Criminologie
Tessa de Rooij
650356
2024-2025
,Probleem 1
Leerdoelen:
L.D.1. Wat is de biocriminologie?
(Uit Newburn, 2017)
Biocriminologie = houdt zich bezig met de biologische en genetische factoren en hoe deze en rol
spelen bij criminele gedragingen.
(Uit: Lanier, Henry & Anastasia (2014)).
Biocriminologie = de relatie tussen de biologische en genetische factoren (interne factoren:
gedragsdeterminanten) tot criminaliteit en crimineel gedrag. Het is een stroming binnen de
criminologie die zich dus focust op de erfelijke aanleg voor criminaliteit. Kenmerkend voor deze
benadering is het idee dat misdaad ‘in het bloed’ zou zitten, omdat het geerfd wordt (determinisme).
Het object van de bestudering binnen de bio-criminologie is de dader zelf en niet het delict.
- ‘Born to be bad’ = misdaad zit in het bloed doordat bepaald crimineel gedrag erfelijk is.
- Determinisme = de mens heeft geen vrije wil tot het plegen van criminaliteit, maar door interne
en externe factoren wordt het gedrag bepaald.
Veronderstellingen:
- Criminaliteit heeft een universeel karakter en verschilt dus niet naar gelang tijd en plaats;
- Kenmerken van het lichaam spelen een rol bij het wel of niet plegen van criminaliteit. Deze
kenmerken kunnen aangeboren of verworven zijn door een bepaalde levensstijl.
Kritiek op de biocriminologie:
1. De biocriminologie wordt vaak misbruikt (denk hierbij aan de ras zuivering van nazificering
in WO2).
2. Het is te reductionistisch: bio-criminologen baseren zich vaak te beperkt op 1 visie of
standpunt/deel van de criminologie --> vaak de psychologie.
3. Sociale factoren worden genegeerd;
4. Criminaliseren van bepaalde kenmerken kan leiden tot racisme;
De biologische verklaring voor criminaliteit was nog niet volledig gevestigd tot de late jaren ‘80
,L.D.2. Welke verschillende perspectievenn/paradigma’s uit de
biologie en psychologie worden er in de criminologie gebruikt om
criminaliteit te verklaren?
Twee perspectieven/paradigma’s: classicisme en positivisme.
(Uit: Newburn, 2017)
Classicisme (klassieke criminologie) Garland
Het classicisme kijkt naar de daad in plaats van de dader. Het is gebaseerd op de veronderstelling dat
iemand uit vrije wil handelt en rationeel heeft nagedacht. Het plegen van criminaliteit is dan ook een
rationele keuze. De mens is namelijk een rationeel wezen. Zij zouden beslissingen maken over acties
op basis van een kosten-batenanalyse. Wanneer deze keuzes worden gemaakt vragen mensen zichzelf
af of die bepaalde keuzes ‘zinvol’ zijn. Criminaliteit wordt veroorzaakt door externe factoren. Straffen
is een reactie op criminaliteit en de straffen moeten proportioneel zijn.
Dit paradigma is ontstaan in de tijd van de verlichting als reactie op de onvoorspelbaarheid van
straffen in de 16e en 17e eeuw. Er kwam meer zekerheid en proportionele toediening van pijn op de
dader (straf). 2 denker die hierbij van belang zijn, zijn Bentham en Beccaria.
Rationele keuze theorie: Gaat ervanuit dat individuen handelen volgens een streven naar maximale
winst/ opbrengst en zo min mogelijk verlies -> kosten-batenanalyse. Indien een misdaad
waarschijnlijk winst zal opleveren zal de persoon deze sneller plegen.
Routine activiteiten theorie (Felson): Structurele veranderingen in de routine beïnvloeden criminaliteit.
Het bestaat uit drie delen, namelijk gemotiveerde dader, geschikt doelwit en de afwezigheid van
bewaking.
Kritiek op classicisme
- Het heeft een te rationele visie op de menselijke natuur, met als argument dat mensen zich alleen
gedragen op een puur eigenbelangrijke en ‘vrije’ manier.
Als ze kunnen zien dat ze gestraft worden, zullen ze afgeschrikt worden. Als ze denken dat ze
kunnen wegkomen met een misdaad, dan zullen ze dat doen. Dit is te simpel en gaat voorbij aan
de complexiteit van menselijk gedrag.
- Het beschouwd criminaliteit als het resultaat van een vrije keuze.
We kunnen ons afvragen of we allemaal even ‘vrij’ zijn om deze keuzes te maken, en of we
allemaal voor dezelfde keuzes staan.
- Het gaat ervan uit dat individuen leven in samenlevingen die op eerlijk en rechtvaardige
manieren zijn georganiseerd.
Kunne we wel gerechtigheid hebben in een onrechtvaardige samenleving?
- Er wordt geen rekening gehouden met het onvermogen in rationeel te handelen.
Alle mensen worden als rationele wezens beschouwt, maar er wordt weinig rekening
gehouden met de problemen van bijvoorbeeld geesteszieken, leermoeilijkheden en andere
vormen van beperkingen, of negeren simpelweg kwesties van volwassenheid, wat inhoudt dat
kinderen op dezelfde manier moeten worden behandeld als volwassenen.
- Machtsprobleem
Als individuen volledig rationeel en naar vrije wil handelen, waarom zijn het dan
voornamelijk armen die het overgrote deel van het strafrechtsysteem representeren. Is
rationaliteit gerelateerd aan rijkdom en macht? Het classicisme heeft een gebrek aan
verschillende fundamentele aspecten, zoals het niet rekening houden met verschillende soorten
sociale ongelijkheden.
Positivisme
Het positivisme focust zich op de dader. Het gaat uit van het determinisme, dit houdt in dat andere
factoren (biologisch, psychologisch, sociaal) bepalen of je crimineel of niet-crimineel bent.
Behandeling staat hier centraal in plaats van straffen.
, Biologisch positivisme = biologische theorieën over criminaliteit, die gericht zijn op fysieke
kenmerken en uiterlijk.
Kritiek op positivisme
- Het gaat ervan uit dat mensen gedreven worden tot misdaad door factoren die grotendeels buiten
hun macht liggen.
Het ontkent de vrije keuze van een mens. Oplossing = combinatie tussen keuze en
determinisme
- Het overdrijft de verschillen tussen criminelen en niet-criminelen.
Het suggereert het beeld van het normale van ons en abnormale van criminelen.
Het probleem van de vrije wil
- Hard-determinisme: de gebeurtenissen in een mens zijn al voorafgaand aan hun bestaan
vastgelegd. Het accepteert de onverenigbaarheid van de vrije wil en het determinisme, verdedigt
het determinisme en verwerpt de vrije wil.
- Interdeterminisme: accepteert de onverenigbaarheid van de vrije wil en het determinisme, maar
ontkent dat het determinisme waar is.
- Compatibilisme: geeft toe dat sommige concepten van vrije wil onverdedigbare, paniekerige
metafysica kunnen vereisen, maar houdt vol dat de vrije wil die ‘het mensen waard is’, volledig
compatibel/verenigbaar is met het determinisme.
Overzicht van de 2 paradigma’s
Classicisme Positivisme
Studieobject De overtreding/daad De dader
Aard van de Vrije wil Vastbesloten/gedetermineerd
dader Rationeel, berekend; (= alles staat vast en is al
Normaal. besloten);
Gedreven door biologische,
psychologische of andere
invloeden;
Pathologisch.
Reactie op Straf; Behandeling
misdaad In verhouding tot de Onbepaald, afhankelijk van
overtreding/proportioneel. de individuele omstandigheden.