SAMENVATTING HOORTOESTELAANPASSING
BIJ VOLWASSENEN
HOOFDSTUK 1 – INLEIDING
Opbouw hoofdstukken volgt chronische verloop v/h proces van HT-aanpassing
- Inleiding
- Intake/audiologisch onderzoek
- Preselectie
- Selectie
- De proefperiode
- De eindselectie
- De nazorg/opvolging
1. DOEL VAN HET AANPASSEN VAN HOORTOESTELLEN
HT: bij slechthorendheid + doofheid → ≠ doelen
A. DOEL HT BIJ SLECHTHORENDHEID
- Normale spraak verstaan, zonder dat onbehaaglijkheidsniveau overschreden wordt
→ Normale spraak: +/- 65 dBSPL (marge tss 50-80 dBSPL)
B. DOEL HT BIJ DOOFHEID
- Hulpmiddel dat samen met vermogen tot spraakafzien helpt om spraak te discrimineren
o Ondersteunende rol
o Steunt SV door prosodische elementen spraak hoorbaar te maken (ritme, intonatie, melodie)
Gevolg beperkter frequentiegebied → soms onmogelijk om zelf na versterking spraak te discrimineren op
unimodaal auditieve basis, 2 redenen
1. SV: meer dan helft bep door frequenties >1000 Hz
→ Na versterking: veel pt. die deze frequentieregio niet/onvoldoende waarnemen
2. Verlies +80 dBHL: haarcellen zeer vervormd/beperkte informatie naar auditieve cortex
→ Vaak wél gehoor, maar moeizame discriminatie
→ CI vaak betere oplossing bij doofheid → neemt fct haarcellen grotendeels over → gevoeligere
hoordrempel
C. ANDERE DOELGROEPEN DIE IN AANMERKING KOMEN VOOR HT
Mensen met …
- Gestoorde luidheidswaarneming
- (Nagenoeg) normale toondrempel, maar met spraakdiscriminatieproblemen in stoorlawaai
- Ernstige tinnitusproblematiek
3. RECAPITULATIE SPRAAKNIVEAUS BINNEN HOORTOESTELAANPASSING
- 0 dBHL = gemiddeld resultaat van normaalhorenden
1
, - Stille – normale – luide spreekstem → 40 – 55 – 70 dBHL
- I.f.v. vgl toon- en spraakaudiometrie → niveaus ook in dBSPL vermelden (SA)
→ Omzetting binnen ANSI-normering: verschil tss niveau onder KT + niveau in VV
dBHL naar SPL onder KT dB HL naar SPL in vrij veld
0 dBHL = 20 dBSPL 0 dB HL = 13 dB SPL
Programmeersoftware HT bij fabrikanten
- Weergeven winst bij ingangssignalen 50-65-80 dBSPL (≈ niveaus voor stille, normale en luide
spreekstem, ≈ omzetting ANSO voor FF (13 dB))
- Winst per toestel, als gevolg van binaurale sommatie: winst 3 dB
- Komen overeen in geval van stereofonische aanpassing
4. INDICATIES TOT HET DRAGEN V/E HOORTOESTEL
NKO-arts
- Advies HT dragen (om gehoor te verbeteren of corrigeren)
- Verwijst naar audioloog
- Schrijft voorschrift tot uitvoeren van proeven met HT: bijlage 17
Audioloog
- Vult na proefperiode bijlage 17 aan
- Maakt verslag op met prestaties van de cliënt met/zonder HT
- Verslag aanvullen met COSI-vragenlijst
NKO-arts
- Akkoord gaan met verslag
- Aanpassingen van HT voorschrijven door bijlage 17 te vervolledigen
→ Dossier indienen bij adviserend geneesheer van het ziekenfonds
Voorschrift proef = ‘vrije receptuur’
- Uitproberen HT is bepaald door NKO-arts
- Arts geeft audioloog aanduidingen/beperkende informatie
- Geen strikte regel wnr HT gedragen mag worden (ook: wensen, noden en motivatie)
- RIZIV-richtlijn bepaald enkel onder welke voorwaarde recht is op tsskomst i/d aankoop van HT
Aanpassen van HT
1. Wnr SV v/d normale spraak slecht gebrekkig mogelijk is met beste v/d 2 oren
2. Wnr vermogen tot verstaan van normale spraak aan 1 oor aangetast is → herstel stereofonische
waarneming
3. Wnr er daartoe geobjectiveerde/verantwoorde nood is
2
, 5. CONTRA-INDICATIES TOT HET DRAGEN VAN EEN HOORTOESTEL
A. KLINISCHE CONTRA -INDICATIES
- Medisch te verhelpen GV (vb. otitis media met effusie)
- Tijdelijk/bij tsspozen weerkerende GV
o Volwassenen: i.f.v. communicatie
o Kinderen GV > 3 maand ≠ tijdelijk GV
▪ Negatieve gevolgen taalontwikkeling
▪ Aanleiding minder goed SV in omgevingslawaai op latere leeftijd
- Chirurgisch te corrigeren GV
o Volwassenen: voorkeur aan chirurgisch/medicamenteus
o Kinderen: chirurgie pas als kind voldoende uitgegroeid is, intss wel versterking i.f.v. taalontw.
o Ouderen: soms medische contra-indicaties (vb. hartproblematiek)
B. AUDIOMETRISCHE CONTRA-INDICATIES
Bep audiometrische gegevens beperken kans op gunstig resultaat met HT
- Perceptieve aantasting met grote asymmetrie
o Asymmetrie: kan op niveau tonale drempel, frequentiegebied, drempel van onbehagen,
capaciteiten spraakverstaan en discriminatie
o Asymm gehoordrempel → opletten voor overhoren! (Verder in samenvatting op ingegaan)
- Asym. op niveau beschikb. frequentiegebied + restdynamiek + GV die ernstige spraak-toondiss toont
→ Geen ‘absolute’ audiometrische contra-indicaties, bij twijfel: proefperiode met HT om uitsluitsel te geven
C. REDENEN UIT DE LEEFWERELD V/D CLIËNT
Afh van ≠ factoren
- Motivatie cliënt (→ belangrijk!)
- Leefsituatie, sociale context, culturele bagage, financiële situatie, begeleiding, etc.
6. GEHOORVERLIES EN DEMENTIE
Relatie tss onbehandeld GV + dementie: longitudinale studie
- Normaalhorenden en slechthorenden zonder HT → elk jaar MRI
- SH significant meer hersenatrofie
OZ: relatie tussen GV + incidentie van dementie
- 30 à 40% hoger risico op cognitieve achteruitgang bij die personen met GV
GV kan extra schade veroorzaken aan kwetsbare brein → kan leiden tot sociaal isolement + depressie +
toename hersenatrofie wat cognitieve stoornissen kan veroorzaken
OZ: GV is grootste beïnvloedbare risicofactor bij lange termijn risico op cognitieve deprivatie en dementie
- Andere factoren: duur van genoten onderwijs, beweging, armoede, verminderde sociale contacten,
roken, alcoholgebruik, depressie, suikerziekte en overgewicht
→ Nog niet causaal aangetoond dat tijdige versterking deel van gevolgen zou kunnen voorkomen
3
, 7. BEÏNVLOEDENDE FACTOREN
A. HET SPRAAKSPECTRUM
Belangrijkste informatie voor goede (spraak-)klankdiscriminatie + spraakverstaan → in rel. zwakke
hoogfrequente componenten van spraakklanken, belangrijk hierbij:
- 2e en 3e formant
- Temporele overgangen (transitie) tss medeklinkers + klinkers
- Bandbreedte van 300 Hz tot 3000 Hz → biedt voldoende spraakinfo om ± alle woorden te verstaan
o -500 Hz: 60% v/d energie, maar draagt voor 5% bij tot spraakverstaan
o +1000 Hz: 5% v/d energie, maar draagt voor 60% bij tot spraakverstaan
B. DE INTERACTIES TSS HET HOORTOESTEL EN HET GESTOORDE AUDITIEVE SYSTEEM
Doel HT: spraakcomponenten (zwakke, maar belangrijk in hoge tonen) hoorbaar maken op comfortabel niveau
→ Discriminatie spraak wordt optimaal als alle spectrale componenten op voor de cliënt comfortabel niveau
hoorbaar gemaakt worden
→ Bij perceptieve GV: GV niet enkel gepaard met verzwakking signaal, maar vaak ook vervormingen:
- Gestoorde frequentieselectiviteit
- Gestoorde luidheidsperceptie
- Afwezigheid van niet-lineariteiten (vb. combinatietonen) die wel voorkomen in normale oor
I. GESTOORDE FREQUENTIESELECTIVITEIT
= Difference limen for frequency
- Gepaard met verbreding kritieke banden v/h BO → reductie spectrale analyse
o Elke haarcel is gevoelig voor bep frequentie (basaal: hoge, apicaal: lage)
o “Hoe sterk moet ik geluid aanbieden tot wnr haarcel het opneemt?”
o Wnr meerdere haarcellen reageren → fout in frequentieselectiviteit → geluid luider zetten
heeft geen nut, want dan ga je sws naburige HC beïnvloeden
II. GESTOORDE LUIDHEIDSPERCEPTIE
= Recruitment, difference limen for intensity
- Frequentieonafhankelijk
- In kaart brengen door bv. afnemen van luidheidsaangroeicurves per frequenties
- Gevolg: kleine toename geluidsniveau, beleefd als grotere luidheidstoename (i.v.m.
NH/transmissieverlies)
- Gerelateerd aan grootte v/h perceptieve GV
- Gestoorde luidheidsaangroei = stiller dan 60 dB (naarmate geluiden luider, minder versterking nodig)
4
BIJ VOLWASSENEN
HOOFDSTUK 1 – INLEIDING
Opbouw hoofdstukken volgt chronische verloop v/h proces van HT-aanpassing
- Inleiding
- Intake/audiologisch onderzoek
- Preselectie
- Selectie
- De proefperiode
- De eindselectie
- De nazorg/opvolging
1. DOEL VAN HET AANPASSEN VAN HOORTOESTELLEN
HT: bij slechthorendheid + doofheid → ≠ doelen
A. DOEL HT BIJ SLECHTHORENDHEID
- Normale spraak verstaan, zonder dat onbehaaglijkheidsniveau overschreden wordt
→ Normale spraak: +/- 65 dBSPL (marge tss 50-80 dBSPL)
B. DOEL HT BIJ DOOFHEID
- Hulpmiddel dat samen met vermogen tot spraakafzien helpt om spraak te discrimineren
o Ondersteunende rol
o Steunt SV door prosodische elementen spraak hoorbaar te maken (ritme, intonatie, melodie)
Gevolg beperkter frequentiegebied → soms onmogelijk om zelf na versterking spraak te discrimineren op
unimodaal auditieve basis, 2 redenen
1. SV: meer dan helft bep door frequenties >1000 Hz
→ Na versterking: veel pt. die deze frequentieregio niet/onvoldoende waarnemen
2. Verlies +80 dBHL: haarcellen zeer vervormd/beperkte informatie naar auditieve cortex
→ Vaak wél gehoor, maar moeizame discriminatie
→ CI vaak betere oplossing bij doofheid → neemt fct haarcellen grotendeels over → gevoeligere
hoordrempel
C. ANDERE DOELGROEPEN DIE IN AANMERKING KOMEN VOOR HT
Mensen met …
- Gestoorde luidheidswaarneming
- (Nagenoeg) normale toondrempel, maar met spraakdiscriminatieproblemen in stoorlawaai
- Ernstige tinnitusproblematiek
3. RECAPITULATIE SPRAAKNIVEAUS BINNEN HOORTOESTELAANPASSING
- 0 dBHL = gemiddeld resultaat van normaalhorenden
