Interieur in context B
Inleiding
De geschiedenis van het alledaagse
designgeschiedenis = de opeenvolging van ontwerpen en ontwerpers
doorheen de geschiedenis hebben we vele iconen en idolen gekend, die men prijst voor hun vormelijke en
technische vernieuwingen. vaak lijkt het alsof die hun ontwerpen uit het niks zijn ontstaan en voortkomen
uit slechts de geniale geest van de kunstenaar, architect, vormgever…
in deze cursus zullen we deze iconen opnieuw voorstellen in hun tijd. Aan de hand van een algemeen
tijdsbeeld, een geschiedenis van gebeurtenissen, tendensen en evoluties zien we hoe producten van ons
dagelijks leven soms letterlijk de vorm dragen van datgene wat de bewoners van een bepaalde tijd bezielt.
veranderingen en nieuwe tendensen zijn dus het gevolg van de belevingen en de ervaringen van het
alledaagse.
Designerbaby’s en designerdrugs
het merendeel van de consumenten beschrijft ‘design’ vandaag de dag als ‘moderne gebruiksvoorwerpen’.
Zo insinueren zij dat design een bepaalde stijl behelst. (modern als tegengestelde van traditioneel, klassiek
of kitsch)
het is een fout om aan te nemen dat design een bepaalde stijl is. de stijlkenmerken van ‘moderne design’ in
de jaren zestig zijn namelijk helemaal anders dan de stijlkenmerken van die in de jaren tachtig, bijvoorbeeld.
Wat is design?
We spreken van design, wanneer een product…
1 Ontworpen is met de intentie industrieel vervaardigd te worden
2 Een functionele waarde heeft (reëel of intentioneel)
3 (impact op de geschiedenis)
Waar de designgeschiedenis laten beginnen?
elke geschiedschrijving is subjectief. Een algemene waarheid over het verleden bestaat niet. Elke historicus
zet de geschiedenis op een bepaalde manier naar zijn hand. Uitgaande van de bronnen wordt ons verleden
elke dag door wetenschappers herschreven.
de geschiedenis van het design wordt te vaak gedicht aan dat van de kunstgeschiedenis, terwijl deze van
een totaal andere orde is.
bij kunst hebben we het over cultuur, terwijl het bij design vaak gaat over banale gebruiksvoorwerpen.
een museum is de tempel van de vrije kunsten, terwijl de shoppingmall de tempel is van het design.
daarom beginnen wij de geschiedenis van de dagdagelijkse dingen te beginnen bij de koningin van de
winkels: Crystal Palace
,
,De ruines van de bourgeoisie (1851-188)
= tweede helft 19de eeuw
Industrialisatie
we beginnen onze designgeschiedenis in Engeland. Op dit moment zitten we in de industriële revolutie
Crystal Palace
in 1850 wordt in Londen een Koninklijke Commissie in het leven geroepen met de bedoeling een
grote tentoonstelling te organiseren. Er wordt een prijsvraag uitgeschreven voor het architecturaal
ontwerp, maar geen enkel ontwerp voldoet aan de eisen
Tot Joseph Paxton = tuinbouwkundige & specialist in het bouwen van botanische serres
het ontwerp van Joseph Paxton is zeer populair bij zowel het publiek als de commissie en wordt
gekozen voor de bouw van: the Crystal Palace
THE CRYSTAL PALACE
= het eerste paleis voor de geïndustrialiseerde gebruiksvoorwerpen
= een grote serre, opgetrokken uit glas en staal
deze architectonische typologie: wereldwijd overgenomen voor het huisvesten van shopping
voor de bouw van de eerste grootwarenhuizen: shopping (begin 19de eeuw) in passages/arcades
→ met glas overdekte straten die twee hoofdstraten verbinden
→ staan symbool voor het begin van de consumentencultuur
→ crystal palace = dit concept wordt uitgebreid tot een gigantische glazen tempel
metalen constructie van het Crystal Palace = ingenieuze toepassing van het nieuwe materiaal ijzer
gebruikt voor de aanleg van spoorwegen
E
zeer uitzonderlijk in de tempels van de hoge cultuur:
bibliothèque Sainte Genevieve & Opera Garnier
The Great Exhibition
= de eerste keer dat industrieel vervaardigde producten worden tentoongesteld op één plek
= op dezelfde manier dat kunst in een museum wordt tentoongesteld
sinds het Crystal Palace
E
shopping = een vorm van publiek vermaak en toerisme
een ‘voyeur’ laat zich entertainen en verleiden tussen de nieuwe producten (dit idee is
vandaag de dag nog steeds de basis van shopping)
het verschil tussen shopping en crystal Palace: producten waren niet te koop!
, de tentoonstelling in het Crystal Palace = een keerpunt in de productie van decoratieve ontwerpen
de negentiende eeuw wordt gekenmerkt door neostijlen
maar met de wereldtentoonstelling 1851 ontstaat een algemene consensus:
bij nieuwe industriële producten besteed men te weinig zorg aan de vormgeving
kwantiteit > kwaliteit
De tweede helft van de 19de eeuw staat binnen de avant-garde dan ook in het teken van een zoeken
naar een beter evenwicht tussen economisch rendement en ‘goede smaak’
Hierbij worden twee richingen ingeslagen
de Arts & Crafts beweging (traditie en ambacht)
de voorlopers van de moderne beweging
(Henry Cole, Gottfried Semper Cristopher Dresser)
Time is money
de 19de eeuw = vanuit economisch standpunt gekenmerkt door een veelheid van nieuwe proucten
die industrieel vervaardigd worden
de ingenieur staat symbool voor de nieuwe maatschappij (ambachtsman heeft afgedaan)
creëert product bedenkt machine eindproduct op grote schaal (=wareneconomie)
bv. Isaac Singer wint de hoofdprijs op de wereldexpo in Londen met zijn singer naaimachine
eigenlijk moest de hoofdprijs voor Thimonnier zijn, maar was 2 dagen
te laat op de expo (time is money)
Singer beseft belang van marketing en reclame, maar ook van de vormgeving van het product zelf
hij komt in aanraking met twee problemen:
1 de machine werd in die tijd nog geassocieerd met de fabriek en niet met het huiselijke
→ hij brengt verschillende modellen op de markt die versierd zijn met taferelen die
thuishoren in privé-kamers
de industriële vormgeving wordt aangepast aan naar de decoratieve vormgeving
2 consumenten hebben niet meteen de noodzaak om zelf kledij te maken
→ hij spreekt de lagere sociale klasse aan
→ naaimachine te koop op afbetaling
→ focus op vrouwen als verkoopsargument (vrouwen konden werken)
ook toegepast worden bij de uitvinding van Remington schrijfmachine
(typiste wordt vrouwenberoep, vrouwen klimmen hoger op sociale ladder)
Inleiding
De geschiedenis van het alledaagse
designgeschiedenis = de opeenvolging van ontwerpen en ontwerpers
doorheen de geschiedenis hebben we vele iconen en idolen gekend, die men prijst voor hun vormelijke en
technische vernieuwingen. vaak lijkt het alsof die hun ontwerpen uit het niks zijn ontstaan en voortkomen
uit slechts de geniale geest van de kunstenaar, architect, vormgever…
in deze cursus zullen we deze iconen opnieuw voorstellen in hun tijd. Aan de hand van een algemeen
tijdsbeeld, een geschiedenis van gebeurtenissen, tendensen en evoluties zien we hoe producten van ons
dagelijks leven soms letterlijk de vorm dragen van datgene wat de bewoners van een bepaalde tijd bezielt.
veranderingen en nieuwe tendensen zijn dus het gevolg van de belevingen en de ervaringen van het
alledaagse.
Designerbaby’s en designerdrugs
het merendeel van de consumenten beschrijft ‘design’ vandaag de dag als ‘moderne gebruiksvoorwerpen’.
Zo insinueren zij dat design een bepaalde stijl behelst. (modern als tegengestelde van traditioneel, klassiek
of kitsch)
het is een fout om aan te nemen dat design een bepaalde stijl is. de stijlkenmerken van ‘moderne design’ in
de jaren zestig zijn namelijk helemaal anders dan de stijlkenmerken van die in de jaren tachtig, bijvoorbeeld.
Wat is design?
We spreken van design, wanneer een product…
1 Ontworpen is met de intentie industrieel vervaardigd te worden
2 Een functionele waarde heeft (reëel of intentioneel)
3 (impact op de geschiedenis)
Waar de designgeschiedenis laten beginnen?
elke geschiedschrijving is subjectief. Een algemene waarheid over het verleden bestaat niet. Elke historicus
zet de geschiedenis op een bepaalde manier naar zijn hand. Uitgaande van de bronnen wordt ons verleden
elke dag door wetenschappers herschreven.
de geschiedenis van het design wordt te vaak gedicht aan dat van de kunstgeschiedenis, terwijl deze van
een totaal andere orde is.
bij kunst hebben we het over cultuur, terwijl het bij design vaak gaat over banale gebruiksvoorwerpen.
