Kennistoets syllabus
Kennistoets syllabus 1
Syllabus Forensisch onderzoek 2
Hoofdstuk 1 Doel en geschiedenis van Forensisch onderzoek 2
Hoofdstuk 2 Fotografie 6
Hoofdstuk 3 Bloed 11
NFI Bloedspoorpatroononderzoek 11
Les over Bloed 14
Hoofdstuk 4 Werktuigsporen 17
Hoofdstuk 5 Dactyloscopie (vingersporenonderzoek) 21
Hoofdstuk 6 Schoensporen 28
Artikelen schoensporen 30
Footwear Marks van L. Hammer 30
H11 Pattern Evidence | Footwear Impression 33
Syllabus schoen- en banden theorie ( alleen schoen) 37
Bandensporen 43
Oefententamen ChatGPT 2 (met goede vraagstelling) 48
ChatGPT tentamen (adhv aantekeningen) 50
,Syllabus Forensisch onderzoek
Hoofdstuk 1 Doel en geschiedenis van Forensisch onderzoek
“correct uitvoeren en maximaal benutten van forensische technieken ter begeleiding van het
natuurwetenschappelijk onderzoek ten behoeve van de rechtspleging.”
Doel van forensisch onderzoek = waarheidsvinding
Verschillende soorten samenhangen:
- Bron niveau ( x is wel/niet bron van het gevonden materiaal)
- Activiteitenniveau ( x heeft activiteit begaan)
- Delictniveau ( x heeft misdrijf gepleegd)
FO’er mag geen uitspraken doen op delictniveau, alleen de rechter
Individualisatie = gevonden spoor leidt naar één unieke en individuele oorsprong
Identificatie = spoor kan een onderdeel zijn van een groep met gemeenschappelijke
kenmerken
Edmond Locard (1877 – 1966)
- “every contact leaves a trace”
Paul Kirk (1920 – 1970)
- Fysiek materiaal op PD kan niet verkeerd / fout zijn
- Fysiek materiaal op PD kan zichzelf niet tegenspreken
- Fysiek materiaal op PD kan niet geheel afwezig zijn
- Interpretatie kan wél verkeerd zijn
- Menselijke falen kan ervoor zorgen dat bewijsmateriaal niet gevonden kan worden
Overdracht van sporen door middel van contact
- Direct ( primair ), dit kan eenzijdig of tweezijdig zijn
- Indirect (secundair)
,Het onderzoek op de PD maakt onderdeel uit van de forensisch keten.
Uit een primair plaats delict (locatie van de eerste handelingen) kunnen secundaire plaatsen
delict ontstaan.
PD’s kunnen verdeelt worden als volgt:
- Standaard PD (inbraken, diefstal uit auto)
- Maatwerk PD (overval, zeden)
- Maatwerk + PD (moord, doodslag)
- Calamiteiten PD (rampen)
Deze verdeling is gebaseerd op het soort delict, de complexiteit van de PD en het
sporenbeeld
Het uitvoeren van een sporenonderzoek vindt plaats volgens het 4-fasen model
- Oriëntatiefase
Onderzoeker probeert relevante informatie te verzamelen, rekening houdend met
tunnelvisie ( eerste rondgang )
- Voorbereidingsfase
Alle verzamelde informatie leidt tot het vormen van een onderzoeksplan. Meerdere
scenario’s ( met delict gerelateerde sporen) worden opgesteld.
Falsificeren = bewijsmateriaal ondersteunt scenario niet
Verifiëren = bewijsmateriaal ondersteunt scenario wel
- Uitvoerende fase
Onderzoekt zoekt sporen en stelt ze veilig ( tweede rondgang). Sporendragers (bron)
moeten soms ook in zijn geheel veiliggesteld worden. Deze worden achtergelaten
door sporendonor.
Sporen:
- Indruk of afdruk door iets of iemand
- Blijk van vroegere aanwezigheid dat een persoon of zaak nalaat of vertoont
- Zeer kleine, niet in % uit te drukken hoeveelheid van een bestanddeel.
, Opsporingsonderzoek:
“Sporen zijn objecten of situaties die met het feit te maken hebben, die zintuiglijk
waarneembaar of waarneembaar te maken zijn en van nut kunnen zijn bij de opsporing
vervolging en berechting”
- Afrondende fase
Nieuwe scenario´s kunnen opgesteld worden aan de hand van de gevonden sporen.
Het PD wordt nog een keer rondgelopen ( laatste rondgang)
De FO’er zal zijn resultaten analyseren en er kritisch naar kijken. Het is belangrijk om
de sporen te interpreteren in de context van de zaak. De forensisch keten wordt
afgesloten door middel van een rapportage. Dit is bij de politie met een
proces-verbaal van bevindingen en bij een onderzoekslab een deskundigenverslag.
Bewijswaarde van sporen
Het voorkomen van contaminatie is erg belangrijk binnen het forensisch onderzoek.
Contaminatie = besmetten van een spoor / stuk van overtuiging (SVO) met een ander
materiaal
- In dezelfde zak verpakt / dezelfde tafel onderzocht
- Door onvoorzichtig of onbeschermd werken
besmet met eigen materiaal
- Sporen vernietigen door de manier waarop je
ermee omgaat, of verkeerde werkwijze
Door contaminatie kunnen sporen niet meer bruikbaar zijn.
Daarom zijn voor het veiligstellen, verpakken,
onderzoeken en bewaren van SVO’s strikte FO-normen
opgesteld, oftewel kwaliteitsborging. Werken via dit
systeem zorgt ervoor dat het bewijs in de rechtbank
betrouwbaar is.
Bewijs dient vanaf het moment dat het wordt veiliggesteld tot de rechtbank gevolgd te
kunnen worden, dit kan door de historie te documenteren. Oftewel door de Chain of Custody
en de Chain of Evidence.
Integriteit van het bewijsmateriaal = zonder twijfel aantonen dat het gevonden spoor op PD
ook echt het spoor in de rechtbank is.
Chain of Custody = wie op welk moment het SVO in het bezit had
Chain of Evidence = wat er met het SVO is gebeurd ( door wie en wanneer) en waar het
SVO is.
- Logformulieren op PD / lab
- Digitale sporenvolgsysteem
SIN nummer ( spoor identificatie nummer ) zitten op SIN-stickers, en bevatten een
elektronische barcode en een digitale chip. Sporen krijgen op het PD meteen al een SIN,
zodat men ze meteen kunt invoeren in sporenlijsten en het LSV-systeem (landelijk sporen
volgsysteem).
Kennistoets syllabus 1
Syllabus Forensisch onderzoek 2
Hoofdstuk 1 Doel en geschiedenis van Forensisch onderzoek 2
Hoofdstuk 2 Fotografie 6
Hoofdstuk 3 Bloed 11
NFI Bloedspoorpatroononderzoek 11
Les over Bloed 14
Hoofdstuk 4 Werktuigsporen 17
Hoofdstuk 5 Dactyloscopie (vingersporenonderzoek) 21
Hoofdstuk 6 Schoensporen 28
Artikelen schoensporen 30
Footwear Marks van L. Hammer 30
H11 Pattern Evidence | Footwear Impression 33
Syllabus schoen- en banden theorie ( alleen schoen) 37
Bandensporen 43
Oefententamen ChatGPT 2 (met goede vraagstelling) 48
ChatGPT tentamen (adhv aantekeningen) 50
,Syllabus Forensisch onderzoek
Hoofdstuk 1 Doel en geschiedenis van Forensisch onderzoek
“correct uitvoeren en maximaal benutten van forensische technieken ter begeleiding van het
natuurwetenschappelijk onderzoek ten behoeve van de rechtspleging.”
Doel van forensisch onderzoek = waarheidsvinding
Verschillende soorten samenhangen:
- Bron niveau ( x is wel/niet bron van het gevonden materiaal)
- Activiteitenniveau ( x heeft activiteit begaan)
- Delictniveau ( x heeft misdrijf gepleegd)
FO’er mag geen uitspraken doen op delictniveau, alleen de rechter
Individualisatie = gevonden spoor leidt naar één unieke en individuele oorsprong
Identificatie = spoor kan een onderdeel zijn van een groep met gemeenschappelijke
kenmerken
Edmond Locard (1877 – 1966)
- “every contact leaves a trace”
Paul Kirk (1920 – 1970)
- Fysiek materiaal op PD kan niet verkeerd / fout zijn
- Fysiek materiaal op PD kan zichzelf niet tegenspreken
- Fysiek materiaal op PD kan niet geheel afwezig zijn
- Interpretatie kan wél verkeerd zijn
- Menselijke falen kan ervoor zorgen dat bewijsmateriaal niet gevonden kan worden
Overdracht van sporen door middel van contact
- Direct ( primair ), dit kan eenzijdig of tweezijdig zijn
- Indirect (secundair)
,Het onderzoek op de PD maakt onderdeel uit van de forensisch keten.
