel.
Voedingsvezels zijn koolhydraten die niet door enzymen van mensen kunnen worden verteerd.
De vezels zijn afkomstig van de celwanden van plantaardige voedingsmiddelen. Een deel wordt
In de dikke darm afgebroken door enzymen van bacteriën. De vezels die niet worden afgebroken
nemen water op en zorgen zo voor een verzadigd gevoel. En draagt bij aan een goede stoelgang.
Extra info
BIOLOGIE HAVO 5 THEMA 10 ALISHA AMBER