1 Wat is het immediate type bij een allergische reactie? Kies het juiste antwoord.
1. Een direct optredende reactie
2. Een vertraagd optredende reactie
2 De mestcellen zitten vooral in het bindweefsel. Juist of onjuist?
1. Juist
2. Onjuist
3 Histamine kun je in medicatie krijgen. Juist of onjuist?
1. Juist
2. Onjuist
4 Kies het juiste antwoord. Wat voor type allergie is het type III allergie?
1. Het immediate of anapylactoïde type
2. Het immuuncomplex type
3. Het delayed of late type
4. Het cytotoxische type
5 Werken medicijnen voor H1 receptoren wel of niet bij H2/H3 receptoren?
1. Werken wel
2. Werken niet
6 Wat doen de H1 antagonisten? Kies het juiste antwoord
1. Blokkeren de door histamine opgewerkte verhoogde maagzuursecretie
2. Blokkeren de receptoren van gladde spieren, bronchi en de blaas
7 Wat is hydroxyzine?
1. Hydroxyzine werkt tegen misselijkheid en braken
2. Het is een sterke antihistaminica bij kinderen met hoest
8 Welk van de volgende stellingen is NIET juist. Histamine is belangrijk bij:
1. Het is een neurotransmitter in het centrale zenuwstelsel
2. Histamine speelt een rol in het maag-darmkanaal
3. Het is een functie in het afweersysteem
4. Histamine speelt een belangrijke rol in de nieren
9 Welke stelling is juist:
1. Urticaria ontstaat gaat niet spontaan weg
2. Urticaria kan wel spontaan weg gaan
10 Welke stelling is juist:
1. Bij het eerste contact met een allergeen krijg je nog niet direct een reactie
2. Bij het eerste contact met een allergeen krijg je direct een reactie