Peripheral Neuropathies =
aandoeningen van de perifere
zenuwen
Definitie
- Gegeneraliseerde term inclusief aandoeningen van welke oorzaak dan ook omvat
- Kan betrekking hebben op sensorische zenuwen, motorische zenuwen of beide
- Kan één zenuw aantasten (mononeuropathie), meerdere zenuwen samen
(polyneuropathie) of meerdere zenuwen die niet aaneengesloten zijn
(mononeuropathie multiplex)
- Kan demyelinisatie (= myelineschede is aangetast) of axonale degeneratie
(=zenuwuiteinden zijn beschadigd) hebben
Evaluatie
- Zoals altijd vereist geschiedenis (anamnese) en lichamelijk onderzoek
- Specifieke aandacht voor neurologisch onderzoek
- Meestal vereist ook een elektrisch diagnostisch werk
Geschiedenis van drugsgebruik
→ Wordt nagevraagd omdat het in de neuropathie bijwerkingen kan geven.
- Amiodaron
- Chemotherapeutica
→ Cisplatin
→ Taxol
- Antibiotica
→ Metronidazol
→ INH
→ Antiretrovirale middelen
- Zware metalen
Fysiek examen
- Zoek naar verdikking van zenuwen (neurofibromen)
- Verminderde speldenprik, gevoel of temperatuur
- Verminderde reflexen
- Motorische zwakte
- Tinnel's testen
1
, Tinnel's testen
- Over de zenuw tikken veroorzaakt tintelingen
- Voorbeelden
→ Pols (carpaal tunnel syndroom)
→ Elleboog (grappig bot)
Lab evaluatie
Kan een compleet bloedbeeld, bezinkingssnelheid van erytrocyten, urineonderzoek,
glucose, serumeiwitelektroforese, schildklierfunctietesten en leverfunctie-evaluatie omvatten.
Elektrische diagnose
- Demyelinisatie
→ Vertraagt de snelheid van de zenuwgeleiding
→ Geleidingsblokkering mogelijk
- Axonale degeneratie
→ Verlaagt de amplitude van actiepotentialen
- Helpt onderscheid te maken tussen:
→ Spier- versus zenuwprobleem versus neuromusculaire overgang
→ Wortel versus distale zenuwlocatie
→ Enkele versus meerdere zenuwen
→ Betrokkenheid van bovenste vs. onderste motorneuronen
Zenuwbiopsie
→ Wordt zelden gedaan
Mogelijk moet worden uitgesloten:
- Vasculitis
- Amyloïde
- Lepra
- Sarcoïdose
Mononeuropathieën
Vaak voorkomende
- Ulnaire neuropathie
- Carpaal tunnel syndroom
- Tarsaltunnelsyndroom
- Bell's verlamming
2
aandoeningen van de perifere
zenuwen
Definitie
- Gegeneraliseerde term inclusief aandoeningen van welke oorzaak dan ook omvat
- Kan betrekking hebben op sensorische zenuwen, motorische zenuwen of beide
- Kan één zenuw aantasten (mononeuropathie), meerdere zenuwen samen
(polyneuropathie) of meerdere zenuwen die niet aaneengesloten zijn
(mononeuropathie multiplex)
- Kan demyelinisatie (= myelineschede is aangetast) of axonale degeneratie
(=zenuwuiteinden zijn beschadigd) hebben
Evaluatie
- Zoals altijd vereist geschiedenis (anamnese) en lichamelijk onderzoek
- Specifieke aandacht voor neurologisch onderzoek
- Meestal vereist ook een elektrisch diagnostisch werk
Geschiedenis van drugsgebruik
→ Wordt nagevraagd omdat het in de neuropathie bijwerkingen kan geven.
- Amiodaron
- Chemotherapeutica
→ Cisplatin
→ Taxol
- Antibiotica
→ Metronidazol
→ INH
→ Antiretrovirale middelen
- Zware metalen
Fysiek examen
- Zoek naar verdikking van zenuwen (neurofibromen)
- Verminderde speldenprik, gevoel of temperatuur
- Verminderde reflexen
- Motorische zwakte
- Tinnel's testen
1
, Tinnel's testen
- Over de zenuw tikken veroorzaakt tintelingen
- Voorbeelden
→ Pols (carpaal tunnel syndroom)
→ Elleboog (grappig bot)
Lab evaluatie
Kan een compleet bloedbeeld, bezinkingssnelheid van erytrocyten, urineonderzoek,
glucose, serumeiwitelektroforese, schildklierfunctietesten en leverfunctie-evaluatie omvatten.
Elektrische diagnose
- Demyelinisatie
→ Vertraagt de snelheid van de zenuwgeleiding
→ Geleidingsblokkering mogelijk
- Axonale degeneratie
→ Verlaagt de amplitude van actiepotentialen
- Helpt onderscheid te maken tussen:
→ Spier- versus zenuwprobleem versus neuromusculaire overgang
→ Wortel versus distale zenuwlocatie
→ Enkele versus meerdere zenuwen
→ Betrokkenheid van bovenste vs. onderste motorneuronen
Zenuwbiopsie
→ Wordt zelden gedaan
Mogelijk moet worden uitgesloten:
- Vasculitis
- Amyloïde
- Lepra
- Sarcoïdose
Mononeuropathieën
Vaak voorkomende
- Ulnaire neuropathie
- Carpaal tunnel syndroom
- Tarsaltunnelsyndroom
- Bell's verlamming
2