een museum is de tempel van de vrije kunsten, terwijl de shoppingmall de tempel is van het design.
daarom beginnen wij de geschiedenis van de dagdagelijkse dingen te beginnen bij de koningin van de
winkels: Crystal Palace
,
,De ruines van de bourgeoisie (1851-188)
= tweede helft 19de eeuw
Industrialisatie
we beginnen onze designgeschiedenis in Engeland. Op dit moment zitten we in de industriële revolutie
Crystal Palace
in 1850 wordt in Londen een Koninklijke Commissie in het leven geroepen met de bedoeling een
grote tentoonstelling te organiseren. Er wordt een prijsvraag uitgeschreven voor het architecturaal
ontwerp, maar geen enkel ontwerp voldoet aan de eisen
Tot Joseph Paxton = tuinbouwkundige & specialist in het bouwen van botanische serres
het ontwerp van Joseph Paxton is zeer populair bij zowel het publiek als de commissie en wordt
gekozen voor de bouw van: the Crystal Palace
THE CRYSTAL PALACE
= het eerste paleis voor de geïndustrialiseerde gebruiksvoorwerpen
= een grote serre, opgetrokken uit glas en staal
deze architectonische typologie: wereldwijd overgenomen voor het huisvesten van shopping
voor de bouw van de eerste grootwarenhuizen: shopping (begin 19de eeuw) in passages/arcades
→ met glas overdekte straten die twee hoofdstraten verbinden
→ staan symbool voor het begin van de consumentencultuur
→ crystal palace = dit concept wordt uitgebreid tot een gigantische glazen tempel
metalen constructie van het Crystal Palace = ingenieuze toepassing van het nieuwe materiaal ijzer
gebruikt voor de aanleg van spoorwegen
E
zeer uitzonderlijk in de tempels van de hoge cultuur:
bibliothèque Sainte Genevieve & Opera Garnier
The Great Exhibition
= de eerste keer dat industrieel vervaardigde producten worden tentoongesteld op één plek
= op dezelfde manier dat kunst in een museum wordt tentoongesteld
sinds het Crystal Palace
E
shopping = een vorm van publiek vermaak en toerisme
een ‘voyeur’ laat zich entertainen en verleiden tussen de nieuwe producten (dit idee is
vandaag de dag nog steeds de basis van shopping)
het verschil tussen shopping en crystal Palace: producten waren niet te koop!
, de tentoonstelling in het Crystal Palace = een keerpunt in de productie van decoratieve ontwerpen
de negentiende eeuw wordt gekenmerkt door neostijlen
maar met de wereldtentoonstelling 1851 ontstaat een algemene consensus:
bij nieuwe industriële producten besteed men te weinig zorg aan de vormgeving
kwantiteit > kwaliteit
De tweede helft van de 19de eeuw staat binnen de avant-garde dan ook in het teken van een zoeken
naar een beter evenwicht tussen economisch rendement en ‘goede smaak’
Hierbij worden twee richingen ingeslagen
de Arts & Crafts beweging (traditie en ambacht)
de voorlopers van de moderne beweging
(Henry Cole, Gottfried Semper Cristopher Dresser)
Time is money
de 19de eeuw = vanuit economisch standpunt gekenmerkt door een veelheid van nieuwe proucten
die industrieel vervaardigd worden
de ingenieur staat symbool voor de nieuwe maatschappij (ambachtsman heeft afgedaan)
creëert product bedenkt machine eindproduct op grote schaal (=wareneconomie)
bv. Isaac Singer wint de hoofdprijs op de wereldexpo in Londen met zijn singer naaimachine
eigenlijk moest de hoofdprijs voor Thimonnier zijn, maar was 2 dagen
te laat op de expo (time is money)
Singer beseft belang van marketing en reclame, maar ook van de vormgeving van het product zelf
hij komt in aanraking met twee problemen:
1 de machine werd in die tijd nog geassocieerd met de fabriek en niet met het huiselijke
→ hij brengt verschillende modellen op de markt die versierd zijn met taferelen die
thuishoren in privé-kamers
de industriële vormgeving wordt aangepast aan naar de decoratieve vormgeving
2 consumenten hebben niet meteen de noodzaak om zelf kledij te maken
→ hij spreekt de lagere sociale klasse aan
→ naaimachine te koop op afbetaling
→ focus op vrouwen als verkoopsargument (vrouwen konden werken)
ook toegepast worden bij de uitvinding van Remington schrijfmachine
(typiste wordt vrouwenberoep, vrouwen klimmen hoger op sociale ladder)