100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting strafrecht Uva, blok 1, jaar 1, week 5 tot week 7

Rating
-
Sold
-
Pages
18
Uploaded on
13-10-2025
Written in
2025/2026

Samenvatting strafrecht Uva, blok 1, jaar 1, week 5 tot week 7

Institution
Course










Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Summarized whole book?
No
Which chapters are summarized?
Week 5 tot week 7, blok 1, jaar 1
Uploaded on
October 13, 2025
Number of pages
18
Written in
2025/2026
Type
Summary

Subjects

Content preview

STRAFRECHT SAMENVATTING – WEEK 5 t/m WEEK 7



WEEK 5

Leerdoel 1 – Het verloop van een strafzaak, de procesdeelnemers,
de procesfasen en proceshandelingen

Vraag: Wat zijn de vijf fasen van een strafzaak?
Antwoord:

1. Opsporingsonderzoek – start bij een verdenking (art. 27 Sv); de
politie verzamelt bewijs.

2. Onderzoek ter terechtzitting – begint met de dagvaarding (art. 258
Sv); de rechter onderzoekt de feiten en hoort partijen.

3. Beraadslaging & uitspraak – de rechter beantwoordt de 9 vragen van
art. 348–350 Sv (is het feit bewezen, strafbaar, is verdachte
strafbaar, en welke straf past).

4. Rechtsmiddelenfase – verdachte of OM kan hoger beroep of cassatie
instellen (art. 423, 440 Sv).

5. Tenuitvoerlegging – de straf wordt uitgevoerd (art. 6:1:1 Sv).

Vraag: Wie zijn de belangrijkste procesdeelnemers in het strafproces?
Antwoord:

 Verdachte – degene tegen wie verdenking of vervolging bestaat (art.
27 Sv).

 Officier van Justitie – leidt de opsporing, beslist over vervolging,
heeft gezag over politie (art. 148 Sv).

 Rechter – waarborgt eerlijk proces, beslist over schuld en straf.

 Advocaat (raadsman) – beschermt rechten van verdachte, verleent
rechtsbijstand.

 Politie / Opsporingsambtenaren – voeren onderzoek uit.

 Getuigen – verklaren over feiten, soms onder ede.

 Deskundigen – leveren gespecialiseerde kennis, vaak van het NFI.

Vraag: Wat zijn proceshandelingen in het strafproces?
Antwoord:
Voorbeelden zijn: staande houden, aanhouding, fouillering,
inverzekeringstelling, inbeslagneming, verhoor en dagvaarding.
Elke handeling moet voldoen aan het legaliteitsbeginsel (art. 1 Sv) en de

,beginselen van een behoorlijke procesorde (zoals proportionaliteit,
zuiverheid van oogmerk, gelijkheid en vertrouwen).



Leerdoel 2 – Het materiële en formele verdachtebegrip
onderscheiden

Vraag: Wat houdt het begrip ‘verdachte’ in?
Antwoord:
Volgens art. 27 Sv is een verdachte:

1. Vóór de vervolging: iemand bij wie een redelijk vermoeden van
schuld bestaat aan een strafbaar feit (materieel begrip).

2. Tijdens de vervolging: zodra de zaak formeel tegen iemand is
gericht, bijvoorbeeld na dagvaarding (formeel begrip).

Vraag: Wat is het verschil tussen het materiële en formele
verdachtebegrip?
Antwoord:

Kenmer
Materieel Formeel
k

Moment Vóór vervolging Tijdens vervolging

Redelijk vermoeden van schuld Zaak is formeel gericht
Inhoud
(feitelijke beoordeling) tegen iemand

Grondsla Feiten en omstandigheden (art. 27 lid Proceshandeling, bijv.
g 1 Sv) dagvaarding

Vraag: Welke jurisprudentie hoort bij het materiële verdachtebegrip?
Antwoord:

 Hollende Kleurling (HR 1986): alleen het rennen in een drugsbuurt is
onvoldoende voor een redelijk vermoeden van schuld.

 Stormsteeg (HR 2000): in vergelijkbare omstandigheden wél
voldoende ernstige bezwaren; beoordeling hangt af van context.

Vraag: Wat is de onschuldpresumptie?
Antwoord:
Iedereen wordt onschuldig gehouden tot het tegendeel is bewezen (art. 6
lid 2 EVRM).

, Leerdoel 3 – Het materiële verdachtebegrip toepassen op een
casus

Vraag: Wanneer mag iemand als verdachte worden aangemerkt in een
casus?
Antwoord:
Zodra er concrete feiten of omstandigheden zijn die een redelijk
vermoeden van schuld opleveren (art. 27 Sv).
Er hoeft geen absolute zekerheid te zijn.

Voorbeeld:

 Iemand die in het donker in een drugsstraat staat te dealen →
redelijk vermoeden → verdachte.

 Iemand die alleen wegrent zonder aanwijzingen van strafbaar
gedrag → onvoldoende (zie Hollende Kleurling).
De beoordeling is feitelijk-contextueel, niet standaard.



Leerdoel 4 – De rechtmatigheid van opsporingsbevoegdheden
beoordelen

Vraag: Wat is het verschil tussen opsporing en controle?
Antwoord:

 Controle: toezicht op naleving van wetten (zoals verkeers- of
alcoholcontroles).

 Opsporing: gericht op het achterhalen van strafbare feiten.
Een controle kan overgaan in opsporing zodra aanwijzingen van een
strafbaar feit ontstaan.

Vraag: Wie mogen opsporingshandelingen verrichten?
Antwoord:

 Algemene opsporingsambtenaren (art. 141 Sv): politie,
marechaussee, officieren van justitie.

 Buitengewone opsporingsambtenaren (art. 142 Sv): boa’s, milieu-
inspecteurs, NS-conducteurs.

Vraag: Wie leidt het opsporingsonderzoek?
Antwoord:
De officier van justitie (art. 148 Sv) heeft de leiding; de politie voert uit
onder zijn gezag.

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
goossensdana Hogeschool van Amsterdam
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
74
Member since
1 year
Number of followers
0
Documents
8
Last sold
5 months ago
Rechten student HBO, eerstejaars

Hi! koop hier je samenvattingen voor alle blokken.

3.9

14 reviews

5
5
4
5
3
2
2
1
1
1

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions