100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting week 4 en 5 Blok 1.2 Acne

Rating
4.5
(4)
Sold
8
Pages
48
Uploaded on
12-01-2021
Written in
2019/2020

Samenvatting van alle leerstof week 4 en 5 Huidtherapie blok 1.2 Acne

Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
January 12, 2021
Number of pages
48
Written in
2019/2020
Type
Summary

Subjects

Content preview

Week 4:
Gewenste en ongewenste huidreacties:
Tijdens behandeling:
- Erytheem
- Pseudofrost
- Epidermolyse
- Frosting
- oedeemvorming

Na behandeling:
- oedeemvorming
- vervellen
- crustae
- tijdelijke verkleuring

Ongunstige neveneffecten:
Frequent optredende, te verwachten neveneffecten van alle soorten peelings zijn:
-oedeem,
- erytheem,
-vesikelvorming,
-schilfering,
-crustae,
-tijdelijke kleurveranderingen,
-vermoeidheid op de dag van en na de ingreep,
-pijn in het behandelde gebied.

Minder frequent (naar schatting 5-10%) optredende milde neveneffecten zijn:
-pigmentverschuivingen  zich uitend als hyperpigmentatie  hypopigmentatie  depigmentatie,
-het aanwezig zijn van demarcatielijnen,
-accentuering van naevi naevocellulares,
-langdurig aanwezig erytheem en pruritus,
-veranderingen van textuur van de huid  vergrote poriën  zichtbare demarcatielijnen 
teleangiëctastieën  ontstaan van milia.

Zeldzame (naar schatting < 5%) neveneffecten zijn:
-littekenvorming (hypertrofie, atrofie, keloïd; ectropion van het onderste ooglid),
-infecties (bacterieel, viraal, mycotisch),
-vertraagde wondgenezing.

Bij de diepe fenolpeelings moet men rekening houden met:
-cardiale aritmieën (te voorkomen door geen ‘full-face’-peeling uit te voeren)
-larynxoedeem (mogelijk gebaseerd op hypersensitiviteit op fenol- of etherdampen in een, door veel
roken, chronisch geïrriteerde larynx).

,Anatomie en fysiologie van de mens

H6.4 bloed

Bloed = vloeibaar weefsel (rood gekleurd)
Bloed = steunweefsel  bloedcellen omgeven door vloeibaar matrix
(bloedplasma)
Hoeveelheid bloed bij circa 70 kg = 7,5 % van lichaamsgewicht = circa 50 liter
45 % = bloedcellen
55 % = bloedplasma

Bloedcellen
Bloedcellen zweven rond in het bloedplasma
 erytrocyten (rode bloedcellen)  zuurstof transport
 leukocyten (witte bloedcellen)  afweer
 trombocyten (bloedplaatjes)  bloedstolling




Erytrocyten:
Gemiddeld 5 – 6 miljoen erytrocyten per mm3 bloed
95% van bloedcellen = erytrocyt  hematocriet
Hematocriet = relatieve erytrocytenvolume in het bloed
Mannen  40-50% hematocriet
Vrouwen  45-45% hematocriet

Erytrocyt = plat rond schijfje  indeuking aan onder- en bovenkant
 vervormbaar
 geen celkern
 geen mitochondriën  geen stofwisselingsactiviteit

De cel is bijna geheel gevuld met het eiwit  hemoglobine (Hb)
Hemoglobine = roodgekleurd eiwit met een ijzeratoom
 zuurstofbindend vermogen in zuurstofrijke omgeving (longen)
 laat de zuurstof los in zuurstofarme omgeving (actieve weefsels)
Diffusieafstand = hemoglobine zuurstof = overal klein
Levensduur = circa 120 dagen
Er wordt voortdurend nieuwe erytrocyten aangemaakt  rode beenmerg
Afbraak erytrocyten  ijzer en bilirubine blijven over
Bilirubine  bijwerkingen  ontlasting uitscheiding
Ijzer  herbruiken  inbouw nieuwe erytrocyten

,Leukocyten:
Gemiddeld 5 – 10 duizend per mm3 bloed
 grote cellen
 hebben een kern
 hebben organellen
 afweer lichaam  via leukodiapedese = bewegen richting kwade
 worden gevormd in het rode beenmerg en lymfatisch weefsel
 levensduur is enkele dagen tot enkele weken
Drie soorten leukocyten:

