Instituten, Sociale Netwerken en Technologie
HC 1 “De wereld van online- en offlinenetwerken”
Sociaal netwerk = een verzameling van ties (verbindingen) tussen nodes (elementen) van
een eenheid. SK is een netwerk van relaties tussen mensen dat samenwerking/informatie-
uitwisseling en instrumentale uitkomsten mogelijk maakt
- Het zijn vaan complexe systemen
- Een sociaal systeem laat ons zien hoe nodes zijn verbonden met andere nodes
- LET OP: SK is géén uitkomst maar helpt om bij een uitkomst te komen
SK --> hulpbronnen --> uitkomsten
Sociaal kapitaal
Waarom heet sociaal kapitaal, kapitaal?
Omdat het de waarde van sociale relaties benadrukt
Omdat je investeert in relaties om er later of ooit iets uit te halen
Omdat je het kans zien als vervanger van financieel kapitaal (VB: goede buren die als
oppas kunnen dienen als het ooit nodig is)
Micro-niveau = vriendschap
Meso-niveau = concurrentie
Macro-niveau = aanhangers (van een milieuorganisatie)
Hoe breng je ‘Sociaal Kapitaal’ in kaart? Door de dichtheid te meten (=density)
Density:
- Formule = (N*(N-1))/2
OPLETTEN of er pijlen staan, als de tie géén pijl bevat is het een undirected tie dus
dan schrijf je 1x op (Alice-Bob). Als de tie een pijl bevat schrijf je op waar die heen
gaat
Undirected tie = Alice – Bob = Alice – Bob
Directed tie = Alice --> Bob = Alice – Bob
Directed tie = Alice <--> Bob = Alice – Bob & Bob – Alice
- Bij een undirected tie wordt de formule door 2 gedeeld omdat je niet weet welke
kant hij op gaat
- De density = het aantal gerealiseerde ties/maximaal mogelijke ties
Stap 1: het aantal gerealiseerde ties
= het aantal ties dat je telt
Onthoudt dat je de pijlen telt en een dubbele pijl is dus 2
Stap 2: de maximaal mogelijk aantal ties
N2-N(/2 --> alleen bij een undirected tie)
N = nodes
Voorbeeld ------------------------------------------------------->
Stap 1: het aantal gerealiseerde ties = 11
Stap 2: de maximaal mogelijk aantal ties = N2-N
- N = aantal nodes is: 7
N2-N = 7 in het kwadraat = 49 -7 = 42
- Hoeft niet te delen door 2 want ze zijn gericht (directed)
Stap 3: density bereken
Het aantal gerealiseerde ties/max aantal mogelijke ties
,11/42 = 0,26
Bij een hoge vorm van density (dichtheid) ontstaan hechte netwerken
- Deze zijn solidair
- Deze netwerken worden vaak gebruikt om een collectief doel te bereiken
Bij een lage vorm van density (density) ontstaat een los verbonden netwerk
- Waarin creativiteit en vrijheid hoog staan
Onderscheid tussen een Micro, Meso en Macro-niveau netwerk
Micro-niveau netwerk = een individueel (ego) + persoonlijk netwerk met connecties
- Een persoonlijk netwerk maakt dingen mogelijk door middel van hulpbronnen
Meso-niveau netwerk = een netwerk van een gehele groep mensen
- VB: een dispuut, hockeyteam of collega’s
- LET OP: een meso-netwerk kan leiden tot polarisatie
Macro-niveau netwerk = een geheel van een netwerk
- VB: het hele netwerk van een land
- In een macro-netwerk kunnen globale veranderingen (zoals digitalisering) het hele
netwerk raken
Micro = eigen netwerk
Meso = het netwerk van je vriendengroep
Macro = landelijk niveau
Het belang van netwerkposities
Nicolas Christakes wilde d.m.v. netwerkposities proberen een griepepidemie te voorspellen.
Zijn onderzoek heette dan ook “How social networks predict epidemics”
Key-point:
- De centraliteit van je positie in een netwerk kan voorspellen hoe snel jij besmet zal
raken met de griep
- VB: als je aan de rand van een netwerk staat, heb je minder kans om besmet te raken
Christakes beoogt dat er 3 vormen van centraliteit zijn
1. Degree-centrality = meet hoe belangrijk een
node is in een netwerk door te kijken hoeveel
directe verbindingen het heeft
2. Closeness-centrality = meet hoe dicht een node
bij alle andere nodes in het netwerk staat
Hoe korter de afstand hoe centraler
3. Betweenness-centrality = meet hoevaak een
node fungeert als brug/doorgang in een netwerk
Hoe vaker de node fungeert als brug
(doorgeven van informatie) hoe belangrijker
deze knoop is
Maar hoe meet je de centrale nodes op?
Door bijvoorbeeld te kijken naar de vriendschap paradox
De vriendschap paradox houdt in dat jouw vrienden gemiddeld meer vrienden hebben dan
jij. Mensen met veel connecties worden sneller genoemd als je vraagt naar wie je vrienden
zijn
- Deze mensen hebben een hoge vorm van centraliteit
, Er zijn 3 mechanismen die uitleg geven waarom mensen netwerken opbouwen &
verbindingen aangaan
A) Homophiliy
= de neiging om alleen connecties aan te gaan met gelijkgestemde mensen
Mensen met dezelfde: leeftijd, ras, huiskleur, geloof
Homophily is het tegenovergestelde van “the opposite attracks”
B) Sociale beinvloeding (induction)
= het proces waarbij gedragingen, attitues en ideeën zich verspreiden in een netwerk
doordat men elkaar beïnvloed
- Sociale beïnvloeding kan verklaren hoe trends snel door een netwerk kunnen
verspreiden
- Na de tot stand koming van een relatie heb je ook wederzijdse beïnvloeding
waardoor je nog meer op elkaar gaat lijken
C) Ontmoetingsplekken (confounding)
= werkplekken, sportscholen, studentenverenigingen
Van Tubergen (2020) H7: Networks
- Vriendschapsparadox
- Persoonlijke netwerken
- Netwerk dichtheid & transiviteit
Transiviteit = als persoon A afscheidelijk bevriend is met persoon B en C. dan is
de kans groot dat B & C ook bevriend zijn
Small-world network (Millgram)
Deze theorie stelt dat 2 willekeurige mensen slecht 5 of 6 hand schudden van
elkaar verwijdert zijn
- Dit komt door clusterende netwerken
Clusterende netwerken = netwerken die vaak in
gemeenschappen georganiseerd zijn, die dus sterk met elkaar
onderling verbonden zijn
Er zijn ook zwakke banden (community-bridging ties) die
fungeren als bruggen tussen deze gemeenschappen-netwerken
Loss of Community (verlies van de gemeenschap)
Deze theorie stelt dat mensen in moderne samenlevingen minder hechte
sociale banden hebben dan vroeger. Dat komt vooral door:
- Urbanisatie: mensen wonen in grote steden waar ze elkaar minder
goed kennen
- Mobilisatie: mensen verhuizen vaker en leven minder lang op dezelfde plek
- Technologie: communicatie verloopt vaker via schermen dan in persoon
De netwerken zijn hierdoor minder hecht
Tubbergen legt uit dat het begrijpen van netwerken essentieel is voor het analyseren van
sociale processen:
- Zoals hoe trends zich ontwikkelen
- Of hoe sociale ongelijkheid ontstaat
HC 1 “De wereld van online- en offlinenetwerken”
Sociaal netwerk = een verzameling van ties (verbindingen) tussen nodes (elementen) van
een eenheid. SK is een netwerk van relaties tussen mensen dat samenwerking/informatie-
uitwisseling en instrumentale uitkomsten mogelijk maakt
- Het zijn vaan complexe systemen
- Een sociaal systeem laat ons zien hoe nodes zijn verbonden met andere nodes
- LET OP: SK is géén uitkomst maar helpt om bij een uitkomst te komen
SK --> hulpbronnen --> uitkomsten
Sociaal kapitaal
Waarom heet sociaal kapitaal, kapitaal?
Omdat het de waarde van sociale relaties benadrukt
Omdat je investeert in relaties om er later of ooit iets uit te halen
Omdat je het kans zien als vervanger van financieel kapitaal (VB: goede buren die als
oppas kunnen dienen als het ooit nodig is)
Micro-niveau = vriendschap
Meso-niveau = concurrentie
Macro-niveau = aanhangers (van een milieuorganisatie)
Hoe breng je ‘Sociaal Kapitaal’ in kaart? Door de dichtheid te meten (=density)
Density:
- Formule = (N*(N-1))/2
OPLETTEN of er pijlen staan, als de tie géén pijl bevat is het een undirected tie dus
dan schrijf je 1x op (Alice-Bob). Als de tie een pijl bevat schrijf je op waar die heen
gaat
Undirected tie = Alice – Bob = Alice – Bob
Directed tie = Alice --> Bob = Alice – Bob
Directed tie = Alice <--> Bob = Alice – Bob & Bob – Alice
- Bij een undirected tie wordt de formule door 2 gedeeld omdat je niet weet welke
kant hij op gaat
- De density = het aantal gerealiseerde ties/maximaal mogelijke ties
Stap 1: het aantal gerealiseerde ties
= het aantal ties dat je telt
Onthoudt dat je de pijlen telt en een dubbele pijl is dus 2
Stap 2: de maximaal mogelijk aantal ties
N2-N(/2 --> alleen bij een undirected tie)
N = nodes
Voorbeeld ------------------------------------------------------->
Stap 1: het aantal gerealiseerde ties = 11
Stap 2: de maximaal mogelijk aantal ties = N2-N
- N = aantal nodes is: 7
N2-N = 7 in het kwadraat = 49 -7 = 42
- Hoeft niet te delen door 2 want ze zijn gericht (directed)
Stap 3: density bereken
Het aantal gerealiseerde ties/max aantal mogelijke ties
,11/42 = 0,26
Bij een hoge vorm van density (dichtheid) ontstaan hechte netwerken
- Deze zijn solidair
- Deze netwerken worden vaak gebruikt om een collectief doel te bereiken
Bij een lage vorm van density (density) ontstaat een los verbonden netwerk
- Waarin creativiteit en vrijheid hoog staan
Onderscheid tussen een Micro, Meso en Macro-niveau netwerk
Micro-niveau netwerk = een individueel (ego) + persoonlijk netwerk met connecties
- Een persoonlijk netwerk maakt dingen mogelijk door middel van hulpbronnen
Meso-niveau netwerk = een netwerk van een gehele groep mensen
- VB: een dispuut, hockeyteam of collega’s
- LET OP: een meso-netwerk kan leiden tot polarisatie
Macro-niveau netwerk = een geheel van een netwerk
- VB: het hele netwerk van een land
- In een macro-netwerk kunnen globale veranderingen (zoals digitalisering) het hele
netwerk raken
Micro = eigen netwerk
Meso = het netwerk van je vriendengroep
Macro = landelijk niveau
Het belang van netwerkposities
Nicolas Christakes wilde d.m.v. netwerkposities proberen een griepepidemie te voorspellen.
Zijn onderzoek heette dan ook “How social networks predict epidemics”
Key-point:
- De centraliteit van je positie in een netwerk kan voorspellen hoe snel jij besmet zal
raken met de griep
- VB: als je aan de rand van een netwerk staat, heb je minder kans om besmet te raken
Christakes beoogt dat er 3 vormen van centraliteit zijn
1. Degree-centrality = meet hoe belangrijk een
node is in een netwerk door te kijken hoeveel
directe verbindingen het heeft
2. Closeness-centrality = meet hoe dicht een node
bij alle andere nodes in het netwerk staat
Hoe korter de afstand hoe centraler
3. Betweenness-centrality = meet hoevaak een
node fungeert als brug/doorgang in een netwerk
Hoe vaker de node fungeert als brug
(doorgeven van informatie) hoe belangrijker
deze knoop is
Maar hoe meet je de centrale nodes op?
Door bijvoorbeeld te kijken naar de vriendschap paradox
De vriendschap paradox houdt in dat jouw vrienden gemiddeld meer vrienden hebben dan
jij. Mensen met veel connecties worden sneller genoemd als je vraagt naar wie je vrienden
zijn
- Deze mensen hebben een hoge vorm van centraliteit
, Er zijn 3 mechanismen die uitleg geven waarom mensen netwerken opbouwen &
verbindingen aangaan
A) Homophiliy
= de neiging om alleen connecties aan te gaan met gelijkgestemde mensen
Mensen met dezelfde: leeftijd, ras, huiskleur, geloof
Homophily is het tegenovergestelde van “the opposite attracks”
B) Sociale beinvloeding (induction)
= het proces waarbij gedragingen, attitues en ideeën zich verspreiden in een netwerk
doordat men elkaar beïnvloed
- Sociale beïnvloeding kan verklaren hoe trends snel door een netwerk kunnen
verspreiden
- Na de tot stand koming van een relatie heb je ook wederzijdse beïnvloeding
waardoor je nog meer op elkaar gaat lijken
C) Ontmoetingsplekken (confounding)
= werkplekken, sportscholen, studentenverenigingen
Van Tubergen (2020) H7: Networks
- Vriendschapsparadox
- Persoonlijke netwerken
- Netwerk dichtheid & transiviteit
Transiviteit = als persoon A afscheidelijk bevriend is met persoon B en C. dan is
de kans groot dat B & C ook bevriend zijn
Small-world network (Millgram)
Deze theorie stelt dat 2 willekeurige mensen slecht 5 of 6 hand schudden van
elkaar verwijdert zijn
- Dit komt door clusterende netwerken
Clusterende netwerken = netwerken die vaak in
gemeenschappen georganiseerd zijn, die dus sterk met elkaar
onderling verbonden zijn
Er zijn ook zwakke banden (community-bridging ties) die
fungeren als bruggen tussen deze gemeenschappen-netwerken
Loss of Community (verlies van de gemeenschap)
Deze theorie stelt dat mensen in moderne samenlevingen minder hechte
sociale banden hebben dan vroeger. Dat komt vooral door:
- Urbanisatie: mensen wonen in grote steden waar ze elkaar minder
goed kennen
- Mobilisatie: mensen verhuizen vaker en leven minder lang op dezelfde plek
- Technologie: communicatie verloopt vaker via schermen dan in persoon
De netwerken zijn hierdoor minder hecht
Tubbergen legt uit dat het begrijpen van netwerken essentieel is voor het analyseren van
sociale processen:
- Zoals hoe trends zich ontwikkelen
- Of hoe sociale ongelijkheid ontstaat