1. Het Thema: Verbintenissen uit de Wet
Dit onderwerp, ook wel het buitencontractuele of delictuele
aansprakelijkheidsrecht genoemd, behandelt verbintenissen die uit de
wet voortvloeien, in tegenstelling tot verbintenissen uit een overeenkomst.
Een verbintenis uit de wet ontstaat door een bepaald handelen of een
feitencomplex, ongeacht of de partijen dit beoogd hebben.
De belangrijkste bronnen van verbintenissen uit de wet die worden
behandeld zijn:
Onrechtmatige daad (aansprakelijkheid voor eigen handelen).
Kwalitatieve aansprakelijkheden: aansprakelijkheid in een
bepaalde hoedanigheid (bijv. als ouder, werkgever, producent), niet
voor eigen foutief gedrag.
Andere specifieke grondslagen zoals aansprakelijkheid voor
motorrijtuigen, oneerlijke handelspraktijken, en onrechtmatige
overheidsdaden.
Overige bronnen: zaakwaarneming, onverschuldigde betaling
en ongerechtvaardigde verrijking.
De meeste van deze verbintenissen leiden tot een verplichting tot
schadevergoeding. De regels hiervoor staan in het Burgerlijk Wetboek
(BW), tenzij anders vermeld.
2. Verbintenis, Rechtsplicht en Nakoming
Een verbintenis is een rechtsplicht waartegenover een subjectief
vermogensrecht staat.
Passieve zijde: De plicht om schade te vergoeden na een
onrechtmatige daad (art. 6:162).
Actieve zijde: De aanspraak op schadevergoeding, wat een
vermogensrecht is (art. 3:6).
Het begrip rechtsplicht is breder dan een verbintenis. Een voorbeeld is
de algemene plicht om een ander geen schade toe te brengen. Dit worden
'kale rechtsplichten' genoemd, omdat er geen direct vermogensrecht
tegenover staat totdat er schade ontstaat.
Van zowel verbintenissen als kale rechtsplichten kan in principe
nakoming worden gevorderd (art. 3:296). Dit betekent dat bij een
dreigende onrechtmatige daad een verbod of bevel kan worden geëist
om schade te voorkomen.
Er zijn ook verplichtingen waarvan geen directe nakoming kan worden
gevorderd. Een voorbeeld is de plicht tot schadebeperking. Als een
benadeelde hier niet aan voldoet, kan de aansprakelijke partij geen
nakoming afdwingen, maar wordt de schadevergoeding verminderd op
grond van eigen schuld (art. 6:101).
,3. Plaats van 'Verbintenissen uit de Wet' in het Wetboek
De wettelijke regelingen zijn als volgt in het Burgerlijk Wetboek (BW)
geplaatst:
Algemene bepalingen verbintenissenrecht: Art. 6:1-6:161.
Schadevergoeding: Art. 6:95 e.v. (regels over o.a. causaal
verband, eigen schuld, begroting).
Niet-nakoming van een verbintenis: Art. 6:74 e.v.
Onrechtmatige daad:
o Aansprakelijkheid voor eigen handelen: Titel 6.3, afdeling 1
(art. 6:162 e.v.).
o Kwalitatieve aansprakelijkheid voor personen en zaken: Titel
6.3, afdeling 2 (art. 6:169 e.v.).
o Productaansprakelijkheid: Titel 6.3, afdeling 3 (art. 6:185 e.v.).
o Specifieke vormen (o.a. oneerlijke handelspraktijken,
misleidende reclame): Afdelingen 3A, 3B, 4 en 4A, die later zijn
ingevoerd vanuit Europese regelgeving.
Overige verbintenissen uit de wet: Titel 6.4.
o Zaakwaarneming: Art. 6:198-6:202.
o Onverschuldigde betaling: Art. 6:203-6:211.
o Ongerechtvaardigde verrijking: Art. 6:212.
Verbintenissen tot schadevergoeding kunnen ook in andere wetten staan,
zoals art. 185 Wegenverkeerswet 1994.
4. Samenloop van Wanprestatie en Onrechtmatige Daad
Een handeling kan tegelijk een niet-nakoming van een overeenkomst
(wanprestatie) en een onrechtmatige daad zijn.
Een overeenkomst creëert een primaire verplichting.
Niet-nakoming van die verplichting leidt tot een secundaire
verplichting tot schadevergoeding op grond van de wet (art. 6:74).
Het uitgangspunt bij samenloop is dat de eiser mag kiezen op welke
rechtsgrond hij zijn vordering baseert, tenzij de wet anders voorschrijft.
Als een feit alleen een tekortkoming in de nakoming van een
verbintenis is (bijv. een loodgieter die een pijp ondeugdelijk
monteert), is alleen de regeling van art. 6:74 van toepassing.
Als het feit ook los van de contractuele relatie een onrechtmatige
daad zou zijn (bijv. de loodgieter steelt een schilderij), kan de
benadeelde kiezen tussen een vordering op basis van art. 6:74 of
art. 6:162.
Hoewel de schadevergoedingsregels (art. 6:95 e.v.) grotendeels hetzelfde
zijn, kan de gekozen grondslag wel uitmaken voor de omvang van de
aansprakelijkheid. Bijvoorbeeld, de causale toerekening (art. 6:98) is bij
wanprestatie (art. 6:74) vaak beperkter (alleen voorzienbare gevolgen)
dan bij onrechtmatige daad (art. 6:162).
,5. Rechtvaardiging voor het Ontstaan van Verbintenissen
Volgens art. 6:1 BW kunnen verbintenissen slechts ontstaan als dit "uit
de wet voortvloeit". Dit is een gesloten stelsel, maar met een opening:
een verbintenis kan ook worden aangenomen als dit past in het stelsel van
de wet en aansluit bij wel geregelde gevallen.
De rechtvaardiging voor het ontstaan van een verbintenis verschilt per
bron:
Rechtshandeling (zoals een overeenkomst): De rechtvaardiging
ligt in de wil van de partijen (art. 3:33).
Onrechtmatige daad: De rechtvaardiging is het verwijt (schuld)
dat iemand treft die een ander onrechtmatig benadeelt.
Kwalitatieve aansprakelijkheden: De rechtvaardiging is niet
schuld, maar het feit dat het redelijker is om de schade te leggen bij
degene die verantwoordelijk is voor het risico (ouder, werkgever,
producent) dan bij het toevallige slachtoffer. Principes die hieraan
ten grondslag liggen zijn:
o Het profijtbeginsel (wie heeft profijt van de activiteit?).
o De gevaartheorie (wie heeft het gevaar gecreëerd?).
o Wie de schade het best kan dragen of verzekeren.
1.2 Enkele algemene thema's van aansprakelijkheidsrecht
Vertrekpunt: Ieder draagt zijn eigen schade
Het uitgangspunt van het buitencontractuele aansprakelijkheidsrecht is
dat ieder zijn eigen schade draagt. Dit betekent dat je in principe zelf
verantwoordelijk bent voor onheil zoals ziekte, weersomstandigheden of
concurrentie. Je kunt je hiertegen indekken met:
Firstparty-verzekeringen: Verzekeringen die je voor jezelf afsluit,
zoals een zorg-, inboedel- of arbeidsongeschiktheidsverzekering.
Sociale zekerheid: Regelingen zoals de Participatiewet, hoewel dit
steeds minder wordt.
Het aansprakelijkheidsrecht vormt een uitzondering op dit vertrekpunt.
Het maakt het mogelijk om schade af te wentelen op een ander als
diegene op grond van een verbintenis uit de wet verantwoordelijk kan
worden gehouden.
Voorbeeld:
Wie struikelt over zijn eigen benen, heeft pech (tenzij verzekerd).
Wie wordt mishandeld, kan de schade verhalen op de dader (art.
6:162 BW). Zelfs als de dader geen schuld treft door een psychische
tekortkoming, draagt hij het risico van zijn handelen (art. 6:165 BW).
Het afwentelen van schade via het aansprakelijkheidsrecht kent hoge
drempels (je moet een aansprakelijkheidsgrond, een dader, causaal
, verband en schade bewijzen). Als het echter lukt, leidt het tot volledige
schadevergoeding. De benadeelde moet zoveel mogelijk in de situatie
worden gebracht alsof de gebeurtenis niet had plaatsgevonden.
Het proces kent twee fases:
1. Vestiging van aansprakelijkheid: Vaststellen wie op welke grond
aansprakelijk is.
2. Omvang van de aansprakelijkheid: Bepalen voor welke schade
en tot welk bedrag vergoeding moet worden betaald (art. 6:95 e.v.
BW).
Doelen van het aansprakelijkheidsrecht
Aansprakelijkheidsrecht regelt aanspraken op schadevergoeding. Er is een
onderscheid tussen:
Contractuele aansprakelijkheid: Schade door het niet nakomen
van een contract (art. 6:74 e.v. BW).
Buitencontractuele aansprakelijkheid: Schade uit onrechtmatige
daad (art. 6:162 e.v. BW) en kwalitatieve aansprakelijkheden (art.
6:169 e.v. BW).
Het primaire doel is te bepalen in welke gevallen schade moet worden
verplaatst van de benadeelde naar de veroorzaker. Hoewel het ook als
gedragsrecht kan worden gezien (het bepaalt wat wel en niet mag), is
het Nederlandse systeem vooral gericht op compensatie
(schadevergoeding) en niet primair op preventie.
Een voorbeeld is de zorgplicht van de werkgever (art. 7:658 BW).
Werknemers kunnen wel een gebod vorderen voor een veiligere werkplek,
maar in de praktijk komen vorderingen tot schadevergoeding ná een
ongeval veel vaker voor.
Onderscheid en samenhang met strafrecht
Er zijn fundamentele verschillen tussen civielrechtelijk
aansprakelijkheidsrecht en strafrecht:
Aansprakelijkheidsrecht
Strafrecht (Publiekrecht)
(Privaatrecht)
Initiatief van de benadeelde Initiatief van het Openbaar
burger Ministerie
Doel: Compensatie (de Doel: Vergelding en preventie (de
benadeelde helpen) dader straffen)
Beperkt tot wat in de wet
Ruim 'onrecht'-begrip (ook
strafbaar is gesteld
ongeschreven recht)
(legaliteitsbeginsel)