1
, - Stille – normale – luide spreekstem → 40 – 55 – 70 dBHL
- I.f.v. vgl toon- en spraakaudiometrie → niveaus ook in dBSPL vermelden (SA)
→ Omzetting binnen ANSI-normering: verschil tss niveau onder KT + niveau in VV
dBHL naar SPL onder KT dB HL naar SPL in vrij veld
0 dBHL = 20 dBSPL 0 dB HL = 13 dB SPL
Programmeersoftware HT bij fabrikanten
- Weergeven winst bij ingangssignalen 50-65-80 dBSPL (≈ niveaus voor stille, normale en luide
spreekstem, ≈ omzetting ANSO voor FF (13 dB))
- Winst per toestel, als gevolg van binaurale sommatie: winst 3 dB
- Komen overeen in geval van stereofonische aanpassing
4. INDICATIES TOT HET DRAGEN V/E HOORTOESTEL
NKO-arts
- Advies HT dragen (om gehoor te verbeteren of corrigeren)
- Verwijst naar audioloog
- Schrijft voorschrift tot uitvoeren van proeven met HT: bijlage 17
Audioloog
- Vult na proefperiode bijlage 17 aan
- Maakt verslag op met prestaties van de cliënt met/zonder HT
- Verslag aanvullen met COSI-vragenlijst
NKO-arts
- Akkoord gaan met verslag
- Aanpassingen van HT voorschrijven door bijlage 17 te vervolledigen
→ Dossier indienen bij adviserend geneesheer van het ziekenfonds
Voorschrift proef = ‘vrije receptuur’
- Uitproberen HT is bepaald door NKO-arts
- Arts geeft audioloog aanduidingen/beperkende informatie
- Geen strikte regel wnr HT gedragen mag worden (ook: wensen, noden en motivatie)
- RIZIV-richtlijn bepaald enkel onder welke voorwaarde recht is op tsskomst i/d aankoop van HT
Aanpassen van HT
1. Wnr SV v/d normale spraak slecht gebrekkig mogelijk is met beste v/d 2 oren
2. Wnr vermogen tot verstaan van normale spraak aan 1 oor aangetast is → herstel stereofonische
waarneming
3. Wnr er daartoe geobjectiveerde/verantwoorde nood is
2
, 5. CONTRA-INDICATIES TOT HET DRAGEN VAN EEN HOORTOESTEL
A. KLINISCHE CONTRA -INDICATIES
- Medisch te verhelpen GV (vb. otitis media met effusie)
- Tijdelijk/bij tsspozen weerkerende GV
o Volwassenen: i.f.v. communicatie
o Kinderen GV > 3 maand ≠ tijdelijk GV
▪ Negatieve gevolgen taalontwikkeling
▪ Aanleiding minder goed SV in omgevingslawaai op latere leeftijd
- Chirurgisch te corrigeren GV
o Volwassenen: voorkeur aan chirurgisch/medicamenteus
o Kinderen: chirurgie pas als kind voldoende uitgegroeid is, intss wel versterking i.f.v. taalontw.
o Ouderen: soms medische contra-indicaties (vb. hartproblematiek)
B. AUDIOMETRISCHE CONTRA-INDICATIES
Bep audiometrische gegevens beperken kans op gunstig resultaat met HT
- Perceptieve aantasting met grote asymmetrie
o Asymmetrie: kan op niveau tonale drempel, frequentiegebied, drempel van onbehagen,
capaciteiten spraakverstaan en discriminatie
o Asymm gehoordrempel → opletten voor overhoren! (Verder in samenvatting op ingegaan)
- Asym. op niveau beschikb. frequentiegebied + restdynamiek + GV die ernstige spraak-toondiss toont
→ Geen ‘absolute’ audiometrische contra-indicaties, bij twijfel: proefperiode met HT om uitsluitsel te geven
C. REDENEN UIT DE LEEFWERELD V/D CLIËNT
Afh van ≠ factoren
- Motivatie cliënt (→ belangrijk!)
- Leefsituatie, sociale context, culturele bagage, financiële situatie, begeleiding, etc.
6. GEHOORVERLIES EN DEMENTIE
Relatie tss onbehandeld GV + dementie: longitudinale studie
- Normaalhorenden en slechthorenden zonder HT → elk jaar MRI
- SH significant meer hersenatrofie
OZ: relatie tussen GV + incidentie van dementie
- 30 à 40% hoger risico op cognitieve achteruitgang bij die personen met GV
GV kan extra schade veroorzaken aan kwetsbare brein → kan leiden tot sociaal isolement + depressie +
toename hersenatrofie wat cognitieve stoornissen kan veroorzaken
OZ: GV is grootste beïnvloedbare risicofactor bij lange termijn risico op cognitieve deprivatie en dementie
- Andere factoren: duur van genoten onderwijs, beweging, armoede, verminderde sociale contacten,
roken, alcoholgebruik, depressie, suikerziekte en overgewicht
→ Nog niet causaal aangetoond dat tijdige versterking deel van gevolgen zou kunnen voorkomen
3
, 7. BEÏNVLOEDENDE FACTOREN
A. HET SPRAAKSPECTRUM
Belangrijkste informatie voor goede (spraak-)klankdiscriminatie + spraakverstaan → in rel. zwakke
hoogfrequente componenten van spraakklanken, belangrijk hierbij:
- 2e en 3e formant
- Temporele overgangen (transitie) tss medeklinkers + klinkers
- Bandbreedte van 300 Hz tot 3000 Hz → biedt voldoende spraakinfo om ± alle woorden te verstaan
o -500 Hz: 60% v/d energie, maar draagt voor 5% bij tot spraakverstaan
o +1000 Hz: 5% v/d energie, maar draagt voor 60% bij tot spraakverstaan
B. DE INTERACTIES TSS HET HOORTOESTEL EN HET GESTOORDE AUDITIEVE SYSTEEM
Doel HT: spraakcomponenten (zwakke, maar belangrijk in hoge tonen) hoorbaar maken op comfortabel niveau
→ Discriminatie spraak wordt optimaal als alle spectrale componenten op voor de cliënt comfortabel niveau
hoorbaar gemaakt worden
→ Bij perceptieve GV: GV niet enkel gepaard met verzwakking signaal, maar vaak ook vervormingen:
- Gestoorde frequentieselectiviteit
- Gestoorde luidheidsperceptie
- Afwezigheid van niet-lineariteiten (vb. combinatietonen) die wel voorkomen in normale oor
I. GESTOORDE FREQUENTIESELECTIVITEIT
= Difference limen for frequency
- Gepaard met verbreding kritieke banden v/h BO → reductie spectrale analyse
o Elke haarcel is gevoelig voor bep frequentie (basaal: hoge, apicaal: lage)
o “Hoe sterk moet ik geluid aanbieden tot wnr haarcel het opneemt?”
o Wnr meerdere haarcellen reageren → fout in frequentieselectiviteit → geluid luider zetten
heeft geen nut, want dan ga je sws naburige HC beïnvloeden
II. GESTOORDE LUIDHEIDSPERCEPTIE
= Recruitment, difference limen for intensity
- Frequentieonafhankelijk
- In kaart brengen door bv. afnemen van luidheidsaangroeicurves per frequenties
- Gevolg: kleine toename geluidsniveau, beleefd als grotere luidheidstoename (i.v.m.
NH/transmissieverlies)
- Gerelateerd aan grootte v/h perceptieve GV
- Gestoorde luidheidsaangroei = stiller dan 60 dB (naarmate geluiden luider, minder versterking nodig)
4