TOE – HC-aantekeningen
Semester 2, blok 3
HC 1 – Kwalitatief: Data-verzameling
Iteratief onderzoek, met stelselmatige herhaling van het onderzoek ontwerp (=zonder
hypothese).
Verschillende soorten van kwalitatieve data-verzameling (herhaling):
Kwalitatieve interviews:
Ongestructureerd (kwalitatief)
Semigestructureerd (kwalitatief)
Gestructureerd (survey)
Vormen van interviews:
- Face to face: Tijdrovend, maar grote opbrengst
- Telefonisch: Kleine tijdsinvestering, gemis van informatie
- Online: Kleine tijdsinvestering, gemis aan informatie, gebrek aan controle
- Go-along (in dagelijkse activiteiten het interview afnemen): Dynamischer, informatief op
meerde wijzen, lastig te managen
- Etnografisch: Later dit college.
,Onderdelen van een interview:
Stage 1: Aankomst en introductie (eerste indruk is belangrijk!!)
Stage 2: Introductie onderzoek (informed consent)
Stage 3: Begin van het interview
Stage 4: Tijdens het interview
Stage 5: Einde interview
Stage 6: Na het interview (voorkom ‘doorknob effect’ = wanneer iemand na afloop van het interview
nog met nieuwe informatie komt)
Wanneer en waarom interviews?
Grotere context: onderzoek naar ervaringen en individuele visies
Focus groepen
Een focusgroep is geen groepsinterview! Jouw rol is modereren binnen de groep.
Data wordt gegenereerd door interactie
Laat participanten luisteren, reflecteren en over hun standpunt nadenken
Groepssamenstelling en grootte:
Heterogeen maar homogeen: een verscheidene groep met een overkoepelend eigenschap
Vreemden, bekenden, of bestaande groepen?
Groepsgrootte (6-10)
De groepssamenstelling hangt af van:
- Onderwerp
- Sensitiviteit en complexiteit
- Breedte en diepte discussie
- Populatie betrokken bij onderzoek
Fasen van een focusgroep:
1. Introductie en basisregels vaststellen
2. Individuele introducties
3. Openingstopic
4. Discussie
5. Afronding discussie
In een model gezet:
,Vormen van focus groepen:
Two way: één groep per keer aan de beurt
Dual moderator: twee moderatoren met andere functies
Dueling moderator: Je bent als moderator met elkaar aan het modereren, voorbeeld geven van
de normen en waarden binnen de focus groep. Daarna, nadat de toon gezet is, neemt de groep
dit over.
Respondent moderator: De verantwoordelijkheid bij de groep leggen, terugtrekken van
moderator.
Online focus groups: Chatroom focus groups – Bulletinboard focus groups
Wanneer en waarom focus groepen?
Grotere context: Potentieel veel stakeholders, discussie mogelijk over rol en invloed, leren van
gesprekken/discussies.
Eliciteren en de topic lijst
Eliciteren = het uitlokken van reactie, vergaren van moeilijke verkrijgen informatie.
Eliciterende responses:
Probes = aangeven meer te willen weten:
Stilte (ongemakkelijke stiltes wil je graag opvullen)
Ongerichte aanmoediging
, Vraag naar uitweiding
Vraag naar uitleg
Reflectie/interpretatie/samenvatten
Amplificatory probes = om mensen te stimuleren om verder uit te wijden
Exploratory probes = om overtuigingen en gevoelens te achterhalen; wat voor betekenis bepaalde
ervaringen hebben voor een participant
Explanatory probes = om uitleg te krijgen – waarom?
Clarificatory probes = verduidelijking van termen en taalgebruik, om details en volgorde duidelijk te
maken. Om inconsistentie tegen te gaan.
Prompts = aansnijden van een nieuw onderwerp
Eliciterende materialen:
- Vignetten = korte verhaaltjes waarin je een bepaalde context creëert om gereageerd op te
worden
- Bestaande data
- Gemaakte data (gemaakt door de respondent/ specifiek voor dit onderzoek gemaakt en
geëvalueerd)
Topic list – om invulling te geven aan een interview
Outline van hoofdvragen, sub onderwerpen en prompts (en probes)
Onderwerpen
- Mate van consistentie en data-verzameling
- Flexibiliteit om in te gaan op individuele details
- Consultatie en discussie met stakeholders
Inhoud, structuur en lengte
- Baseer je op onderzoeksdoel, literatuur etc.
- Groepeer zonder herhaling
- Voorkom ‘scope creep’ --> Ongewild verleggen van de focus
Observaties
Participerend vs. Niet-participerend
Overt vs. Covert
Systematisch vs. Niet-systematisch
Vier typen te onderscheiden:
Participerend Niet-participerend
Covert Complete participant Covert observer
Overt Participant observer Observer
Houdt rekening met:
Semester 2, blok 3
HC 1 – Kwalitatief: Data-verzameling
Iteratief onderzoek, met stelselmatige herhaling van het onderzoek ontwerp (=zonder
hypothese).
