4-1-2021 OneNote
Hoofdstuk 4
maandag 4 januari 2021 16:19
Kantonrechter:
• Behandelt overtredingen.
Politie rechter:
• Een zaak waar een politieman in zijn eentje rechtspreekt. Meestal kleine
misdrijven.
Meervoudige kamer:
• Rechtbank bestaande uit drie rechters. Meestal zwaardere misdrijven.
Een rechtszaak bestaat uit zeven stappen:
1. Opening: de rechter controleert de persoonsgegevens en legt een eed af met de
verdachte.
2. Tenlastelegging of aanklacht: de officier leest de aanklacht voor.
3. Onderzoek: de rechter ondervraagt de verdachte en kijkt naar de persoonlijke
omstandigheden. De verdachte is niet verplicht om de waarheid te spreken.
Getuigen zijn dat wel, ander plegen ze meineed.
4. Requisitoir: De officier brengt een verhaal waar hij probeert aan te tonen dat de
verdachte schuldig is.
5. Pleidooi: De advocaat verdedigt de verdachte met argumenten.
6. Laatste woord: De verdachte krijgt het laatste woord door middel van bijv.
spijtbetuiging.
7. Vonnis: uitspraak van de rechter.
Er zijn verschillende doelen met straffen:
• Wraak en vergelding:
○ Misdaad mag niet lonen, oog voor een oog.
• Afschrikking:
○ Diegene die de straf ondergaat zal het niet nog een keer doen door de straf
en de andere mensen in de samenleving zullen het ook niet doen.
(hopelijk)
• Voorkomen van eigenrichting:
○ De straf van de overheid voorkomt dat andere burgers de persoon zouden
straffen.
• Resocialisatie:
○ Heropvoeding.
https://eslooonderwijsgroep-my.sharepoint.com/personal/ll017813_leerlingml_nl/_layouts/15/Doc.aspx?sourcedoc={25747049-35b1-4710-9872-e2e83… 1/2
Hoofdstuk 4
maandag 4 januari 2021 16:19
Kantonrechter:
• Behandelt overtredingen.
Politie rechter:
• Een zaak waar een politieman in zijn eentje rechtspreekt. Meestal kleine
misdrijven.
Meervoudige kamer:
• Rechtbank bestaande uit drie rechters. Meestal zwaardere misdrijven.
Een rechtszaak bestaat uit zeven stappen:
1. Opening: de rechter controleert de persoonsgegevens en legt een eed af met de
verdachte.
2. Tenlastelegging of aanklacht: de officier leest de aanklacht voor.
3. Onderzoek: de rechter ondervraagt de verdachte en kijkt naar de persoonlijke
omstandigheden. De verdachte is niet verplicht om de waarheid te spreken.
Getuigen zijn dat wel, ander plegen ze meineed.
4. Requisitoir: De officier brengt een verhaal waar hij probeert aan te tonen dat de
verdachte schuldig is.
5. Pleidooi: De advocaat verdedigt de verdachte met argumenten.
6. Laatste woord: De verdachte krijgt het laatste woord door middel van bijv.
spijtbetuiging.
7. Vonnis: uitspraak van de rechter.
Er zijn verschillende doelen met straffen:
• Wraak en vergelding:
○ Misdaad mag niet lonen, oog voor een oog.
• Afschrikking:
○ Diegene die de straf ondergaat zal het niet nog een keer doen door de straf
en de andere mensen in de samenleving zullen het ook niet doen.
(hopelijk)
• Voorkomen van eigenrichting:
○ De straf van de overheid voorkomt dat andere burgers de persoon zouden
straffen.
• Resocialisatie:
○ Heropvoeding.
https://eslooonderwijsgroep-my.sharepoint.com/personal/ll017813_leerlingml_nl/_layouts/15/Doc.aspx?sourcedoc={25747049-35b1-4710-9872-e2e83… 1/2