Financiële gezondheid organisatie
Inleiding
Alle stakeholders (=iemand die een belang heeft in de onderneming) van
een bedrijf hebben er belang bij te weten of het bedrijf financieel gezond is
De financiële stakeholders
Leveranciers om betalingsrisico in te schatten
Kredietverleners om te zien of bedrijf in staat is om op tijd lening te af betalen
Werknemers om te weten of hun job veilig is, gaan ze genoeg betaald kunnen
worden
Aandeelhouders hun winst heeft invloed op de waarde van aandelen
Media artikel over iets dat opvallend is op jaarrekening
Winst = omzet – kosten
Omzet = P (prijs) * Q (hoeveelheid)
Soorten ondernemingen
Industriële onderneming Handelsonderneming Diensteneconomie
Vervaardigt zelf Zoals de NV Torfs Doet enkel en
goederen en kopt en verkoopt alleen aan
halfafgewerkte goederen zonder dienstverlening
producten uit ze zelf te bewerken Hier spelen ook de
grondstoffen Dit kan gepaard personeelskosten
Er is een fysiek zijn met en de ontastbare of
productieproces dienstverlening immateriële activa
aanwezig met zoals transport of zoals goodwill en
voorraden en dienst na verkoop licenties dan weer
machines Hier spelen de een relatief grotere
minder risico in personeelskosten rol
wanneer er en de ontastbare of
voldoende immateriële activa
tastbare of zoals goodwill of
materiële activa licenties dan weer
een relatief grotere
rol
, Primaire sector: landbouw, Secundaire sector: industrie, Tertiaire sector: diensten
(Quartaire sector: non-profit)
Identificatie en groottecriteria
Indeling van de ondernemingen volgens groottecriteria
Zeer kleine 1. Microvennoot- 2. Kleine vennootschappen 3. Grote vennootschappen
ondernemingen zonder schappen (MIC) (VKT) (VOL)
neerleggingsverplichting
(geen vennootschappen)
= zelfstandige activiteiten Vennootschappen die Niet meer dan één van de Andere dan zeer kleine
geen zeer kleine volgende voorwaarden ondernemingen die 2 of 3
Natuurlijke personen die
ondernemingen zijn en overschrijden:
handelaar zijn
die geen moeder- of drempelwaarden voor
Vennootschappen 50 personeelsleden
dochteronderneming zijn kleine vennootschappen
waarvan de vennoten gemiddeld per jaar
onbeperkt aansprakelijk die niet meer dan één in FTE overschrijden, ofwel
zijn: van de volgende 9 000 000,00 EUR beursgenoteerd zijn.
drempels overschrijden: jaaromzet, exclusief
Vennootschap onder
BTW
firma (VOF) 10 personeelsleden 4 500 000,00 EUR
Gewone gemiddeld per jaar balanstotaal.
commanditaire in FTE
vennootschappen 700 000,00 EUR
De coöperatieve jaaromzet, exclusief
vennootschap met BTW
onbeperkte 350 000,00 EUR
aansprakelijkheid balanstotaal.
Landbouwvennootschap-
pen, ziekenhuizen,
scholen,… onder
voorwaarden.
De onderdelen van de jaarrekening
De jaarrekening bestaat uit 4 delen:
De balans met de bezittingen en de financieringsmiddelen
overzichtelijke staat die de vermogensmiddelen (activa) en de vermogensbronnen
(passiva) van de onderneming op de einddatum van het boekjaar weergeeft.
, De resultatenrekening met de opbrengsten en de kosten
een overzicht van de kosten en opbrengsten van een onderneming gedurende een
boekjaar, vergelijkbaar met een "film" van de financiële prestaties. wordt na een jaar
verdeeld: een deel blijft in de onderneming en wordt als intern financieringsmiddel op
de balans opgenomen
1. Bedrijfsresultaten: kosten en opbrengsten uit de kernactiviteiten (zoals
verkoop, personeel, investeringen).
2. Financiële resultaten: resultaten uit financiële activiteiten (zoals beleggingen,
rente, koersverschillen).
3. Belastingen op de winst: de fiscale afdracht gebaseerd op de behaalde
winst
Bedrijfsopbrengsten - Bedrijfskosten = Bedrijfswinst
+ Financiële opbrengsten - Financiële kosten = Winst vóór belastingen
- Belastingen = Nettoresultaat van het boekjaar.
De toelichting
bevat aanvullende informatie om de gegevens van de balans en
de resultatenrekening juist te kunnen interpreteren. Zij bevat uitleg over het
vermogen, de financiële positie en het resultaat
De sociale balans
bevat gegevens over de samenstelling, de opleiding en de evolutie van het
personeelsbestand en van het interim-personeel
, Termijnen voor afschrijvingen
Kantoor en gebouwen = 33 jaar
Industriële gebouwen = 20 jaar
Meubilair en machines = 10 jaar
Rollend materieel = 5 jaar
Klein materieel = 3 jaar
Bezittingen = Eigen vermogen + Schulden
Activa = Passiva
Inleiding
Alle stakeholders (=iemand die een belang heeft in de onderneming) van
een bedrijf hebben er belang bij te weten of het bedrijf financieel gezond is
De financiële stakeholders
Leveranciers om betalingsrisico in te schatten
Kredietverleners om te zien of bedrijf in staat is om op tijd lening te af betalen
Werknemers om te weten of hun job veilig is, gaan ze genoeg betaald kunnen
worden
Aandeelhouders hun winst heeft invloed op de waarde van aandelen
Media artikel over iets dat opvallend is op jaarrekening
Winst = omzet – kosten
Omzet = P (prijs) * Q (hoeveelheid)
Soorten ondernemingen
Industriële onderneming Handelsonderneming Diensteneconomie
Vervaardigt zelf Zoals de NV Torfs Doet enkel en
goederen en kopt en verkoopt alleen aan
halfafgewerkte goederen zonder dienstverlening
producten uit ze zelf te bewerken Hier spelen ook de
grondstoffen Dit kan gepaard personeelskosten
Er is een fysiek zijn met en de ontastbare of
productieproces dienstverlening immateriële activa
aanwezig met zoals transport of zoals goodwill en
voorraden en dienst na verkoop licenties dan weer
machines Hier spelen de een relatief grotere
minder risico in personeelskosten rol
wanneer er en de ontastbare of
voldoende immateriële activa
tastbare of zoals goodwill of
materiële activa licenties dan weer
een relatief grotere
rol
, Primaire sector: landbouw, Secundaire sector: industrie, Tertiaire sector: diensten
(Quartaire sector: non-profit)
Identificatie en groottecriteria
Indeling van de ondernemingen volgens groottecriteria
Zeer kleine 1. Microvennoot- 2. Kleine vennootschappen 3. Grote vennootschappen
ondernemingen zonder schappen (MIC) (VKT) (VOL)
neerleggingsverplichting
(geen vennootschappen)
= zelfstandige activiteiten Vennootschappen die Niet meer dan één van de Andere dan zeer kleine
geen zeer kleine volgende voorwaarden ondernemingen die 2 of 3
Natuurlijke personen die
ondernemingen zijn en overschrijden:
handelaar zijn
die geen moeder- of drempelwaarden voor
Vennootschappen 50 personeelsleden
dochteronderneming zijn kleine vennootschappen
waarvan de vennoten gemiddeld per jaar
onbeperkt aansprakelijk die niet meer dan één in FTE overschrijden, ofwel
zijn: van de volgende 9 000 000,00 EUR beursgenoteerd zijn.
drempels overschrijden: jaaromzet, exclusief
Vennootschap onder
BTW
firma (VOF) 10 personeelsleden 4 500 000,00 EUR
Gewone gemiddeld per jaar balanstotaal.
commanditaire in FTE
vennootschappen 700 000,00 EUR
De coöperatieve jaaromzet, exclusief
vennootschap met BTW
onbeperkte 350 000,00 EUR
aansprakelijkheid balanstotaal.
Landbouwvennootschap-
pen, ziekenhuizen,
scholen,… onder
voorwaarden.
De onderdelen van de jaarrekening
De jaarrekening bestaat uit 4 delen:
De balans met de bezittingen en de financieringsmiddelen
overzichtelijke staat die de vermogensmiddelen (activa) en de vermogensbronnen
(passiva) van de onderneming op de einddatum van het boekjaar weergeeft.
, De resultatenrekening met de opbrengsten en de kosten
een overzicht van de kosten en opbrengsten van een onderneming gedurende een
boekjaar, vergelijkbaar met een "film" van de financiële prestaties. wordt na een jaar
verdeeld: een deel blijft in de onderneming en wordt als intern financieringsmiddel op
de balans opgenomen
1. Bedrijfsresultaten: kosten en opbrengsten uit de kernactiviteiten (zoals
verkoop, personeel, investeringen).
2. Financiële resultaten: resultaten uit financiële activiteiten (zoals beleggingen,
rente, koersverschillen).
3. Belastingen op de winst: de fiscale afdracht gebaseerd op de behaalde
winst
Bedrijfsopbrengsten - Bedrijfskosten = Bedrijfswinst
+ Financiële opbrengsten - Financiële kosten = Winst vóór belastingen
- Belastingen = Nettoresultaat van het boekjaar.
De toelichting
bevat aanvullende informatie om de gegevens van de balans en
de resultatenrekening juist te kunnen interpreteren. Zij bevat uitleg over het
vermogen, de financiële positie en het resultaat
De sociale balans
bevat gegevens over de samenstelling, de opleiding en de evolutie van het
personeelsbestand en van het interim-personeel
, Termijnen voor afschrijvingen
Kantoor en gebouwen = 33 jaar
Industriële gebouwen = 20 jaar
Meubilair en machines = 10 jaar
Rollend materieel = 5 jaar
Klein materieel = 3 jaar
Bezittingen = Eigen vermogen + Schulden
Activa = Passiva