Verschillende soorten van kwalitatieve data-verzameling (herhaling):
Kwalitatieve interviews:
Ongestructureerd (kwalitatief)
Semigestructureerd (kwalitatief)
Gestructureerd (survey)
Vormen van interviews:
- Face to face: Tijdrovend, maar grote opbrengst
- Telefonisch: Kleine tijdsinvestering, gemis van informatie
- Online: Kleine tijdsinvestering, gemis aan informatie, gebrek aan controle
- Go-along (in dagelijkse activiteiten het interview afnemen): Dynamischer, informatief op
meerde wijzen, lastig te managen
- Etnografisch: Later dit college.
,Onderdelen van een interview:
Stage 1: Aankomst en introductie (eerste indruk is belangrijk!!)
Stage 2: Introductie onderzoek (informed consent)
Stage 3: Begin van het interview
Stage 4: Tijdens het interview
Stage 5: Einde interview
Stage 6: Na het interview (voorkom ‘doorknob effect’ = wanneer iemand na afloop van het interview
nog met nieuwe informatie komt)
Wanneer en waarom interviews?
Grotere context: onderzoek naar ervaringen en individuele visies
Focus groepen
Een focusgroep is geen groepsinterview! Jouw rol is modereren binnen de groep.
Data wordt gegenereerd door interactie
Laat participanten luisteren, reflecteren en over hun standpunt nadenken
Groepssamenstelling en grootte:
Heterogeen maar homogeen: een verscheidene groep met een overkoepelend eigenschap
Vreemden, bekenden, of bestaande groepen?
Groepsgrootte (6-10)
De groepssamenstelling hangt af van:
- Onderwerp
- Sensitiviteit en complexiteit
- Breedte en diepte discussie
- Populatie betrokken bij onderzoek
Fasen van een focusgroep:
1. Introductie en basisregels vaststellen
2. Individuele introducties
3. Openingstopic
4. Discussie
5. Afronding discussie
In een model gezet:
,Vormen van focus groepen:
Two way: één groep per keer aan de beurt
Dual moderator: twee moderatoren met andere functies
Dueling moderator: Je bent als moderator met elkaar aan het modereren, voorbeeld geven van
de normen en waarden binnen de focus groep. Daarna, nadat de toon gezet is, neemt de groep
dit over.
Respondent moderator: De verantwoordelijkheid bij de groep leggen, terugtrekken van
moderator.
Online focus groups: Chatroom focus groups – Bulletinboard focus groups
Wanneer en waarom focus groepen?
Grotere context: Potentieel veel stakeholders, discussie mogelijk over rol en invloed, leren van
gesprekken/discussies.
Eliciteren en de topic lijst
Eliciteren = het uitlokken van reactie, vergaren van moeilijke verkrijgen informatie.
Eliciterende responses:
Probes = aangeven meer te willen weten:
Stilte (ongemakkelijke stiltes wil je graag opvullen)
Ongerichte aanmoediging
, Vraag naar uitweiding
Vraag naar uitleg
Reflectie/interpretatie/samenvatten
Amplificatory probes = om mensen te stimuleren om verder uit te wijden
Exploratory probes = om overtuigingen en gevoelens te achterhalen; wat voor betekenis bepaalde
ervaringen hebben voor een participant
Explanatory probes = om uitleg te krijgen – waarom?
Clarificatory probes = verduidelijking van termen en taalgebruik, om details en volgorde duidelijk te
maken. Om inconsistentie tegen te gaan.
Prompts = aansnijden van een nieuw onderwerp
Eliciterende materialen:
- Vignetten = korte verhaaltjes waarin je een bepaalde context creëert om gereageerd op te
worden
- Bestaande data
- Gemaakte data (gemaakt door de respondent/ specifiek voor dit onderzoek gemaakt en
geëvalueerd)
Topic list – om invulling te geven aan een interview
Outline van hoofdvragen, sub onderwerpen en prompts (en probes)
Onderwerpen
- Mate van consistentie en data-verzameling
- Flexibiliteit om in te gaan op individuele details
- Consultatie en discussie met stakeholders
Inhoud, structuur en lengte
- Baseer je op onderzoeksdoel, literatuur etc.
- Groepeer zonder herhaling
- Voorkom ‘scope creep’ --> Ongewild verleggen van de focus
Observaties
Participerend vs. Niet-participerend
Overt vs. Covert
Systematisch vs. Niet-systematisch
Vier typen te onderscheiden:
Participerend Niet-participerend
Covert Complete participant Covert observer
Overt Participant observer Observer
Houdt rekening met: