📚 Strafrecht Tentamen 1 – Samenvatting
Week 1 – Inleiding
🔹 Leerdoel 1: De rol en de functie van het strafrecht
beschrijven
Vraag: Waarom spreekt het strafrecht zo sterk tot de
verbeelding in de samenleving?
Antwoord: Het strafrecht speelt een grote rol in ons dagelijks leven
omdat het voortdurend in het nieuws en in de media verschijnt. Denk
hierbij aan krantenartikelen, journaals, series en realityprogramma’s.
Het gaat over thema’s die iedereen raken, zoals veiligheid, moraal,
schuld en rechtvaardigheid. Hierdoor heeft bijna iedereen wel een
mening of gevoel bij strafrecht.
Vraag: Wat is de kernfunctie van het strafrecht?
Antwoord: De belangrijkste functie van het strafrecht is
het bestraffen van personen die een strafbaar feit hebben
gepleegd. Hiermee reageert de overheid op norm overschrijdend
gedrag en wordt duidelijk gemaakt dat de samenleving bepaald gedrag
niet accepteert.
Vraag: Waarom is het strafrecht belangrijk voor de
samenleving?
Antwoord: Strafrecht is cruciaal voor orde, veiligheid en
rechtvaardigheid. Het stelt duidelijke grenzen aan wat toelaatbaar is en
wat niet. Bovendien spreekt het mensen sterk aan omdat het direct
gaat over goed en kwaad en de vraag wat rechtvaardig is.
Vraag: Welke hoofddoelen van straffen noemt het boek?
Antwoord: Het boek onderscheidt twee
hoofddoelen: vergelding en preventie.
Vergelding: De straf is een reactie op het gepleegde kwaad. Het
gaat om leedtoevoeging aan de dader als terugbetaling aan de
samenleving. Vergelding roept ook morele genoegdoening op: de
balans tussen daad en straf wordt hersteld.
Preventie: De straf moet herhaling van strafbare feiten
voorkomen. Dit kan op twee manieren:
o Speciale preventie: gericht op de dader, die door de straf
ontmoedigd wordt om opnieuw de fout in te gaan.
Voorbeeld: iemand die na een gevangenisstraf beseft welke
gevolgen zijn daden hebben.
, o Generale preventie: gericht op de samenleving als
geheel; het afschrikken van anderen door te laten zien dat
straf volgt op overtreding.
Vraag: Wat is een voorbeeld van een straf die vooral preventief
werkt?
Antwoord: Een voorwaardelijke straf is een goed voorbeeld. De
straf wordt alleen uitgevoerd als de dader opnieuw de fout in gaat. Dit
motiveert de dader om zich in de toekomst aan de wet te houden.
🔹 Leerdoel 2: Beschrijven hoe het strafrecht zich verhoudt tot
andere rechtsgebieden
Vraag: Wie heeft het monopolie op straffen in Nederland?
Antwoord: Alleen de staat heeft het monopolie op straffen. Dit
gebeurt via de overheid, met name het Openbaar Ministerie
(OM) en de strafrechter. Burgers mogen elkaar dus niet zelfstandig
straffen; dit zou leiden tot eigenrichting.
Vraag: Hoe verschilt strafrecht van civiel recht?
Antwoord:
Strafrecht gaat om de verhouding tussen de burger en de
staat. Het strafrecht wordt toegepast wanneer de overheid
namens de samenleving iemand vervolgt en bestraft.
Bijvoorbeeld: een dader wordt veroordeeld tot gevangenisstraf of
een boete.
Civiel recht gaat om de verhouding tussen burgers onderling.
Het gaat bijvoorbeeld over contracten, aansprakelijkheid of
schadevergoeding. Voorbeeld: als iemand letsel oploopt door
mishandeling, kan hij via civiel recht schadevergoeding eisen.
Vraag: Hoe verhoudt strafrecht zich tot bestuursrecht?
Antwoord: Het bestuursrecht regelt de verhouding tussen burger en
overheid bij bestuursbesluiten. Soms overlapt het met strafrecht.
Voorbeelden hiervan zijn verkeersboetes of bestuurlijke sancties (zoals
een dwangsom of bestuurlijke strafbeschikking). Dit zijn situaties die
vroeger uitsluitend strafrechtelijk werden bestraft, maar nu ook
bestuursrechtelijk kunnen worden afgehandeld.
Vraag: Kunnen burgers elkaar zelf dagvaarden voor strafbare
feiten?
Antwoord: Nee, dit kan alleen de officier van justitie namens de staat.
Een burger kan niet zelfstandig een strafzaak beginnen tegen een
, ander. Wel kan een burger via het civiele recht schadevergoeding eisen
voor de gevolgen van een strafbaar feit.
Vraag: Kun je een voorbeeld geven van de verhouding tussen
civiel en strafrecht?
Antwoord: Bij een mishandeling kan de dader strafrechtelijk worden
veroordeeld tot gevangenisstraf of een geldboete. Tegelijkertijd kan het
slachtoffer in een civiele procedure een schadevergoeding vorderen. Zo
lopen strafrecht en civiel recht naast elkaar.
🔹 Leerdoel 3: De verschillende deelgebieden van het strafrecht
onderscheiden
Vraag: Welke drie deelgebieden kent het strafrecht?
Antwoord:
1. Materieel strafrecht: Dit bepaalt welk gedrag strafbaar is en
welke straffen en maatregelen kunnen worden opgelegd. Deze
regels staan vooral in het Wetboek van Strafrecht (Sr).
Voorbeeld: diefstal (art. 310 Sr).
2. Formeel strafrecht (strafprocesrecht): Dit regelt hoe
opsporing, vervolging en berechting verlopen. Deze regels staan
in het Wetboek van Strafvordering (Sv). Voorbeeld: hoe
politie bewijs mag verzamelen of hoe een verdachte in hechtenis
wordt genomen.
3. Sanctierecht: Dit gaat over de uitvoering van straffen en
maatregelen. Voorbeeld: de tenuitvoerlegging van
gevangenisstraffen, taakstraffen of TBS.
Vraag: Wat is het verschil tussen materieel en formeel
strafrecht?
Antwoord:
Materieel strafrecht richt zich op de inhoud: wat is strafbaar
en welke straffen zijn mogelijk?
Formeel strafrecht richt zich op de procedure: hoe wordt
iemand vervolgd, berecht en gestraft?
🔹 Leerdoel 4: De bronnen van het strafrecht en de opbouw van
Sr en Sv
Week 1 – Inleiding
🔹 Leerdoel 1: De rol en de functie van het strafrecht
beschrijven
Vraag: Waarom spreekt het strafrecht zo sterk tot de
verbeelding in de samenleving?
Antwoord: Het strafrecht speelt een grote rol in ons dagelijks leven
omdat het voortdurend in het nieuws en in de media verschijnt. Denk
hierbij aan krantenartikelen, journaals, series en realityprogramma’s.
Het gaat over thema’s die iedereen raken, zoals veiligheid, moraal,
schuld en rechtvaardigheid. Hierdoor heeft bijna iedereen wel een
mening of gevoel bij strafrecht.
Vraag: Wat is de kernfunctie van het strafrecht?
Antwoord: De belangrijkste functie van het strafrecht is
het bestraffen van personen die een strafbaar feit hebben
gepleegd. Hiermee reageert de overheid op norm overschrijdend
gedrag en wordt duidelijk gemaakt dat de samenleving bepaald gedrag
niet accepteert.
Vraag: Waarom is het strafrecht belangrijk voor de
samenleving?
Antwoord: Strafrecht is cruciaal voor orde, veiligheid en
rechtvaardigheid. Het stelt duidelijke grenzen aan wat toelaatbaar is en
wat niet. Bovendien spreekt het mensen sterk aan omdat het direct
gaat over goed en kwaad en de vraag wat rechtvaardig is.
Vraag: Welke hoofddoelen van straffen noemt het boek?
Antwoord: Het boek onderscheidt twee
hoofddoelen: vergelding en preventie.
Vergelding: De straf is een reactie op het gepleegde kwaad. Het
gaat om leedtoevoeging aan de dader als terugbetaling aan de
samenleving. Vergelding roept ook morele genoegdoening op: de
balans tussen daad en straf wordt hersteld.
Preventie: De straf moet herhaling van strafbare feiten
voorkomen. Dit kan op twee manieren:
o Speciale preventie: gericht op de dader, die door de straf
ontmoedigd wordt om opnieuw de fout in te gaan.
Voorbeeld: iemand die na een gevangenisstraf beseft welke
gevolgen zijn daden hebben.
