100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Basisconcepten deel I

Rating
-
Sold
-
Pages
38
Uploaded on
09-10-2025
Written in
2024/2025

Samenvatting les basisconcepten parametrisch vs non-parametrische begrippen. Structuur van de samenvatting ziet er als volgt uit: Kaders: lesinhoud (per dia uit de powerpoint, letterlijk vertaald naar het Nederlands) Grijze tekst: eigen notities uit de les Bijlage onderaan: eigen opzoekingswerk ter verduidelijking

Show more Read less
Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
October 9, 2025
Number of pages
38
Written in
2024/2025
Type
Summary

Subjects

Content preview

DEEL 2 BASIC CONCEPTS AND APPLIED STATISTICS


Samenvatten en presenteren van gegevens

» Histogrammen, staafdiagrammen, boxplots, spreidingsdiagrammen
» Frequentietabellen
» Maten van centrale tendentie (gemiddelde, mediaan, modus)
» Maten van spreiding (standaarddeviatie, interkwartielafstand, bereik)
» Maten van associatie (Pearson- of Spearman-correlatiecoëfficiënten)


Onderscheid descriptieve statistiek (1) en inferentiele statistiek (2)

1. Voorstellen in histogram à visualiseren
2. Iets zeggen over de populatie
a. Interventie gaat bij deze soort pt’en
beter werken = gemiddeld genomen
betere resultaten à testen in studie
b. Of schatten; als ik deze interventie
toepas bij deze populatie, wat zijn dan
de uitkomsten? Niet alleen ‘zijn ze beter
af; ja of nee’, maar ook hoe groot is deze
associatie

Hiervoor zijn P-waarden en BI centrale concepten




INFERENTIELE STATISTIEK

We willen een uitspraak doen over een bepaalde populatie

Begint met:goed de populatie
omschrijven (methodologie), hoe
minder vaagheden er zijn over wie
er in de populatie zit en wie niet,
hoe beter.

Je hebt de populatie omschreven en
hier wil je iets over weten. Je gaan
nu een steekproef uitrekken. En hier
statistiek op uitvoeren om een
uitspraak over de populatie te doen.

Hier gaat noise op zitten door
variabiliteit van de mensen. En is er
dus onzekerheid in je schatting, en
deze wil je meenemen in je
inferentie naar de populatie toe.

Je bent nooit zeker over je uitspraak over de populatie. Opnieuw = hoe grotere steekproef, hoe kleiner de onzekerheid.




1

,VOORBEELD: SECTIO



Context: het gaat hier over verdoving vroeg versus vroeger in de
bevalling, geeft dit betere uitkomsten en zijn er minder vrouwen die
bevallen via keizersnede.

Er was wat evidentie dat als verdoving vroeg in de bevalling toegediend
werd (<4cm opening) werd gegeven, dat dit geassocieerd is met een
groter aantal keizersnedes à ze wisten niet of dit lag aan de verdoving
of aan andere factoren à onderzoeken in RCT




Definitie vroege verdoving ook gegeven




Randomisatie want dan krijg je 2 samples waar geen systematische verschillen in zijn à door toeval te laten bepalen of patient
vroege verdoving krijgt of niet (in praktijk hadden er verschillende factoren kunnen geweest zijn die voor systematische verschillen
zorgt zoals vb. leeftijd en dan weet je niet of het effect nu aan de verdoving ligt of aan leeftijd)

Randomiseren effect is niet te wijten aan een bepaalde factor, alles heeft een gelijke kans



Primaire uitkomst: hoeveel keizersnedes er waren
en hoeveel percentage patient met keizersnede in
beide groepen verschilden (ligt het hoger als ze
verdoving vroeg in de bevalling krijgen)

Primaire uitkomst op voorhand rapporteren!
Met primair eindpunt laat je zien wat precies succes bepaald. Anders heb zoveel kansen op succes als aantal eindpunten dat je hebt
gemeten.




2

,Hierop te zien: % vroege en systematische verdoving die sectio kregen. P waarde en het verschil in percentage (absoluut verschil in
percentage = %p aka % punt)

Verschil keizersnedes was 2.9% hoger met late verdoving itt vroege verdoving (in hypothese zei men het omgekeerde) à observatie
gaat in de omgekeerde richting. BI -9 tot 3)

Voor de primaire eindpunt (de belangrijkste uitkomst, die vooraf moet worden gespecificeerd):

P 17,8% werd via een keizersnede geboren in de groep met neuraxiale analgesie vroeg in de bevalling.
P 20,7% werd via een keizersnede geboren in de ‘late’ groep.

P-waarde = 0,31?
Het geobserveerde verschil is 17,8 - 20,7 = -2,9 procentpunten, met een 95% betrouwbaarheidsinterval van -9,0 tot 3,0?

