1
Burgerlijk Proces- en Insolventierecht – S. Yalniz
Literatuur: hoofdlijnen 158-162, 163-165, 211-216,218-219, 227-237
Aard en functie
In alle spoedeisende zaken waarin een onmiddellijke voorziening van de rechter wordt vereist,
kan men een kort geding voeren voor de ‘voorzieningenrechter’
o Enkelvoudige kamer van de rechtbank
kort geding is een korte, informele procedure van een geheel ander karakter dan de gewone
(bodem)procedure.
o Beslissing in een kort geding is een voorziening bij voorraad of voorlopige maatregel
o niet gericht op een definitieve beslechting van een rechtsstrijd
o Artikel 254 tot en met 259 Rv is van toepassing op het kort geding.
Bevoegdheid
De voor de rechtbanken geldende regels van relatieve competentie zijn voor het kort geding
van overeenkomstige toepassing.
De voorzieningenrecht in het arrondissement is tevens bevoegd in kort geding, waar de
onmiddellijke voorziening wordt vereist.
Doel is te voorkomen dat partijen schade lijden als gevolg van de lange termijnen waarmee
internationale procedures vaak zijn gemoeid.
In kantonzaken is ook de kantonrechter bevoegd tot het geven van een voorziening bij
voorraad, waarbij de bepalingen over de voorzieningenrechter op de kantonrechter van
toepassing zijn. (artikel 254 lid 5 Rv)
Drie wezenlijke kenmerken van het kortgeding:
- De zaak moet spoedeisend zijn
- De te geven beslissing is een voorziening bij voorraad (het geen wil zeggen dat deze een
voorlopige karakter draagt)
- Bij de beoordeling of een onmiddellijke voorziening bij voorraad wordt vereist en zo ja van
welke inhoud, dient te worden gelet op de belangen van partijen.
Taken van de rechter is de rechtsprekende taak en de belangen van partijen tegen elkaar af te
wegen
Burgerlijk Proces- en Insolventierecht – S. Yalniz
Literatuur: hoofdlijnen 158-162, 163-165, 211-216,218-219, 227-237
Aard en functie
In alle spoedeisende zaken waarin een onmiddellijke voorziening van de rechter wordt vereist,
kan men een kort geding voeren voor de ‘voorzieningenrechter’
o Enkelvoudige kamer van de rechtbank
kort geding is een korte, informele procedure van een geheel ander karakter dan de gewone
(bodem)procedure.
o Beslissing in een kort geding is een voorziening bij voorraad of voorlopige maatregel
o niet gericht op een definitieve beslechting van een rechtsstrijd
o Artikel 254 tot en met 259 Rv is van toepassing op het kort geding.
Bevoegdheid
De voor de rechtbanken geldende regels van relatieve competentie zijn voor het kort geding
van overeenkomstige toepassing.
De voorzieningenrecht in het arrondissement is tevens bevoegd in kort geding, waar de
onmiddellijke voorziening wordt vereist.
Doel is te voorkomen dat partijen schade lijden als gevolg van de lange termijnen waarmee
internationale procedures vaak zijn gemoeid.
In kantonzaken is ook de kantonrechter bevoegd tot het geven van een voorziening bij
voorraad, waarbij de bepalingen over de voorzieningenrechter op de kantonrechter van
toepassing zijn. (artikel 254 lid 5 Rv)
Drie wezenlijke kenmerken van het kortgeding:
- De zaak moet spoedeisend zijn
- De te geven beslissing is een voorziening bij voorraad (het geen wil zeggen dat deze een
voorlopige karakter draagt)
- Bij de beoordeling of een onmiddellijke voorziening bij voorraad wordt vereist en zo ja van
welke inhoud, dient te worden gelet op de belangen van partijen.
Taken van de rechter is de rechtsprekende taak en de belangen van partijen tegen elkaar af te
wegen