Hoorcollege 1
Wat is een curriculum?
Inhoud: wat moeten leerlingen leren.
Leerdoelen: waarom moeten ze dat leren.
Didactiek en pedagogiek: hoe moeten ze dat leren?
Cultures of curriculum
Een curriculum wordt beschouwd als een cultuur.
Cultuur = geschiedenis, normen en waarden.
Cultuur ontstaat in interactie.
Holistisch perspectief op curriculum.
Curriculum als veelzijdig concept
Joseph Preface:
Vraagtekens zetten bij onze eigen aannames en praktijken.
Dat wat impliciet is expliciet maken door het stellen van kritische
vragen.
Theorieën over curriculum helpen hierbij!
Curriculum is veelzijdig
Elliot Eisner (1985):
o Expliciet curriculum:
Wat sterk is binnen een onderwijsinstelling (wat wordt
benoemd).
o Impliciet curriculum:
Wat gebeurt er nog meer in de klas, maar staat niet op
papier.
o Nul curriculum:
Wat niet wordt aangeboden in het curriculum.
Leary Cuban (1993):
o Officieel curriculum:
Wat op papier staat.
o Taught curriculum:
Wat leraren verder nog doen in de klas.
o Learned curriculum:
, Wat wordt geleerd, waar leraren geen directe invloed op
hebben.
o Tested curriculum:
Het curriculum dat wordt getoetst.
Joseph Schwab (1972)
Voor het herzien van een curriculum is de volgende kennis nodig:
1. Vakkennis.
2. Kennis over hun achtergrond.
3. De invloed van het culturele klimaat.
4. Flexibiliteit van leerkrachten.
5. Een curriculum specialist.
Voor een echte verandering moeten we vragen stellen (Beyer & Apple):
Epistemological.
Political.
Economic.
Ideological.
Aesthtic.
Ethical.
Technical.
Historical.
Rol van paradigma’s
Aannames over leren en onderwijzen, de aard van de werkelijkheid,
kennis, intellect, onderzoek, discussie, sociale en politieke waarden.
We kunnen vanuit verschillende paradigma’s naar onderwijs kijken.
William Doll
Pre-modern:
o Een waarheid/werkelijkheid, kennis is onveranderlijk.
Modern:
o Empirische werkelijkheid, wereld is kenbaar.
Postmodern:
o Niet een enkele waarheid/werkelijkheid.
,Doll laat zien dat paradigma’s niet op zichzelf staan, maar ook beïnvloed
worden door de tijd en context.
Drie modellen
Scholing (transmissie):
o Objectieve kennis als basis van handelen.
o Doel van onderwijs: verstand.
o Onderwijs is gericht op wetenschap.
o Leren = opnemen van kennis.
Vorming (transformatie):
o Wijsheid als basis van handelen.
o Doel van onderwijs is verandering van persoon/wijsheid.
o Leren = verwerken van ervaringen tot element van identiteit.
Ontplooiing:
o Innerlijke zekerheid als basis van handelen.
o Doel van onderwijs is zelfontplooiing (iedere leerling talent).
o Leerlingen mogen zelf kiezen wat ze leren (differentiëren).
o Leren = invullen van door ontwikkeling gegeven
mogelijkheden.
, Scholingsmodel
Transmissiemodel:
o Socialisatie-curriculum.
o Academisch curriculum.
o Cultureel curriculum.
Van bovenaf vastgestelde doelen en de leerkracht stuurt het
onderwijsproces.
Ultieme doel van onderwijs: ontwikkeling van verstand.
Leerlingen moeten zelf leren nadenken.
Verwetenschappelijking van het onderwijs: de wetenschappelijke
praktijk wordt nagebootst.
Ontwikkeling = kennisverwerving.
Primaire taak onderwijs
Primaire taak van het onderwijs is overdracht (transmissie) van
kennis en vaardigheden.
Kennis en vaardigheden zijn nodig om later goed te kunnen
functioneren (arbeidsmarkt).
Kennis is objectief en vaststaand, en basis van handelen.
Achterliggend perspectief
Behavioristisch perspectief:
Cognitieve psychologie: werkgeheugen
Wat is een curriculum?
Inhoud: wat moeten leerlingen leren.
Leerdoelen: waarom moeten ze dat leren.
Didactiek en pedagogiek: hoe moeten ze dat leren?
Cultures of curriculum
Een curriculum wordt beschouwd als een cultuur.
Cultuur = geschiedenis, normen en waarden.
Cultuur ontstaat in interactie.
Holistisch perspectief op curriculum.
Curriculum als veelzijdig concept
Joseph Preface:
Vraagtekens zetten bij onze eigen aannames en praktijken.
Dat wat impliciet is expliciet maken door het stellen van kritische
vragen.
Theorieën over curriculum helpen hierbij!
Curriculum is veelzijdig
Elliot Eisner (1985):
o Expliciet curriculum:
Wat sterk is binnen een onderwijsinstelling (wat wordt
benoemd).
o Impliciet curriculum:
Wat gebeurt er nog meer in de klas, maar staat niet op
papier.
o Nul curriculum:
Wat niet wordt aangeboden in het curriculum.
Leary Cuban (1993):
o Officieel curriculum:
Wat op papier staat.
o Taught curriculum:
Wat leraren verder nog doen in de klas.
o Learned curriculum:
, Wat wordt geleerd, waar leraren geen directe invloed op
hebben.
o Tested curriculum:
Het curriculum dat wordt getoetst.
Joseph Schwab (1972)
Voor het herzien van een curriculum is de volgende kennis nodig:
1. Vakkennis.
2. Kennis over hun achtergrond.
3. De invloed van het culturele klimaat.
4. Flexibiliteit van leerkrachten.
5. Een curriculum specialist.
Voor een echte verandering moeten we vragen stellen (Beyer & Apple):
Epistemological.
Political.
Economic.
Ideological.
Aesthtic.
Ethical.
Technical.
Historical.
Rol van paradigma’s
Aannames over leren en onderwijzen, de aard van de werkelijkheid,
kennis, intellect, onderzoek, discussie, sociale en politieke waarden.
We kunnen vanuit verschillende paradigma’s naar onderwijs kijken.
William Doll
Pre-modern:
o Een waarheid/werkelijkheid, kennis is onveranderlijk.
Modern:
o Empirische werkelijkheid, wereld is kenbaar.
Postmodern:
o Niet een enkele waarheid/werkelijkheid.
,Doll laat zien dat paradigma’s niet op zichzelf staan, maar ook beïnvloed
worden door de tijd en context.
Drie modellen
Scholing (transmissie):
o Objectieve kennis als basis van handelen.
o Doel van onderwijs: verstand.
o Onderwijs is gericht op wetenschap.
o Leren = opnemen van kennis.
Vorming (transformatie):
o Wijsheid als basis van handelen.
o Doel van onderwijs is verandering van persoon/wijsheid.
o Leren = verwerken van ervaringen tot element van identiteit.
Ontplooiing:
o Innerlijke zekerheid als basis van handelen.
o Doel van onderwijs is zelfontplooiing (iedere leerling talent).
o Leerlingen mogen zelf kiezen wat ze leren (differentiëren).
o Leren = invullen van door ontwikkeling gegeven
mogelijkheden.
, Scholingsmodel
Transmissiemodel:
o Socialisatie-curriculum.
o Academisch curriculum.
o Cultureel curriculum.
Van bovenaf vastgestelde doelen en de leerkracht stuurt het
onderwijsproces.
Ultieme doel van onderwijs: ontwikkeling van verstand.
Leerlingen moeten zelf leren nadenken.
Verwetenschappelijking van het onderwijs: de wetenschappelijke
praktijk wordt nagebootst.
Ontwikkeling = kennisverwerving.
Primaire taak onderwijs
Primaire taak van het onderwijs is overdracht (transmissie) van
kennis en vaardigheden.
Kennis en vaardigheden zijn nodig om later goed te kunnen
functioneren (arbeidsmarkt).
Kennis is objectief en vaststaand, en basis van handelen.
Achterliggend perspectief
Behavioristisch perspectief:
Cognitieve psychologie: werkgeheugen