NOT: procent punt = gebruikt om het verschil duidelijk te maken tussen absoluut verandering tussen percentage in tegenstelling
tot de relatieve verandering.

Voorbeeld om het verschil tussen absoluut en relatief verschil duidelijk te maken:
Stel, het percentage mensen dat sport in een stad stijgt van 20% naar 30%.

Absoluut verschil:

_ Het absolute verschil is simpelweg het verschil tussen de twee percentages.
_ 30% - 20% = 10 procentpunten.
_ Percentage mensen dat sport is met 10 procentpunten toegenomen.

Relatief verschil:

Ø Het relatieve verschil kijkt naar de verhouding van de verandering ten opzichte van de oorspronkelijke waarde.
Ø Formule: (Nieuw percentage - Oud percentage) / Oud percentage * 100.
Ø Relatief verschil = (30% - 20%) / 20% * 100 = 50%.
Ø Percentage sportende mensen relatief met 50% is toegenomen ten opzichte van de oorspronkelijke 20%.
3

, Dus: Absoluut verschil: De toename is 10 procentpunten.
Relatief verschil: De toename is 50% ten opzichte van de oorspronkelijke waarde.

NOT: Het relatieve verschil benadrukt de grootte van de verandering in verhouding tot het beginpunt , terwijl het absolute
verschil gewoon de directe (vaste) toename of afname meet. Vb. een stijging van 10% naar 20% heeft een relatief verschil
van 100%, omdat het nieuwe percentage dubbel zo groot is als het oorspronkelijke


Voor de primaire eindpunt (de belangrijkste uitkomst, die vooraf moet worden gespecificeerd):

P 17,8% werd via een keizersnede geboren in de groep met neuraxiale analgesie vroeg in de bevalling.
P 20,7% werd via een keizersnede geboren in de ‘late’ groep.

P-waarde = 0,31?
Het geobserveerde verschil is 17,8 - 20,7 = -2,9 procentpunten, met een 95% betrouwbaarheidsinterval van -9,0 tot 3,0?

_ Hoe dit nu interpreteren?


Laat 𝜋! de kans zijn op een keizersnede die men zou waarnemen als de gehele populatie van interesse vroeg analgesie zou
krijgen.
Laat 𝜋" de kans zijn op een keizersnede die men zou waarnemen als de gehele populatie van interesse laat analgesie zou krijgen.

› We kunnen de hele populatie niet observeren: de populatie is te groot en ‘niet vast’: morgen zullen er nieuwe vrouwen
in arbeid zijn. (open populatie)

We nemen een steekproef voor elke benadering (onthoud: benadering willekeurig bepaald om systematische verschillen tussen
de steekproeven te vermijden).

We schatten 𝜋! and 𝜋" met behulp van de steekproeven: 𝜋"! = 17.8 and 𝜋"" = 20.7 (of proportie* 0.178 en 0.207)

NOT: Hoewel de werkelijke 𝜋! vast is, kan de schatting van 𝜋! variëren tussen steekproeven, omdat elke steekproef een
andere groep vrouwen kan bevatten. Dus 𝜋! en 𝜋" verwijzen specifiek naar de kansen voor een bepaald type uitkomst (in
dit geval een keizersnede)

NOT: 𝜋 zelf is gewoon een symbool dat wordt gebruikt om een waarschijnlijkheid of proportie weer te geven, en wat het precies
betekent, hangt af van de context van de studie. In dit voorbeeld verwijst 𝜋! naar de kans op een keizersnede bij vroege
analgesie, maar in een andere studie kan 𝜋 bijvoorbeeld verwijzen naar:

- De kans op genezing na een bepaalde behandeling.
- Het percentage mensen met een bepaalde ziekte.
- De kans op een bepaalde uitkomst in een sociaal onderzoek.

DUS: Dus 𝜋 kan worden gebruikt om elke proportie of kans in een populatie weer te geven, afhankelijk van wat je onderzoekt. De
betekenis van 𝜋 wordt altijd bepaald door de specifieke vraag of uitkomst die je meet in de context van de studie.

*NOT: Proportie: Dit is een getal dat een deel van het geheel weergeeft als een fractie of decimaal. Bijvoorbeeld, als 3 van de 10
mensen iets hebben, is de proportie 3/10 = 0,3.

Percentage: Dit is de proportie vermenigvuldigd met 100 om het in procenten uit te drukken. Dus, in hetzelfde voorbeeld,
als 3 van de 10 mensen iets hebben, is dat 30%.

DUS: een percentage is een proportie uitgedrukt als een getal per 100.




4
$28.45
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
Stuvlauw

Get to know the seller

Seller avatar
Stuvlauw Katholieke Universiteit Leuven
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
0
Member since
4 months
Number of followers
0
Documents
2
Last sold
-

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions