Hoorcolleges fortho + recht
Hoorcollege 1 (04-09-2025)
Er zijn normen opgenomen in de beroepscode opgesteld. Deze normen komen vanuit de normen en
waarden zoals dat de orthopedagogen belangrijk vinden voor de praktisering van hun werk.
Deze normen zijn beschreven vanuit de nvo, maar orthopedagogen die in het veld werken, zullen ze
hoe dan ook hanteren, ook al zijn ze geen lid van de nvo.
Beroepscode een normenstelsel voor een beroepsgroep en kenmerkt:
- Verzameling open normen, richtsnoer en toetssteen voor het professionele handelen
- Grote rol voor oordelen en verantwoorden vanuit professionele autonomie
- Verbindend voor wie lid beroepsvereniging is en/of geregistreerd is
- Eventuele koppeling aan verenigingstuchtrecht
Onderdeel van het werk als professional is ook de professionele autonomie. Dat betekent dat je als
professional verantwoordelijk bent voor wat goed is om te doen als professional en de ruimte benut
om een oordeel te komen en daarnaar te handelen.
Strafrecht is niet de juiste manier om de kwaliteit van het handelen in de jeugdzorg te bekritiseren.
Daarom is het tuchtrecht bedacht. Daaronder valt de norm van verantwoordelijke werktoedeling.
Beroepsethiek kun je op twee manieren opvatten:
- Body of rules: een set aan regels
o Regels en richtlijnen die door de leden van een beroepsgroep als leidend voor de
morele kwaliteit van de beroepsuitoefening worden gezien
o Beroepscode, consensus over good practice, uitspraken tuchtrechter
- Practice: een leidraad en manier van werken
o Beroepsnormen herkennen en benoemen en ook gestructureerd toepassen
o In de professionele relatie, in mdo, bij intervisie en in collegiaal overleg
Beroepsethiek als wetenschap is ook nog een manier van denken over beroepsethiek.
Drie domeinen waarin moraal ontstaat:
1. Privédomein
2. Professioneel domein
3. Publieke domein
Professionele standaard:
De beroepscode van de betreffende beroepsgroep bestaat uit:
- De kennis en vaardigheden horen bij het beroep en de functie
- Wet- en regelgeving
- Richtlijnen
- Good practice en evidence based standaarden en protocollen van de beroepsgroep
- Consensus, standpunten, adviezen en handreikingen van de beroepsgroep
- Jurisprudentie uitspraken van rechters
Een aantal belangrijke pijlers van de beroepsethiek:
- Weldoen en leed vermijden
- Geen schade toebrengen
- Respect voor autonomie
- Rechtvaardigheid in de zin van ‘ieder het zijne’
- Integriteit (doen wat je zegt en zegt wat je doet, maar ook grenzen van je eigen
professionaliteit kennen)
- Deskundigheid
, - Vertrouwelijkheid
- Verantwoording
Voorbeelden van bovenstaande terug te vinden op de slides
Fundamentele beginselen onderscheiden vier beginselen als fundamenteel voor ethiek van de zorg:
- Respect voor autonomie/zelfbeschikking
- Weldoen (beneficence)
- Niet schaden (non-maleficence)
- Rechtvaardigheid (justice)
Je hebt ruimte om wanneer je met jongere onder de 16 werkt, ervoor te kiezen om de gedeelde
informatie niet met ouders te delen. Alleen als dit in het belang is van het kind. Dit staat in de
jeugdwet beschreven. In essentie moet je dit namelijk wel doen, maar na goede afweging hoeft het
niet.
Stappen wanneer er conflicterende belangen zijn in een lastige casus:
1. Wie zijn de betrokkenen in de casus?
Wat zijn de relevante feiten en gebeurtenissen?
Welke juridische relaties hebben de betrokkenen met elkaar?
Mind map betrokkenen en hun onderlinge relaties in trefwoorden:
o Ouders, gezag, wettelijk vertegenwoordiger, cliënt, leeftijd, juridische en feitelijke
bekwaamheid, pleegouds, hulpverleners, politie etc. Etc.
2. Welke (ethische) waarden verdienen bescherming bij de betrokkenen? Wat hebben zij te
verliezen bij jouw beslissing?
Welke morele aanspraken hebben de betrokkenen jegens elkaar en jegens jou?
Welke beroepsethische uitgangspunten en regels zijn van toepassing en strijden om
voorrang in de onderlinge relatie van de betrokkenen?
