H1, Rechtsfeiten
- In het verbintenissenrecht staat de rechtsrelatie tussen personen onderling
centraal.
- In het goederenrecht staat de rechtsrelatie tussen een persoon en een goed
centraal.
- Rechtsrelatie = rechtsverhouding
- Verbintenissenrecht & goederenrecht vormen samen het vermogensrecht.
- Het vermogensrecht regelt de verhoudingen die op geld waardeerbaar zijn
tussen burgers onderling.
Natuurlijke personen = een mens
Rechtspersonen = bedrijf (bv of nv), een stichting, een vereniging, de Nederlandse
staat, de gemeente etc.
- Verbintenis = een rechtsrelatie tussen twee personen, waarbij de ene persoon
verplicht is om een prestatie te leveren, terwijl de andere partij hier recht op
heeft.
- Schuldenaar = degene die moet presteren.
- Schuldeiser = degene die recht heeft op de prestatie.
- Rechtsfeit = een feit dat een rechtsgevolg heeft, m.a.w. : het heeft een gevolg
volgens het geldende recht.
- Gewone feiten = hebben geen rechtsgevolg, bijv.: het gras is groen.
Rechtsfeiten kunnen onderverdeeld worden in:
1. rechtens relevante handelingen
2. blote rechtsfeiten
Rechtens relevante handelingen is een handeling die relevantie heeft voor het recht,
m.a.w. een handeling die een rechtsgevolg heeft. (arbeidsovereenkomst, schenking)
Rechtens relevante handelingen kunnen worden opgesplitst in:
1. rechtshandelingen
2. feitelijke handelingen
Rechtshandelingen = een handeling gericht op een rechtsgevolg. De handelende
persoon wil een bepaald rechtsgevolg tot stand brengen. De wilsuiting van de
handelende persoon is noodzakelijk. Hij laat dus duidelijk blijken dat hij de bedoeling
heeft het rechtsgevolg tot stand te brengen. (huurovereenkomst, wilsuiting d.m.v. een
contract opstellen en ondertekenen)
2 vereisen voor een rechtshandeling (art. 3:33 BW)
- een op een rechtsgevolg gerichte wil
- die wil heeft zich door een verklaring geopenbaard.
, Feitelijke handelingen = handelingen wie wel een rechtsgevolg hebben, maar die
daar niet op zijn gericht. De handelende persoon had dus niet de bedoeling het
rechtsgevolg tot stand te brengen. (per ongeluk een spiegel eraf rijden, niet de
bedoeling maar je moet wel schade betalen)
Blote rechtsfeiten zijn geen handelingen, maar hebben wel een rechtsgevolg. Dit
soort rechtsfeiten vindt hoe dan ook plaats zonder dat er een handeling aan te pas
komt. (geboorte, overlijden, 18 jaar worden)
Rechtshandelingen kunnen worden onderscheiden in:
- eenzijdige rechtshandelingen
- meerzijdige rechtshandelingen
Eenzijdige rechtshandeling = wordt het rechtsgevolg tot stand gebracht door 1
persoon, zonder dat de medewerking van een ander persoon nodig is. Wilsuiting van
1 persoon gericht op een bepaald rechtsgevolg, bijv. Een testament
Meerzijdige rechtshandeling = het noodzakelijk dat 2 personen een bepaald
rechtsgevolg tot stand willen brengen, hierbij zijn wilsuitingen van beide personen
nodig gericht op hetzelfde rechtsgevolg. (huurovereenkomst & schenking)
Eenzijdige rechtshandelingen kunnen worden onderverdeeld in:
- persoonsgerichte rechtshandelingen
- niet-persoonsgerichte rechtshandelingen
Persoonsgerichte rechtshandelingen = worden verricht door een van beide partijen
en zijn gericht tot de andere partij
Niet-persoonsgerichte rechtshandelingen = ongerichte rechtshandeling = een
handeling die door de ene partij wordt verricht maar niet tot een specifiek persoon is
gericht. (geboorteaangifte, bij een ambtenaar van de gemeente niet specifiek 1
persoon)
Meerzijdige rechtshandelingen kunnen worden onderscheiden in:
- overeenkomsten
- andere meerzijdige overeenkomsten (= vaststellen van notulen)
Overeenkomst art. 6:213 lid 1 BW, moet aan de volgende voorwaarden voldoen:
1. het moet een meerzijdige rechtshandeling zijn
2. een of meer partijen gaan jegens een of meer partijen een verbintenis aan
Overeenkomsten kunnen worden onderverdeeld in:
- verbintenis scheppende overeenkomsten
- andere overeenkomsten (huwelijk)
Bij een verbintenis scheppende overeenkomst ontstaan er een of meerdere
verbintenissen tussen partijen (= obligatoire overeenkomst)