Onderneming & aansprakelijkheid - Wanprestatie en onrechtmatige daad I
WANPRESTATIE – BELANG
Wanprestatie is een tekortkoming in de nakoming van een verbintenis. Wanprestatie is vaak
gebaseerd op een overeenkomst.
Partij 1 ------ verbintenis -----→ partij 2 (vaak overeenkomst)
1) In het geheel niet;
2) Gedeeltelijk niet;
3) Niet goed/juist gepresteerd
Wanprestatie vs. contract: alle afspraken die je maakt, leiden tot verbintenissen die in een contract
staan.
Wanneer is er sprake van wanprestatie:
- Resultaatsverbintenis;
- Inspanningsverbintenis;
Resultaatsverbintenis is makkelijker aan te tonen.
Tussen partijen geldt contractsvrijheid. Ze kunnen alleen niet in gaan op dwingendrechtelijke
bepalingen.
WANPRESTATIE – JURIDISCH KADER I
Rechtsvoorwaarden:
1) Iedere tekortkoming in de nakoming van een verbintenis.
2) Toerekenbaarheid van de tekortkoming aan de debiteur/schuldenaar. (Zie art. 6:75 BW)
3) Schade.
4) Causaal verband tussen de tekortkoming en de schade.
Leidt tot de verplichting voor de schuldenaar de schade (aanvullende en/of vervangende) te
vergoeden.
WANPRESTATIE – JURIDISCH KADER II
TOEREKENING OP GROND VAN SCHULD
Hier is sprake van persoonlijke verwijtbaarheid.
De tekortkoming kan de schuldenaar worden toegerekend omdat hij schuld heeft:
- Hij heeft niet gedaan wat van hem verwacht mocht worden;
- Hij had de tekortkoming kunnen en moeten voorkomen.
Voorbeeld:
Een aannemer levert te laat omdat hij zijn planning slecht heeft gemaakt → dit is zijn eigen schuld,
dus toerekenbaar.
,TOEREKENING OP GROND VAN RISICO (ART. 6:75, 6:76, 6:77 BW)
Ook als er géén schuld is, kan de tekortkoming tóch aan de schuldenaar worden toegerekend, omdat
het voor zijn risico komt.
Er zijn drie manieren waarop dat kan gebeuren:
1) Art. 6:75 BW – Risico op grond van de wet/verkeersopvattingen
Soms bepaalt de wet of de maatschappelijke opvattingen (verkeersopvattingen) dat iets voor risico
van de schuldenaar komt.
Een bekend voorbeeld is het Oerlemans/Driessen-arrest (HR 27 april 2001).
Oerlemans/Driessen:
Een verkoper leverde een product (compost) dat gebrekkig bleek, zonder dat hij dat wist of kon weten.
De Hoge Raad oordeelde: ook al treft de verkoper geen schuld, de tekortkoming komt volgens
verkeersopvattingen toch voor zijn risico, omdat hij als professioneel verkoper verantwoordelijk is voor
de conformiteit van het product.
→ Dus: bij professionele partijen ligt het risico van gebrekkige producten vaak bij de verkoper.
2) Art. 6:76 BW - Hulppersonen
De schuldenaar is aansprakelijk voor fouten van hulppersonen (bijv. personeel of ingeschakelde
derden) alsof het zijn eigen fout is.
→ De risico’s van hulppersonen worden dus aan hem toegerekend.
Voorbeeld:
Een aannemer schakelt een onderaannemer in die slordig werkt. De opdrachtgever kan de aannemer
aanspreken: het gedrag van de onderaannemer wordt aan de aannemer toegerekend.
3) Art. 6:77 BW – Hulpzaken
Ook fouten in zaken die bij de uitvoering van de verbintenis worden gebruikt (machines, materialen,
software, enz.) komen in principe voor risico van de schuldenaar, tenzij dat onredelijk zou zijn.
RECHTSHANDELINGEN: GARANTIES EN EXONERATIES
Partijen kunnen zelf afspraken maken over toerekening van risico’s:
- Garantie: de schuldenaar neemt extra risico op zich → hij garandeert een bepaald resultaat,
ook al ligt de oorzaak buiten zijn schuld.
- Exoneratiebeding: de schuldenaar sluit aansprakelijkheid juist uit → hij beperkt het risico dat
iets aan hem wordt toegerekend.
ONRECHTMATIGE DAAD – BELANG
Wat is de onrechtmatige daad? Fout en risico. Voorafgaand aan de daad was er geen verbintenis. Bij
wanprestatie wel.
SOORTEN ONRECHTMATIGE GEDRAGINGEN
- Inbreuk op een recht;
- Doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht;
- Doen of nalaten in strijd met hetgeen in het maatschappelijk verkeer betaamt.
Wanneer is er sprake van een onrechtmatige daad? Als voldaan is aan de rechtsvoorwaarden van art.
6:162 en 6:163 BW.
, ONRECHTMATIGE DAAD – JURIDISCH KADER
Rechtsvoorwaarden voor een onrechtmatige daad:
1. Onrechtmatige gedraging → Zie lid 2, uitwerking van wat onrechtmatig is;
2. Toerekening van de daad aan de dader/laedens → lid 3 toerekening o.g.v. schuld of risico (wet
dan wel verkeersopvatting);
3. Schade = 6:95 e.v. BW;
4. Causaal verband tussen schade en de daad – art. 9:98 vestiging van de aansprakelijkheid V
omvang van de aansprakelijkheid (conditio sine qua non);
5. Relativiteit art. 6:163 BW.
Rechtsgevolg → De dader is verplicht de schade te vergoeden van de gelaedeerde/’het slachtoffer’.
RECHTSVOORWAARDE 1
Onrechtmatige gedraging → Zie lid 2, uitwerking van wat onrechtmatig is.
1) Inbreuk op een subjectief recht
- Absolute rechten: eigendom, auteursrecht, octrooirecht etc. Bijvoorbeeld: Iemand vernielt
jouw fiets (inbreuk op eigendomsrecht).
- Persoonlijkheidsrechten: eer, goede naam, privacy, lichamelijke integriteit. Bijvoorbeeld:
iemand verspreid leugens over jou op sociale media.
2) Doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht → wet in formele en materiële zin
- Er is een bepaalde wet overtreden, in formele (door wetgever gemaakt) of materiële zin (ook
lagere regelgeving zoals verordeningen). Bijvoorbeeld: een automobilist rijdt door rood licht en
veroorzaakt schade.
3) Doen of nalaten in strijd met de (ongeschreven) maatschappelijke zorgvuldigheid
- Dit is een open norm: je handelt onrechtmatig als je je niet zo gedraagt als in het
maatschappelijk verkeer betaamt.
- Oftewel: je had rekening moeten houden met de belangen van anderen. Denk aan: gevaarlijke
situaties creëren, onzorgvuldig omgaan met andermans spullen, etc.
MAATSCHAPPELIJKE ZORGVULDIGHEID, KELDERLUIK CRITERIA
De invulling van die zorgvuldigheidsnorm is uitgewerkt in:
- HR 5 november 1965, ECLI:NL:HR:1965:AB7079 (Kelderluik)
In dit arrest gaf de Hoge Raad criteria om te bepalen of iemand onzorgvuldig en dus onrechtmatig
heeft gehandeld:
1. Hoe waarschijnlijk is het dat anderen niet de vereiste oplettendheid en voorzichtigheid
betrachten?
2. Hoe groot is de kans dat daardoor ongevallen ontstaan?
3. Hoe ernstig kunnen de gevolgen zijn van zo’n ongeval?
4. Hoe bezwaarlijk is het om veiligheidsmaatregelen te nemen?
De rechter weegt dus de kans op schade en de zwaarte van de gevolgen af tegen de inspanning die
nodig is om het te voorkomen.
In Kelderluik stond een kelderluik open in een snackbar, waardoor iemand naar beneden viel. De Hoge
Raad oordeelde dat de snackbarhouder onzorgvuldig had gehandeld, omdat het eenvoudig te
voorkomen was en de kans op ernstig letsel groot was.
WANPRESTATIE – BELANG
Wanprestatie is een tekortkoming in de nakoming van een verbintenis. Wanprestatie is vaak
gebaseerd op een overeenkomst.
Partij 1 ------ verbintenis -----→ partij 2 (vaak overeenkomst)
1) In het geheel niet;
2) Gedeeltelijk niet;
3) Niet goed/juist gepresteerd
Wanprestatie vs. contract: alle afspraken die je maakt, leiden tot verbintenissen die in een contract
staan.
Wanneer is er sprake van wanprestatie:
- Resultaatsverbintenis;
- Inspanningsverbintenis;
Resultaatsverbintenis is makkelijker aan te tonen.
Tussen partijen geldt contractsvrijheid. Ze kunnen alleen niet in gaan op dwingendrechtelijke
bepalingen.
WANPRESTATIE – JURIDISCH KADER I
Rechtsvoorwaarden:
1) Iedere tekortkoming in de nakoming van een verbintenis.
2) Toerekenbaarheid van de tekortkoming aan de debiteur/schuldenaar. (Zie art. 6:75 BW)
3) Schade.
4) Causaal verband tussen de tekortkoming en de schade.
Leidt tot de verplichting voor de schuldenaar de schade (aanvullende en/of vervangende) te
vergoeden.
WANPRESTATIE – JURIDISCH KADER II
TOEREKENING OP GROND VAN SCHULD
Hier is sprake van persoonlijke verwijtbaarheid.
De tekortkoming kan de schuldenaar worden toegerekend omdat hij schuld heeft:
- Hij heeft niet gedaan wat van hem verwacht mocht worden;
- Hij had de tekortkoming kunnen en moeten voorkomen.
Voorbeeld:
Een aannemer levert te laat omdat hij zijn planning slecht heeft gemaakt → dit is zijn eigen schuld,
dus toerekenbaar.
,TOEREKENING OP GROND VAN RISICO (ART. 6:75, 6:76, 6:77 BW)
Ook als er géén schuld is, kan de tekortkoming tóch aan de schuldenaar worden toegerekend, omdat
het voor zijn risico komt.
Er zijn drie manieren waarop dat kan gebeuren:
1) Art. 6:75 BW – Risico op grond van de wet/verkeersopvattingen
Soms bepaalt de wet of de maatschappelijke opvattingen (verkeersopvattingen) dat iets voor risico
van de schuldenaar komt.
Een bekend voorbeeld is het Oerlemans/Driessen-arrest (HR 27 april 2001).
Oerlemans/Driessen:
Een verkoper leverde een product (compost) dat gebrekkig bleek, zonder dat hij dat wist of kon weten.
De Hoge Raad oordeelde: ook al treft de verkoper geen schuld, de tekortkoming komt volgens
verkeersopvattingen toch voor zijn risico, omdat hij als professioneel verkoper verantwoordelijk is voor
de conformiteit van het product.
→ Dus: bij professionele partijen ligt het risico van gebrekkige producten vaak bij de verkoper.
2) Art. 6:76 BW - Hulppersonen
De schuldenaar is aansprakelijk voor fouten van hulppersonen (bijv. personeel of ingeschakelde
derden) alsof het zijn eigen fout is.
→ De risico’s van hulppersonen worden dus aan hem toegerekend.
Voorbeeld:
Een aannemer schakelt een onderaannemer in die slordig werkt. De opdrachtgever kan de aannemer
aanspreken: het gedrag van de onderaannemer wordt aan de aannemer toegerekend.
3) Art. 6:77 BW – Hulpzaken
Ook fouten in zaken die bij de uitvoering van de verbintenis worden gebruikt (machines, materialen,
software, enz.) komen in principe voor risico van de schuldenaar, tenzij dat onredelijk zou zijn.
RECHTSHANDELINGEN: GARANTIES EN EXONERATIES
Partijen kunnen zelf afspraken maken over toerekening van risico’s:
- Garantie: de schuldenaar neemt extra risico op zich → hij garandeert een bepaald resultaat,
ook al ligt de oorzaak buiten zijn schuld.