Uit een primair plaats delict (locatie van de eerste handelingen) kunnen secundaire plaatsen
delict ontstaan.
PD’s kunnen verdeelt worden als volgt:
- Standaard PD (inbraken, diefstal uit auto)
- Maatwerk PD (overval, zeden)
- Maatwerk + PD (moord, doodslag)
- Calamiteiten PD (rampen)
Deze verdeling is gebaseerd op het soort delict, de complexiteit van de PD en het
sporenbeeld
Het uitvoeren van een sporenonderzoek vindt plaats volgens het 4-fasen model
- Oriëntatiefase
Onderzoeker probeert relevante informatie te verzamelen, rekening houdend met
tunnelvisie ( eerste rondgang )
- Voorbereidingsfase
Alle verzamelde informatie leidt tot het vormen van een onderzoeksplan. Meerdere
scenario’s ( met delict gerelateerde sporen) worden opgesteld.
Falsificeren = bewijsmateriaal ondersteunt scenario niet
Verifiëren = bewijsmateriaal ondersteunt scenario wel
- Uitvoerende fase
Onderzoekt zoekt sporen en stelt ze veilig ( tweede rondgang). Sporendragers (bron)
moeten soms ook in zijn geheel veiliggesteld worden. Deze worden achtergelaten
door sporendonor.
Sporen:
- Indruk of afdruk door iets of iemand
- Blijk van vroegere aanwezigheid dat een persoon of zaak nalaat of vertoont
- Zeer kleine, niet in % uit te drukken hoeveelheid van een bestanddeel.
, Opsporingsonderzoek:
“Sporen zijn objecten of situaties die met het feit te maken hebben, die zintuiglijk
waarneembaar of waarneembaar te maken zijn en van nut kunnen zijn bij de opsporing
vervolging en berechting”
- Afrondende fase
Nieuwe scenario´s kunnen opgesteld worden aan de hand van de gevonden sporen.
Het PD wordt nog een keer rondgelopen ( laatste rondgang)
De FO’er zal zijn resultaten analyseren en er kritisch naar kijken. Het is belangrijk om
de sporen te interpreteren in de context van de zaak. De forensisch keten wordt
afgesloten door middel van een rapportage. Dit is bij de politie met een
proces-verbaal van bevindingen en bij een onderzoekslab een deskundigenverslag.
Bewijswaarde van sporen
Het voorkomen van contaminatie is erg belangrijk binnen het forensisch onderzoek.
Contaminatie = besmetten van een spoor / stuk van overtuiging (SVO) met een ander
materiaal
- In dezelfde zak verpakt / dezelfde tafel onderzocht
- Door onvoorzichtig of onbeschermd werken
besmet met eigen materiaal
- Sporen vernietigen door de manier waarop je
ermee omgaat, of verkeerde werkwijze
Door contaminatie kunnen sporen niet meer bruikbaar zijn.
Daarom zijn voor het veiligstellen, verpakken,
onderzoeken en bewaren van SVO’s strikte FO-normen
opgesteld, oftewel kwaliteitsborging. Werken via dit
systeem zorgt ervoor dat het bewijs in de rechtbank
betrouwbaar is.
Bewijs dient vanaf het moment dat het wordt veiliggesteld tot de rechtbank gevolgd te
kunnen worden, dit kan door de historie te documenteren. Oftewel door de Chain of Custody
en de Chain of Evidence.
Integriteit van het bewijsmateriaal = zonder twijfel aantonen dat het gevonden spoor op PD
ook echt het spoor in de rechtbank is.
Chain of Custody = wie op welk moment het SVO in het bezit had
Chain of Evidence = wat er met het SVO is gebeurd ( door wie en wanneer) en waar het
SVO is.
- Logformulieren op PD / lab
- Digitale sporenvolgsysteem
SIN nummer ( spoor identificatie nummer ) zitten op SIN-stickers, en bevatten een
elektronische barcode en een digitale chip. Sporen krijgen op het PD meteen al een SIN,
zodat men ze meteen kunt invoeren in sporenlijsten en het LSV-systeem (landelijk sporen
volgsysteem).
