100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting organisatiekunde

Rating
-
Sold
-
Pages
37
Uploaded on
08-10-2025
Written in
2025/2026

organisatie, management, financieel, berekeningen, bedrijf, economie

Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
October 8, 2025
Number of pages
37
Written in
2025/2026
Type
Summary

Subjects

Content preview

Samenvatting organisatiekunde

Hoofdstuk 1: inleiding organisatiekunde historisch perspectief.
Organisaties belangrijk omdat:
- Samen bereik je meer

Verschillende organisaties 3 overeenkomsten:
1. Beschikken over doelstellingen, mensen en midellen
2. Mensen werken samen om doelstellingen te bereiken
3. Midellen worden gebruikt (gebouwen, machines, grondstoffen etc)

Organisaties= doelgerichte samenwerkingsverbanden
- Bedrijven ( ondernemingen, non-profit organisaties)
- Overige organisaties




Rechtsvormen verdelen in 2 groepen:
1. Organisaties zonder rechtspersoonlijkheid:
- eenmanszaak, maatschap, vof, commanditaire vennootschap)

2. organisaties met rechtspersoonlijkheid
- bv, nv, vereniging, coöperatie, stichting, onderlinge waarborgmaatschappij

rechtspersoon= organisatie die zelfstandig deelneemt met rechten en plichten.
Bv/nv is rechtspersoon directie/functionarissen beperkte rechtsbevoegdheid.
Aandeelhouders kunnen enkel waarde aandelen verliezen.
Eenmanszaak= geen rechtspersoon want positie van organisatie en eigenaar zijn
verweven met elkaar-> schuldeiser kan prive vermogen + zakelijk eisen
Nv= vrij overdraagbare aandelen
Bv= aandelen of naam
Vof: min 2 personen, beide aaansprakelijk

Europese naamloze vennootschap= gemakkelijker fuseren, onderneming
gezamenlijk oprichten

Samenwerkingsverbanden:
Fusie= 2 of meer organisaties samengevoegd tot nieuw verband

Overname= ene organisatie neemt ander over (soms oude naam wel gebruikt voor
bekenheid)

,Joint venture= samenwerkende organisaties een deel van hun vermogen inbrengen
in een nieuw bedrijf dat voor gezamenlijke rekening en risico een project tot
ontwikkeling inbrengt. (bv 2 nv’s) (blijft bestaan)

Strategische samenwerking= 2 of meer organisaties die met behoud van
zelfstandigheid en identiteit samenwerken op een deelgebied dat van wezenlijk
belang is voor de continuïteit van de afzonderlijk organisatie.
- Outsourcing (uitbesteden taken, hierdoor meer focus op kerntaken),
samenwerkingsvormen in het distributiekanaal (inkoopcombinatie, vrijwillig
filiaalbedrijf en franschise), samenwerking tussen een octrooihouder en een
licentienemer (licentienemer krijgt toestemming van de octrooihouder om de
uitvinding zelf te maken, verkopen of toe te passen in ruil voor vergoeding)

Globale ontwikkelingen in de organisatietheorie:
1. Industriële revolutie: 1760-1830
 Concentratie productie fabrieken
 Steeds grotere organisaties-> steeds meer kennis
 Laisser-faire (minimale overheidsbemoeienis)
 Kapitalisme bloeide

3 periodes in ontwikkeling organisatietheorie:
1. Periode van eind negentiende eeuw tot circa 1935:
- Organisaties werden begin 20e eeuw als gesloten eenheid beschouwd, met
vaste regels en doelstellingen.
- Scientific management:
 Frederick Taylor
 In boek Shop management van Frederik liepen grondbeginselen uiteen
van de wetenschappelijke bedrijfsorganisatie, toegespitst op de
productieafdeling. Vooral wetenschappelijke analyses (tijdmeting en
beweging van productieproces) en verggaande taakverdeling en training
van de arbeiders met nauwkeurige voorgeschreven handelingen.
 Kwantitatieve benadering
- Effiencency
- Lopende band geintroduceerd
- Prestatiebeloning
- Henri Faylor (1841-1925):
 Ingeniuer en gebruikte ervaringen directer van mijnbouwmaatschappij in
zijn general management theory: benodigde vaardigheden om organisatie
te leiden: prevoir= vooruitzien/plannen, organiser= organiseren,
commander= opdrachten geven, coordonner= afstemmen/coordineren,
controler= controleren
- Max Weber (1864-1920)
 Rationele organisatie: samenwerkingsverband waarin de functievulling
onafhankelijk zou zijn van de personen die de functies op een gegeven
moment vervullen. Afgebakende werkzaamheden, bevoegdheden en
verantwoordelijkheden. Werknemers aannemen op kennis en
vaardigheden, niet politiek.
 Eenheid-van-bevelprincipe:
-militarisme
-1 baas

, Bureaucratie: functioneel en gericht op efficiencyverbeteringen.
Werknemers controleerbaar en vervangbaar.

De periode van circa 1935 tot 1955:
- Humanrelationsbenadering= een reactie op de starre denkbeelden van het
scientific management
- Hawthorne-experimenten gaf inzicht dat arbeidsprestaties niet alleen tot stand
komen door rationale overwegingen, maar dat sociale aspecten evenzeer een
belangrijke rol spelen.
- Organisaties zijn gesloten systemen (weinig omgevingsinvloeden op
ondernemingen en veel schaarste)
- Revisionisme (=herziening) probeer het scientific en de humand relations te
intergreren. Bv werkstructurering, taakroulatie, taakverruiming, taakverrijking
 Exponenten: Bennis, Likert, Maslow, Herzberg en McGregor

De periode van circa 1955 tot heden:
- Na 2e wereldoorlog, economische bloei
- Grote maatschappelijke veranderingen
- Nederlanders meer betrokken in wereld bv:
 Protestdemonstraties tegen oorlogen zoals in vietnam
 Koude oorlog (vs en SU)
 Studentenopstanden in parijs sloeg over naar NL
 Opkomst milieubeweging waarvan Club van Rome (met haar rapport De
Grenzen aan de groei) een belangrijke voorloper was
 Opzienbare technologische ontwikkelingen leidde tot spin-off voor het
bedrijfsleven (op gang komen stroom van nieuwe producten en
gebruikstoepassingen)
- Organisaties zijn open systemen (invloed hebben/ beïnvloed worden door
omgeving
- Aanzet systeemtheorie
1. Problemen oplossen door samenwerking (EU)
2. Problemen moeten vanuit verschillende invalshoeken integraal worden
aangepakt omdat daarmee synergievoordelen worden bereikt (samenhang
tussen delen)
- Organisatiekunde interdisciplinair karakter = oplossingen voor praktische
bedrijfkundige problemen kunnen niet meer worden gezocht in eenzijdige
monodisciplines zoals economie en psychologie.
- Bestuur: betrokkenheid, medezeggenschap (Wet op de ondernemingsraden),
delegatie
- Europese ondernemingsraad: werknemers invloed uitoefenen op de
besluitvorming in een concern buiten Nederland. Bezig met raadplegen en
uitwisselen info over grensoverschrijdend gedrag.
- Contingentiebenadering: niet 1 beste manier van leidinggeven en structureren.
Beste manier bepaald door situatie waarin organisatie is. contingency factor
(een omstandigheid) die bepalend is voor de organisatievorm en de
aansturing van de organisatie
- Joan Woodward: dmv onderzoek bedrijven aanzet heeft gegeven tot ontstaan
van contingentiebenadering

, - Lawrence en Lorsche die voortbouwden op de bevindingen van Woorward en
het woord contingency introduceerden.

Peter Drucker:
- Internationaal vermaarde denker en schrijver over management en
organisatievraagstukken
- Beeld: westerse wereld is na industriële revolutie waarin productiviteitsstijging
door een efficiëntere inzet van fysieke productiefactoren centraal stond, eind
20e eeuw
- Ontstaan periode met kennis als essentiële productiefactoren.
(Kennisrevolutie)

Henry Mintzberg:
- Canadese hoogleraar organisatiekunde
- Heeft basisconfiguraties ontwikkeld, ideaaltypen van de manier van
leidinggeven en structureren.
- Beeld: beste manier leidinggeven en structureren bestaat niet
(contingentietheorie= situationele factoren) (per organisatie verschillend)
- Elke configuratie eigen kenmerken gegroepeerd rond 2 punten
 De manier van coördineren
 Plaats waar de macht ligt

Michael porter:
- Harvard-professor
- Heeft in zijn boeken en artikelen diverse impulsen gegeven aan het
strateigsch denken in ondernemingen.
- Introduceerde vijfkrachtenmodel: hulpmiddel analyseren markt en de
concurrentie, potentiële toetreders, substituten, handel (detaillisten en
grossiers) en leveranciers tegen de toetredings- en uittredingsbelemmeringen
(in en uit de markt gaan door verliezen, kennis, vermogen te kort)

Michael Hammer:
- Organisatiedeskundige
- Beeld: traditionele manier van structurering en verdelingen van
werkzaamheden zal verdwijnen.
- Als gevolg van steeds snellere en complexere veranderingen in de omgeving
van organisaties zal nadruk liggen vermogen voor die veranderingen.
- Zelfsturing werknemers
- Vervagen onderscheid leiding en uitvoerenden
- Organisatie gericht op samen resultaat bereiken.

Trends in ontwikkeling van de organisatie:
Efficiency voor redelijke verkoopprijzen
In fase waarin aandacht voor innovatie erg groot is, moet aandacht voor efficiency
ook groot zijn (geld besparen schaalvoordelen en gebruiken voor investeringen)
Netwerkfirma/netwerkorganisatie= organisatie die voor bepaalde taken of activiteiten
in haar primaire of ondersteunende processen afhankelijk is van partners in haar
netwerk. Nadruk op kernactiviteiten voor veel efficiency en flexibiliteit en alertheid op
ontwikkelingen door constant op de markt te reageren.
$8.66
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
rooshoonhorst

Get to know the seller

Seller avatar
rooshoonhorst Rijksuniversiteit Groningen
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
6
Member since
2 year
Number of followers
3
Documents
7
Last sold
8 months ago

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions