Verwaarlozing in de Kindertijd, een Onveilige Hechtingsstijl en Reflectief Functioneren bij
Volwassenen
Naam student: Jedidah Mulder
Studentnummer: 852558356
Cursusnaam en cursuscode: PB9916 Bachelorthesis
Begeleiders: Simone de la Rie, Ellin Simons
Examinator: Dr. Roy Willems
Inleverdatum: 1 juli 2025
,VERWAARLOZING, HECHTINGSSTIJL EN REFLECTIEF FUNCTIONEREN 2
Samenvatting
Dit onderzoek richt zich op de rol van emotionele verwaarlozing in de kindertijd en de relatie met
hechtingsstijlen en reflectief functioneren (RF) op volwassen leeftijd. Verwaarlozing wordt gekenmerkt door het
niet vervullen van de emotionele of fysieke basisbehoeften van een kind en is de meest voorkomende vorm van
kindermishandeling. Er werd gebruikgemaakt van een cross-sectioneel onderzoeksdesign met een steekproef
van 197 volwassen deelnemers uit de algemene populatie. De gegevens werden verzameld middels online
zelfrapportagevragenlijsten, waaronder de Childhood Trauma Questionnaire (CTQ) ter bepaling van emotionele
verwaarlozing, de Reflective Functioning Questionnaire-8 (RFQ-8) voor het meten van reflectief functioneren, en
de Experiences in Close Relationships–Revised (ECR-R) ter evaluatie van onveilige hechtingsstijlen. Vanwege een
lage betrouwbaarheid werd de schaal voor fysieke verwaarlozing uitgesloten, ook de schaal voor reflectief
functioneren kende een beperkte interne consistentie. Regressieanalyses toonden een significant positief
verband tussen emotionele verwaarlozing en onveilige hechtingsstijlen. Er werd geen direct verband gevonden
tussen emotionele verwaarlozing en reflectief functioneren, en de moderatiehypothese werd niet bevestigd. Een
exploratief uitgevoerde mediatieanalyse suggereerde echter dat een onveilige hechtingsstijl de relatie tussen
emotionele verwaarlozing en verminderd reflectief functioneren medieert. De generaliseerbaarheid van de
bevindingen is beperkt door selectiebias, de steekproef bestond voornamelijk uit hoogopgeleide vrouwen.
Dit onderzoek draagt bij aan een beter begrip van de relatie tussen emotionele verwaarlozing, een
onveilige hechtingsstijl en verminderd reflectief functioneren. De bevindingen onderstrepen het belang van
vroege signalering en preventieve interventies. Toekomstig onderzoek met representatievere steekproeven en
meer valide meetinstrumenten is wenselijk.
Keywords: Verwaarlozing, Hechtingsstijl, Reflectief functioneren, Kindermishandeling, Algemene Populatie
,VERWAARLOZING, HECHTINGSSTIJL EN REFLECTIEF FUNCTIONEREN 3
Inleiding
Kindermishandeling is een wereldwijd probleem van zorgwekkende omvang. Volgens de
Wereldgezondheidsorganisatie heeft maar liefst 36,3% van de kinderen emotionele mishandeling ervaren, 22%
fysieke mishandeling en 16,3% verwaarlozing (Gardner et al., 2019; Kelly et al., 2022; Raby et al., 2017). Volgens
het Nederlands Jeugdinstituut werd in 2017 bij 3% van de kinderen in Nederland door professionals
kindermishandeling gerapporteerd, waarbij het in 60% van deze gevallen om verwaarlozing ging. (Nederlands
Jeugdinstituut, 2019). Het werkelijke aantal slachtoffers ligt vermoedelijk hoger, omdat veel gevallen
onopgemerkt blijven en niet worden gerapporteerd (Kelly et al., 2022; Nederlands Jeugdinstituut, 2019).
De Wereldgezondheidsorganisatie (1999) geeft de volgende definitie van verwaarlozing: "Verwaarlozing
is het niet voorzien in de ontwikkeling van het kind op alle gebieden: gezondheid, onderwijs, emotionele
ontwikkeling, voeding, onderdak en veilige leefomstandigheden, in de context van middelen die redelijkerwijs
beschikbaar zijn voor de familie of verzorgers, en die schade veroorzaakt of een hoge waarschijnlijkheid heeft
om schade te veroorzaken aan de gezondheid of de fysieke, mentale, spirituele, morele of sociale ontwikkeling
van het kind. Dit omvat het falen om kinderen adequaat te begeleiden en te beschermen tegen schade voor
zover dit haalbaar is"
Er bestaan verschillende soorten verwaarlozing, waaronder fysieke en emotionele verwaarlozing.
Fysieke verwaarlozing betreft het niet voorzien in basisbehoeften zoals voeding, kleding, hygiëne, toezicht en
medische zorg. Emotionele verwaarlozing verwijst naar het falen om in de emotionele behoeften van een kind te
voorzien, bijvoorbeeld door het ontbreken van voldoende zorg en affectie, het niet zoeken naar hulp voor
emotionele of gedragsproblemen, en het niet bieden van voldoende structuur (Stoltenborgh et al., 2013).
Verwaarlozing in de kindertijd kan ernstige gevolgen hebben voor de cognitieve, emotionele en sociale
ontwikkeling. Verwaarlozing leidt vaak tot neurologische problemen, zoals een onderontwikkeling van
hersengebieden die betrokken zijn bij emoties en cognitie, evenals psychologische problemen zoals een laag
zelfbeeld, depressie en angst (Avdibegović & Brkić, 2020; Falgares et al., 2024; Gardner et al., 2019; Hovens,
, VERWAARLOZING, HECHTINGSSTIJL EN REFLECTIEF FUNCTIONEREN 4
2015; Vaskinn et al., 2020). Ook komen sociale problemen, zoals slechte schoolprestaties, middelenmisbruik, en
gewelddadig gedrag voor (Fresno et al., 2018; Mulder et al., 2018; Müller et al., 2019). Daarnaast is er een
verhoogd risico op psychische stoornissen, zoals posttraumatische stressstoornis, depressie, angststoornissen,
persoonlijkheidsstoornissen of schizofrenie en kan het leiden tot hechtingsproblematiek (Fresno et al., 2018;
Gardner et al., 2019; Herzog & Schmahl, 2018; Höltge et al., 2023; Hovens, 2015; Quek et al., 2017).
Verwaarlozing en een Onveilige Hechtingsstijl
Hechtingsstijlen worden doorgaans geclassificeerd als veilig en onveilig. Een veilige hechtingsstijl
ontstaat wanneer verzorgers consistent, responsief en zorgzaam zijn, wat bijdraagt aan het opbouwen van
vertrouwen en het bevorderen van exploratie (Ainsworth, 1985). Een onveilige hechtingsstijl is een patroon van
affectieve verbondenheid gekenmerkt door een gebrek aan vertrouwen in de beschikbaarheid en
betrouwbaarheid van de verzorger, wat het vermogen tot emotieregulatie en het aangaan van stabiele relaties
kan ondermijnen (Ainsworth, 1985; Fraley & Shaver, 2000). Kinderen die worden verwaarloosd leren dat ze niet
op hechtingsfiguren kunnen vertrouwen voor het vervullen van hun behoeften dit kan leiden tot een onveilige
hechtingsstijl (Borelli et al., 2015; Briere et al., 2017; Höltge et al., 2023).
Onveilige hechtingstijlen worden onderverdeeld in vermijdende en ambivalente hechtingsstijlen
(Ainsworth, 1985). Een vermijdende hechtingsstijl ontwikkelt zich wanneer verzorgers afwijzend of niet-
responsief zijn, wat ertoe leidt dat kinderen emotionele nabijheid vermijden (Ainsworth, 1985; Fraley & Shaver,
2000; Widom et al., 2018). Een ambivalente hechtingsstijl ontstaat als het gevolg van inconsistente verzorging,
wat een tegenstrijdige dynamiek veroorzaakt: enerzijds overmatige afhankelijkheid en angst voor afwijzing,
anderzijds boosheid en het vermijden van nabijheid (Ainsworth, 1985; Fonagy et al., 2018; Sroufe, 1997; Widom
et al., 2018). De hechtingstheorie veronderstelt dat hechtingsstijlen die in de vroege kindertijd worden gevormd,
zich doorgaans voortzetten tot in de volwassenheid en blijvende invloed uitoefenen op interpersoonlijke relaties
(Ainsworth, 1985; Fonagy et al., 2018). De wijze waarop onveilige hechtingsstijlen zich uiten in volwassen
interpersoonlijk functioneren, is mede afhankelijk van het specifieke subtype van onveilige hechting.