Granulocyten:
Granulae (korrels) in het cytoplasma
Grote kern en gelobd
Wordt gevormd in het rode beenmerg
Aspecifieke afweer
 wringen zich tussen de cellen van de caplillairwand de bloedbaan uit
Neutrofiele granulocyten  leukodiapedese  bewegen zich in de richting van de bacteriën
 fagocyteerde bacteriën worden verteerd

Eosinofiele granulocyten  enzymen maken om parasieten mee aan te vallen


Monocyten:
Grootste leukocyten
C-vormige kern
Wordt gevormd in het rode beenmerg
Aspecifieke afweer
Infectie  leukodiapedese  monocyten verlaten bloedbaan  veranderen in macrofagen 
ruimen ziekteverwekkende bacteriën en dode lichaamscellen op

Lymfocyten:
Relatief kleine cellen
Grote celkern
Wordt geproduceerd in het rode beenmerg en lymfatisch weefsel
Specifieke afweer
 bestrijden infecties  aantal lymfocyten neemt toe  immuniteit lichaam




B- lymfocyt T-lymfocyt

, Trombocyten:
Zeer kleine celfragmenten
Ontstaan door afsnoeringen van stamcellen  in het rode beenmerg
Circa 250.000-400.000 per mm3 bloed
Bestaat uit: celplasma met een grillig celmembraan
Bevatten  tromboplastinogeen  bloedstolling  bij beschadiging celmembraan

Bloedstelping:
Bloedvat gaat kapot  mechanismen treden op om bloedverlies te beperken
Zowel bij kleine bloedingen als grote bloedingen, onderhuidse bloedingen:
Vier processen treden op:
1. Lokale vasoconstrictie:
 gladde spiervezels in de wand van de arteriolen contraheren
 beperking bloedverlies


2. Propvorming:
 op de plek van beschadiging  trombocyten hechten zich
 onder invloed van stollingsfactor: antihemofilieglobuline (AHG)
 er ontstaat een vrij losse prop  gat wordt gedicht

3. Bloedstolling:
 tromboplastinogeen komt vrij uit beschadigde trombocyten
 stolsel bloed:
1. De trombocytenwand gaat kapot  tromboplastinogeen komt vrij
2. Tromboplastinogeen = inactief enzym  wordt geactiveerd tot tromboplastine =
trombokinase
3. Tromboplastine + elektrylyt Ca2+ vormen katalysator voor omzetten inactieve protrombine
 trombine
4. Trombine stimuleert de omzetting van inactieve plasma-eiwit fibrinogeen  in
onoplosbare taaie eiwit fibrine
5. Fibrinedraden vormen een dicht netwerk in de wondopening  bloedcellen worden
gevangen in het netwerk  er ontstaat een bloedstolsel
6. De fibrinedraden krimpen door uitdroging aan de lucht  wondranden worden naar elkaar
getrokken  stolsel wordt als het ware uitgeknepen  wondvocht
Wondvocht = bloedplasma zonder fibrinogeen
 er komt een korst
Hemostase = lokale vaatvernauwing, propvorming en bloedstolling samen

4. Weefselherstel
Na de hemostase  weefselherstel
Beschadigde weefsel  vormt plaatselijk histamine
Onder invloed van histamine  vasodilatatie (vaatverwijding)
 meer bloedtoevoer naar het te repareren gebied
 de huid is rondom de wond hierdoor roder
 er vindt extra celdeling / cel metabolisme plaats
$5.54
Get access to the full document:
Purchased by 8 students

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached


Also available in package deal

Reviews from verified buyers

Showing all 4 reviews
2 year ago

2 year ago

3 year ago

4 year ago

you also have from again 7 to week 9..

4 year ago

Hi, I also added week 7 to 9 on block 1.2 Acne

4.5

4 reviews

5
2
4
2
3
0
2
0
1
0
Trustworthy reviews on Stuvia

All reviews are made by real Stuvia users after verified purchases.

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
delore Haagse Hogeschool
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
167
Member since
5 year
Number of followers
88
Documents
24
Last sold
3 weeks ago

4.3

51 reviews

5
20
4
28
3
2
2
0
1
1

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions