Samenvatting Perspectieven op Recht
Week 1
- Normatief: wat recht zou moeten zijn met een waardeoordeel
- Empirische: Het recht zoals het is, feitelijkheden vaststellen vanuit een
zintuigelijke waarneming
- Conceptuele vragen: Een bepaald begrip definiëren (Wat is het recht?)
- Interpretatieve vraag: toepassen van een begrip in het recht.
Artikel= landkaartje van Rechtsvragen
Type rechtsvragen:
- Descriptief: Alle uitspraken die een beschrijving geven over hoe dingen
zijn is een constatering: gaat zelf niet over wat goed of fout is
- Normatief: alle uitspraken over hoe dingen zouden moeten zijn er wordt
hierbij een waardeoordeel gegeven: bepaalde normen voorgeschreven.
Het rechtsstaatprincipe (artikel)
1. Rechtsstaatprincipe volgens Tamanaha: westerse systemen zijn een
formele legaliteit als een man op machtsuitoefening die gekoppeld is
aan democratie, rechtvaardigheid en gelijkheid
2. Rechtsstaatprincipe volgens Ronald Janse: Rule of law is veranderd naar
een Rule of men en is afhankelijk van cultuur
De staat kan dus niet rechtmatig beperkt worden door juridische
middelen, het moet zichzelf binden aan het rechtsstaatprincipe
Is effectief wanneer er een verandering is in de fundamenten van de
grondwet of een oprichting van een systeem van checks and balances
Elaine Mak en haar artikel over het onderwijs
- Hoe wordt je weerbaar tegen het vallen van de rechtsstaat?--> dit kunnen
we tegengaan om onderwijs te geven, dit biedt bescherming
- Rule of law blijft uiteindelijk een rule of men
- 3 hoofddoelen:
1. Kwalificatie: verwerving van juridische en maatschappelijke kennis,
vaardigheden en professionele vaardigheden. zoals de T-Shaped
jurist
2. Socialisatie: kwaliteit van de professionele omgeving zoals culturele
acclimatisatie
3. Persoonsvorming: professionele identiteit hier ontwikkeld, je krijgt een
moreel kompas. professionele ethiek
De T-Shaped Lawyer:
- Vereist discipline en bredere kennis
- Diepgaande kennis van het geldende recht
- Conflict hanterend
- Responsief recht: reageren op maatschappelijke conflicten en actualiteiten
, Week 2
- Rechtsvindingstheorieën: denkprocessen waar elke rechter doorheen moet
gaan om tot een beslissing te komen
- Conceptuele dimensie: wat houdt rechterlijke oordeelsvorming
noodzakelijkerwijs in?
- Normatieve dimensie: Hoe dienen rechters in concrete gevallen tot een
oordeel te komen, en hoe zou dit moeten zijn?
Aan elke rechtsvindingstheorie zit een rechtsbegrip ten grondslag
- Rechtstheorie rechtsvindingstheorie (bestaat uit de 3 stromingen:
natuurrecht, rechtsrealisme en rechtspositivisme?
- Wat is recht? wat doet de rechter en wat hoort hij te doen?
Rechtsvindingstheorie van H.L.A Hart rechtspositivisme = recht als
systeem van regels
- Recht erkend door bevoegde rechtsautoriteiten
- Scheiding recht en moraal
- Rechtsvinding is een regelgeleide praktijk
- Secundaire regels: handhavingsregels, veranderingsregels,
herkenningsregels
- Primaire regels: hogere morele waarde, regels die je moet opvolgen (zoals:
je mag niet doden)
Rechter dient het positieve recht toe te passen
1. Door het feit dat er rechters/ regels zijn is het bewijs dat secundaire
regels bestaan
2. Primaire regels zijn te vinden door de toepassing van het recht en
rechtsgevolgen voor primaire regels moet erkend worden voordat
het als recht beschouwd kan worden
Er zijn grensgevallen voor toepassing primaire regels door lacunes/
onduidelijkheden in het recht door de volgende gevallen:
1. Open textuur onduidelijke taal (zoals het voorbeeld open park
verboden voor auto’s, vallen alle soorten auto’s hier dan onder?)
2. Onwetendheid feiten
3. Onbepaaldheid van doelen
- Discretie: keuzemogelijkheid rechter grensgeval wel of niet aannemen. =
rechterlijke discretie houdt in dat recht geen gesloten systeem is, want
bevat soms lacunes (gaten) in de wet die de rechter zelf moet opvullen.
Rechtsvindingstheorie Llewellyn rechtsrealisme =
- Recht als sociale praktijk
- Rechtsregels zijn behulpzame constructies
- Rechter dient sociaal wenselijke beslissingen te nemen
- Rechter is ultiem vrij elk geval is een grensgeval
Week 1
- Normatief: wat recht zou moeten zijn met een waardeoordeel
- Empirische: Het recht zoals het is, feitelijkheden vaststellen vanuit een
zintuigelijke waarneming
- Conceptuele vragen: Een bepaald begrip definiëren (Wat is het recht?)
- Interpretatieve vraag: toepassen van een begrip in het recht.
Artikel= landkaartje van Rechtsvragen
Type rechtsvragen:
- Descriptief: Alle uitspraken die een beschrijving geven over hoe dingen
zijn is een constatering: gaat zelf niet over wat goed of fout is
- Normatief: alle uitspraken over hoe dingen zouden moeten zijn er wordt
hierbij een waardeoordeel gegeven: bepaalde normen voorgeschreven.
Het rechtsstaatprincipe (artikel)
1. Rechtsstaatprincipe volgens Tamanaha: westerse systemen zijn een
formele legaliteit als een man op machtsuitoefening die gekoppeld is
aan democratie, rechtvaardigheid en gelijkheid
2. Rechtsstaatprincipe volgens Ronald Janse: Rule of law is veranderd naar
een Rule of men en is afhankelijk van cultuur
De staat kan dus niet rechtmatig beperkt worden door juridische
middelen, het moet zichzelf binden aan het rechtsstaatprincipe
Is effectief wanneer er een verandering is in de fundamenten van de
grondwet of een oprichting van een systeem van checks and balances
Elaine Mak en haar artikel over het onderwijs
- Hoe wordt je weerbaar tegen het vallen van de rechtsstaat?--> dit kunnen
we tegengaan om onderwijs te geven, dit biedt bescherming
- Rule of law blijft uiteindelijk een rule of men
- 3 hoofddoelen:
1. Kwalificatie: verwerving van juridische en maatschappelijke kennis,
vaardigheden en professionele vaardigheden. zoals de T-Shaped
jurist
2. Socialisatie: kwaliteit van de professionele omgeving zoals culturele
acclimatisatie
3. Persoonsvorming: professionele identiteit hier ontwikkeld, je krijgt een
moreel kompas. professionele ethiek
De T-Shaped Lawyer:
- Vereist discipline en bredere kennis
- Diepgaande kennis van het geldende recht
- Conflict hanterend
- Responsief recht: reageren op maatschappelijke conflicten en actualiteiten
, Week 2
- Rechtsvindingstheorieën: denkprocessen waar elke rechter doorheen moet
gaan om tot een beslissing te komen
- Conceptuele dimensie: wat houdt rechterlijke oordeelsvorming
noodzakelijkerwijs in?
- Normatieve dimensie: Hoe dienen rechters in concrete gevallen tot een
oordeel te komen, en hoe zou dit moeten zijn?
Aan elke rechtsvindingstheorie zit een rechtsbegrip ten grondslag
- Rechtstheorie rechtsvindingstheorie (bestaat uit de 3 stromingen:
natuurrecht, rechtsrealisme en rechtspositivisme?
- Wat is recht? wat doet de rechter en wat hoort hij te doen?
Rechtsvindingstheorie van H.L.A Hart rechtspositivisme = recht als
systeem van regels
- Recht erkend door bevoegde rechtsautoriteiten
- Scheiding recht en moraal
- Rechtsvinding is een regelgeleide praktijk
- Secundaire regels: handhavingsregels, veranderingsregels,
herkenningsregels
- Primaire regels: hogere morele waarde, regels die je moet opvolgen (zoals:
je mag niet doden)
Rechter dient het positieve recht toe te passen
1. Door het feit dat er rechters/ regels zijn is het bewijs dat secundaire
regels bestaan
2. Primaire regels zijn te vinden door de toepassing van het recht en
rechtsgevolgen voor primaire regels moet erkend worden voordat
het als recht beschouwd kan worden
Er zijn grensgevallen voor toepassing primaire regels door lacunes/
onduidelijkheden in het recht door de volgende gevallen:
1. Open textuur onduidelijke taal (zoals het voorbeeld open park
verboden voor auto’s, vallen alle soorten auto’s hier dan onder?)
2. Onwetendheid feiten
3. Onbepaaldheid van doelen
- Discretie: keuzemogelijkheid rechter grensgeval wel of niet aannemen. =
rechterlijke discretie houdt in dat recht geen gesloten systeem is, want
bevat soms lacunes (gaten) in de wet die de rechter zelf moet opvullen.
Rechtsvindingstheorie Llewellyn rechtsrealisme =
- Recht als sociale praktijk
- Rechtsregels zijn behulpzame constructies
- Rechter dient sociaal wenselijke beslissingen te nemen
- Rechter is ultiem vrij elk geval is een grensgeval