3. Objectiveer de casus
Doe dat aan de hand van de vraag: zou een redelijk handelend en redelijk bekwame
beroepsgenoot tot dezelfde analyse en bevindingen of vermoedens komen?
4. Is er een beroepsethisch dilemma of is het een complexe casus?
Subsidiariteitscriterium: onderzoek altijd eerst of er een andere en minder ingrijpende
oplossing is.
Als er geen aanvaardbare voorkeursuitweg is, dan is het een dilemma
Welke juridische en/of ethische plichten botsen en strijden om voorrang?
5. Toets je handelingsopties aan proportionaliteit en effectiviteit, ook de alternatieve oplossing
die je voornemens bent om te kiezen
Proportionaliteit staan de gevolgen van de voorgenomen oplossing/keuze in redelijke
verhouding tot het beoogde doel?
Effectiviteit zal de voorgenomen uitweg het beoogde doel bewerkstelligen?
6. Collegiaal consult
7. Dossiervorming
8. Neem alles nog 1 keer door en zet op een rij
9. Transparantie
10. Reflecteer
Hoorcollege 2 (11-09-2025)
, Deel 1, de strafrechtketen:
Het kabinet schoof heeft in het hoofdlijnenakkoord een aantal afspraken gemaakt m.b.t. Het
jeugdstrafrecht. Onder andere: jeugdstrafrecht aanscherpen door verhogen maximale straffen, als het
adolescentenstrafrecht wordt toegepast bij meerderjarigen dan moet dat uitgebreider worden
gemotiveerd en meer mogelijkheden om ouders verantwoordelijk te houden voor schade die kinderen
aanrichten.
Jeugdstrafrecht:
- Naast de algemene doelen van het strafrecht is opvoeding van de jeugdige een belangrijke
doel
- Daarom een afwijkend jeugdstrafrechtproces en aparte sancties met lagere strafmaxima
- Nl heeft al meer dan 100 jaar een apart jeugdsanctiestelsel
- Internationaal ligt belang van opvoeding vast in internationaal verdrag inzake rechten van het
kind
Tot 12 jaar: geen strafrecht
12-18 jaar: jeugdstrafrecht
Vanaf 18 jaar: volwassenen
Later ingevoerd: adolescentenstrafrecht. Dit is geen nieuwe vorm van strafrecht maar meer
mogelijkheden om bij het straffen van adolescenten (16-23 jaar) rekening te houden met de
ontwikkelingsleeftijd van de jongere.
Kenmerk jeugdstrafrecht: persoonsgerichte benadering. Dus kijken: wie heb ik voor me en hoe werk
dit persoon?
Je hebt hoofdstraffen, bijkomende straffen en maatregelen.
Hoofdstraffen:
- Jeugddetentie
- Taakstraf
- Geldboete
Bijkomende straffen:
- Verbeurdverklaring inname van goederen of geld (eigendom van persoon gaat naar
overheid)
Maatregelen:
- Pij
- Gedrag beïnvloedende maatregel
- Schadevergoeding
Voorwaardelijke straffen/maatregelen:
- Voorwaardelijke veroordeling gen algemene en bijzondere voorwaarden
- Voorwaardelijk sepot: om-afdoening en halt-afdoening
- Voorlopige hechtenis en algemene en bijzondere voorwaarden (bij schorsing)
Er zijn verschillende maximale sancties en straftoemetingen afhankelijk van de straf:
- Halt max 20 uur
- Werk- of leerstraf max 200 uur, maar gecombineerd max 240 uur
- Geldboete max 5150 euro
- Leertraject als voorwaarde bij schorsing max 120 uur
- Bijzondere voorwaarden voorwaardelijke veroordeling is max 6 maanden
- Gedrag beïnvloedende maatregel 6 maanden tot 1 jaar met max 1 jaar verlengen
- Jeugddetentie tot 16 jaar is max 1 jaar
- Jeugddetentie vanaf 16 jaar max 2 jaar
- Pij: 2 jaar, max 4 jaar bij gebruik geweld, max 6 jaar bij ziekelijke stoornis +1 jaar
voorwaardelijk. Kan elke keer wel of niet met max 2 jaar worden verlengd. Kan na 7 jaar
worden omgezet naar een tbs. De tbs kan tot in de oneindigheid worden blijven verlengd.
Verschillende organisaties die in de jeugdstrafrechtketen opereren en hun taken:
Hoorcollege 1 (04-09-2025)
Er zijn normen opgenomen in de beroepscode opgesteld. Deze normen komen vanuit de normen en
waarden zoals dat de orthopedagogen belangrijk vinden voor de praktisering van hun werk.
Deze normen zijn beschreven vanuit de nvo, maar orthopedagogen die in het veld werken, zullen ze
hoe dan ook hanteren, ook al zijn ze geen lid van de nvo.
Beroepscode een normenstelsel voor een beroepsgroep en kenmerkt:
- Verzameling open normen, richtsnoer en toetssteen voor het professionele handelen
- Grote rol voor oordelen en verantwoorden vanuit professionele autonomie
- Verbindend voor wie lid beroepsvereniging is en/of geregistreerd is
- Eventuele koppeling aan verenigingstuchtrecht
Onderdeel van het werk als professional is ook de professionele autonomie. Dat betekent dat je als
professional verantwoordelijk bent voor wat goed is om te doen als professional en de ruimte benut
om een oordeel te komen en daarnaar te handelen.
Strafrecht is niet de juiste manier om de kwaliteit van het handelen in de jeugdzorg te bekritiseren.
Daarom is het tuchtrecht bedacht. Daaronder valt de norm van verantwoordelijke werktoedeling.
Beroepsethiek kun je op twee manieren opvatten:
- Body of rules: een set aan regels
o Regels en richtlijnen die door de leden van een beroepsgroep als leidend voor de
morele kwaliteit van de beroepsuitoefening worden gezien
o Beroepscode, consensus over good practice, uitspraken tuchtrechter
- Practice: een leidraad en manier van werken
o Beroepsnormen herkennen en benoemen en ook gestructureerd toepassen
o In de professionele relatie, in mdo, bij intervisie en in collegiaal overleg
Beroepsethiek als wetenschap is ook nog een manier van denken over beroepsethiek.
Drie domeinen waarin moraal ontstaat:
1. Privédomein
2. Professioneel domein
3. Publieke domein
Professionele standaard:
De beroepscode van de betreffende beroepsgroep bestaat uit:
- De kennis en vaardigheden horen bij het beroep en de functie
- Wet- en regelgeving
- Richtlijnen
- Good practice en evidence based standaarden en protocollen van de beroepsgroep
- Consensus, standpunten, adviezen en handreikingen van de beroepsgroep
- Jurisprudentie uitspraken van rechters
Een aantal belangrijke pijlers van de beroepsethiek:
- Weldoen en leed vermijden
- Geen schade toebrengen
- Respect voor autonomie
- Rechtvaardigheid in de zin van ‘ieder het zijne’
- Integriteit (doen wat je zegt en zegt wat je doet, maar ook grenzen van je eigen
professionaliteit kennen)
- Deskundigheid
, - Vertrouwelijkheid
- Verantwoording
Voorbeelden van bovenstaande terug te vinden op de slides
Fundamentele beginselen onderscheiden vier beginselen als fundamenteel voor ethiek van de zorg:
- Respect voor autonomie/zelfbeschikking
- Weldoen (beneficence)
- Niet schaden (non-maleficence)
- Rechtvaardigheid (justice)
Je hebt ruimte om wanneer je met jongere onder de 16 werkt, ervoor te kiezen om de gedeelde
informatie niet met ouders te delen. Alleen als dit in het belang is van het kind. Dit staat in de
jeugdwet beschreven. In essentie moet je dit namelijk wel doen, maar na goede afweging hoeft het
niet.
Stappen wanneer er conflicterende belangen zijn in een lastige casus:
1. Wie zijn de betrokkenen in de casus?
Wat zijn de relevante feiten en gebeurtenissen?
Welke juridische relaties hebben de betrokkenen met elkaar?
Mind map betrokkenen en hun onderlinge relaties in trefwoorden:
o Ouders, gezag, wettelijk vertegenwoordiger, cliënt, leeftijd, juridische en feitelijke
bekwaamheid, pleegouds, hulpverleners, politie etc. Etc.
2. Welke (ethische) waarden verdienen bescherming bij de betrokkenen? Wat hebben zij te
verliezen bij jouw beslissing?
Welke morele aanspraken hebben de betrokkenen jegens elkaar en jegens jou?
Welke beroepsethische uitgangspunten en regels zijn van toepassing en strijden om
voorrang in de onderlinge relatie van de betrokkenen?