, o Generale preventie: gericht op de samenleving als
geheel; het afschrikken van anderen door te laten zien dat
straf volgt op overtreding.
Vraag: Wat is een voorbeeld van een straf die vooral preventief
werkt?
Antwoord: Een voorwaardelijke straf is een goed voorbeeld. De
straf wordt alleen uitgevoerd als de dader opnieuw de fout in gaat. Dit
motiveert de dader om zich in de toekomst aan de wet te houden.
🔹 Leerdoel 2: Beschrijven hoe het strafrecht zich verhoudt tot
andere rechtsgebieden
Vraag: Wie heeft het monopolie op straffen in Nederland?
Antwoord: Alleen de staat heeft het monopolie op straffen. Dit
gebeurt via de overheid, met name het Openbaar Ministerie
(OM) en de strafrechter. Burgers mogen elkaar dus niet zelfstandig
straffen; dit zou leiden tot eigenrichting.
Vraag: Hoe verschilt strafrecht van civiel recht?
Antwoord:
Strafrecht gaat om de verhouding tussen de burger en de
staat. Het strafrecht wordt toegepast wanneer de overheid
namens de samenleving iemand vervolgt en bestraft.
Bijvoorbeeld: een dader wordt veroordeeld tot gevangenisstraf of
een boete.
Civiel recht gaat om de verhouding tussen burgers onderling.
Het gaat bijvoorbeeld over contracten, aansprakelijkheid of
schadevergoeding. Voorbeeld: als iemand letsel oploopt door
mishandeling, kan hij via civiel recht schadevergoeding eisen.
Vraag: Hoe verhoudt strafrecht zich tot bestuursrecht?
Antwoord: Het bestuursrecht regelt de verhouding tussen burger en
overheid bij bestuursbesluiten. Soms overlapt het met strafrecht.
Voorbeelden hiervan zijn verkeersboetes of bestuurlijke sancties (zoals
een dwangsom of bestuurlijke strafbeschikking). Dit zijn situaties die
vroeger uitsluitend strafrechtelijk werden bestraft, maar nu ook
bestuursrechtelijk kunnen worden afgehandeld.
Vraag: Kunnen burgers elkaar zelf dagvaarden voor strafbare
feiten?
Antwoord: Nee, dit kan alleen de officier van justitie namens de staat.
Een burger kan niet zelfstandig een strafzaak beginnen tegen een
, ander. Wel kan een burger via het civiele recht schadevergoeding eisen
voor de gevolgen van een strafbaar feit.
Vraag: Kun je een voorbeeld geven van de verhouding tussen
civiel en strafrecht?
Antwoord: Bij een mishandeling kan de dader strafrechtelijk worden
veroordeeld tot gevangenisstraf of een geldboete. Tegelijkertijd kan het
slachtoffer in een civiele procedure een schadevergoeding vorderen. Zo
lopen strafrecht en civiel recht naast elkaar.
🔹 Leerdoel 3: De verschillende deelgebieden van het strafrecht
onderscheiden
Vraag: Welke drie deelgebieden kent het strafrecht?
Antwoord:
1. Materieel strafrecht: Dit bepaalt welk gedrag strafbaar is en
welke straffen en maatregelen kunnen worden opgelegd. Deze
regels staan vooral in het Wetboek van Strafrecht (Sr).
Voorbeeld: diefstal (art. 310 Sr).
2. Formeel strafrecht (strafprocesrecht): Dit regelt hoe
opsporing, vervolging en berechting verlopen. Deze regels staan
in het Wetboek van Strafvordering (Sv). Voorbeeld: hoe
politie bewijs mag verzamelen of hoe een verdachte in hechtenis
wordt genomen.
3. Sanctierecht: Dit gaat over de uitvoering van straffen en
maatregelen. Voorbeeld: de tenuitvoerlegging van
gevangenisstraffen, taakstraffen of TBS.
Vraag: Wat is het verschil tussen materieel en formeel
strafrecht?
Antwoord:
Materieel strafrecht richt zich op de inhoud: wat is strafbaar
en welke straffen zijn mogelijk?
Formeel strafrecht richt zich op de procedure: hoe wordt
iemand vervolgd, berecht en gestraft?
🔹 Leerdoel 4: De bronnen van het strafrecht en de opbouw van
Sr en Sv