- Exoneratiebeding: de schuldenaar sluit aansprakelijkheid juist uit → hij beperkt het risico dat
iets aan hem wordt toegerekend.
ONRECHTMATIGE DAAD – BELANG
Wat is de onrechtmatige daad? Fout en risico. Voorafgaand aan de daad was er geen verbintenis. Bij
wanprestatie wel.
SOORTEN ONRECHTMATIGE GEDRAGINGEN
- Inbreuk op een recht;
- Doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht;
- Doen of nalaten in strijd met hetgeen in het maatschappelijk verkeer betaamt.
Wanneer is er sprake van een onrechtmatige daad? Als voldaan is aan de rechtsvoorwaarden van art.
6:162 en 6:163 BW.
, ONRECHTMATIGE DAAD – JURIDISCH KADER
Rechtsvoorwaarden voor een onrechtmatige daad:
1. Onrechtmatige gedraging → Zie lid 2, uitwerking van wat onrechtmatig is;
2. Toerekening van de daad aan de dader/laedens → lid 3 toerekening o.g.v. schuld of risico (wet
dan wel verkeersopvatting);
3. Schade = 6:95 e.v. BW;
4. Causaal verband tussen schade en de daad – art. 9:98 vestiging van de aansprakelijkheid V
omvang van de aansprakelijkheid (conditio sine qua non);
5. Relativiteit art. 6:163 BW.
Rechtsgevolg → De dader is verplicht de schade te vergoeden van de gelaedeerde/’het slachtoffer’.
RECHTSVOORWAARDE 1
Onrechtmatige gedraging → Zie lid 2, uitwerking van wat onrechtmatig is.
1) Inbreuk op een subjectief recht
- Absolute rechten: eigendom, auteursrecht, octrooirecht etc. Bijvoorbeeld: Iemand vernielt
jouw fiets (inbreuk op eigendomsrecht).
- Persoonlijkheidsrechten: eer, goede naam, privacy, lichamelijke integriteit. Bijvoorbeeld:
iemand verspreid leugens over jou op sociale media.
2) Doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht → wet in formele en materiële zin
- Er is een bepaalde wet overtreden, in formele (door wetgever gemaakt) of materiële zin (ook
lagere regelgeving zoals verordeningen). Bijvoorbeeld: een automobilist rijdt door rood licht en
veroorzaakt schade.
3) Doen of nalaten in strijd met de (ongeschreven) maatschappelijke zorgvuldigheid
- Dit is een open norm: je handelt onrechtmatig als je je niet zo gedraagt als in het
maatschappelijk verkeer betaamt.
- Oftewel: je had rekening moeten houden met de belangen van anderen. Denk aan: gevaarlijke
situaties creëren, onzorgvuldig omgaan met andermans spullen, etc.
MAATSCHAPPELIJKE ZORGVULDIGHEID, KELDERLUIK CRITERIA
De invulling van die zorgvuldigheidsnorm is uitgewerkt in:
- HR 5 november 1965, ECLI:NL:HR:1965:AB7079 (Kelderluik)
In dit arrest gaf de Hoge Raad criteria om te bepalen of iemand onzorgvuldig en dus onrechtmatig
heeft gehandeld:
1. Hoe waarschijnlijk is het dat anderen niet de vereiste oplettendheid en voorzichtigheid
betrachten?
2. Hoe groot is de kans dat daardoor ongevallen ontstaan?
3. Hoe ernstig kunnen de gevolgen zijn van zo’n ongeval?
4. Hoe bezwaarlijk is het om veiligheidsmaatregelen te nemen?
De rechter weegt dus de kans op schade en de zwaarte van de gevolgen af tegen de inspanning die
nodig is om het te voorkomen.
In Kelderluik stond een kelderluik open in een snackbar, waardoor iemand naar beneden viel. De Hoge
Raad oordeelde dat de snackbarhouder onzorgvuldig had gehandeld, omdat het eenvoudig te
voorkomen was en de kans op ernstig letsel groot was.