3. Objectiveer de casus
Doe dat aan de hand van de vraag: zou een redelijk handelend en redelijk bekwame
beroepsgenoot tot dezelfde analyse en bevindingen of vermoedens komen?
4. Is er een beroepsethisch dilemma of is het een complexe casus?
Subsidiariteitscriterium: onderzoek altijd eerst of er een andere en minder ingrijpende
oplossing is.
Als er geen aanvaardbare voorkeursuitweg is, dan is het een dilemma
Welke juridische en/of ethische plichten botsen en strijden om voorrang?
5. Toets je handelingsopties aan proportionaliteit en effectiviteit, ook de alternatieve oplossing
die je voornemens bent om te kiezen
Proportionaliteit staan de gevolgen van de voorgenomen oplossing/keuze in redelijke
verhouding tot het beoogde doel?
Effectiviteit zal de voorgenomen uitweg het beoogde doel bewerkstelligen?
6. Collegiaal consult
7. Dossiervorming
8. Neem alles nog 1 keer door en zet op een rij
9. Transparantie
10. Reflecteer
Hoorcollege 2 (11-09-2025)
, Deel 1, de strafrechtketen:
Het kabinet schoof heeft in het hoofdlijnenakkoord een aantal afspraken gemaakt m.b.t. Het
jeugdstrafrecht. Onder andere: jeugdstrafrecht aanscherpen door verhogen maximale straffen, als het
adolescentenstrafrecht wordt toegepast bij meerderjarigen dan moet dat uitgebreider worden
gemotiveerd en meer mogelijkheden om ouders verantwoordelijk te houden voor schade die kinderen
aanrichten.
Jeugdstrafrecht:
- Naast de algemene doelen van het strafrecht is opvoeding van de jeugdige een belangrijke
doel
- Daarom een afwijkend jeugdstrafrechtproces en aparte sancties met lagere strafmaxima
- Nl heeft al meer dan 100 jaar een apart jeugdsanctiestelsel
- Internationaal ligt belang van opvoeding vast in internationaal verdrag inzake rechten van het
kind
Tot 12 jaar: geen strafrecht
12-18 jaar: jeugdstrafrecht
Vanaf 18 jaar: volwassenen
Later ingevoerd: adolescentenstrafrecht. Dit is geen nieuwe vorm van strafrecht maar meer
mogelijkheden om bij het straffen van adolescenten (16-23 jaar) rekening te houden met de
ontwikkelingsleeftijd van de jongere.
Kenmerk jeugdstrafrecht: persoonsgerichte benadering. Dus kijken: wie heb ik voor me en hoe werk
dit persoon?
Je hebt hoofdstraffen, bijkomende straffen en maatregelen.
Hoofdstraffen:
- Jeugddetentie
- Taakstraf
- Geldboete
Bijkomende straffen:
- Verbeurdverklaring inname van goederen of geld (eigendom van persoon gaat naar
overheid)
Maatregelen:
- Pij
- Gedrag beïnvloedende maatregel
- Schadevergoeding
Voorwaardelijke straffen/maatregelen:
- Voorwaardelijke veroordeling gen algemene en bijzondere voorwaarden
- Voorwaardelijk sepot: om-afdoening en halt-afdoening
- Voorlopige hechtenis en algemene en bijzondere voorwaarden (bij schorsing)
Er zijn verschillende maximale sancties en straftoemetingen afhankelijk van de straf:
- Halt max 20 uur
- Werk- of leerstraf max 200 uur, maar gecombineerd max 240 uur
- Geldboete max 5150 euro
- Leertraject als voorwaarde bij schorsing max 120 uur
- Bijzondere voorwaarden voorwaardelijke veroordeling is max 6 maanden
- Gedrag beïnvloedende maatregel 6 maanden tot 1 jaar met max 1 jaar verlengen
- Jeugddetentie tot 16 jaar is max 1 jaar
- Jeugddetentie vanaf 16 jaar max 2 jaar
- Pij: 2 jaar, max 4 jaar bij gebruik geweld, max 6 jaar bij ziekelijke stoornis +1 jaar
voorwaardelijk. Kan elke keer wel of niet met max 2 jaar worden verlengd. Kan na 7 jaar
worden omgezet naar een tbs. De tbs kan tot in de oneindigheid worden blijven verlengd.
Verschillende organisaties die in de jeugdstrafrechtketen opereren en hun taken: