100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Minor Kind in zorg deel 1 - samenvatting e-learnings

Rating
-
Sold
-
Pages
116
Uploaded on
07-10-2025
Written in
2025/2026

Deze samenvatting bevat alle informatie uit de negen e-learnings die tijdens de minor gevolgd moeten worden. De inhoud van de e-learnings komt ook terug in de kennistoets.

Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
October 7, 2025
File latest updated on
November 1, 2025
Number of pages
116
Written in
2025/2026
Type
Summary

Subjects

Content preview

Inhoudsopgave
Richtlijn Motorische ontwikkeling..........................................................................................................2
Richtlijn ouder-kindrelatie....................................................................................................................13
Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen...................................................................................20
Richtlijn Veilig Slapen/Preventie Wiegendood (jeugdverpleegkundigen).............................................35
Richtlijn Voeding en eetgedrag & Voedselovergevoeligheid.................................................................46
Richtlijn Zindelijkheid urine en feces....................................................................................................59
Richtlijn Kindermishandeling (jeugdverpleegkundigen).......................................................................72
E-learning juridische toolkit; omgaan met privacy in de jeugdgezondheidszorg...................................90
E-learning 'In gesprek over meisjesbesnijdenis: de rol van JGZ'..........................................................101

,Richtlijn Motorische ontwikkeling
Belang motorische ontwikkeling
Een goede motorische ontwikkeling heeft op veel manieren een positief effect op de fysieke en
psychosociale ontwikkeling van een kind. Zo draagt het onder andere bij aan een actieve leefstijl,
levert het een grotere kans op een positief zelfbeeld en de kans om gepest te worden neemt af.

Het achter- of uitblijven van de motorische ontwikkeling kan leiden tot diverse problemen, zoals het
hebben van een lager zelfbeeld, angststoornissen en depressie. Hierdoor bestaat de kans dat
kinderen met motorische ontwikkelingsproblemen beperkter deelnemen aan sociale activiteiten, wat
weer kan leiden tot een inactieve leefstijl, isolatie en angst, ook op latere leeftijd.

Wat is normaal?
Van de eerste kleine zijwaartse bewegingen van hoofd en romp bij baby’s tot het leren van een
nieuwe sport voor adolescenten: kinderen maken ontzettend veel ontwikkelingen door. Ieder op zijn
eigen tempo.

De vier ontwikkelingsfasen
Foetale fase: tot 2-3 maanden na de geboorte
- Kleine zijwaartse bewegingen van hoofd en romp
- Langzame extensiebewegingen van de nek
- ‘General movements’ (GM’s): gegeneraliseerde bewegingen waaraan de onderdelen van het
lichaam meedoen
- Na 3 á 4 maanden worden GM’s geleidelijk vervangen door doelgerichte motoriek. Dit is een
belangrijke transitiefase.
 Moro reflex -> pasgeboren baby’s beschikken over een aantal vroegkinderlijke
reflexen. Het moro reflex is hier één van. Het kind houdt armen gestrekt en vingers
gespreid op het moment dat zijn omgeving veranderd, bijvoorbeeld door beweging,
fel licht of lawaai. Deze reflexen verdwijnen op de leeftijd van 4-10 maanden.
 Startles -> de allereerste bewegingen bestaan uit langzame extensiebewegingen van
bijvoorbeeld de nek en het openen van de handjes. Nadat de baby eerst enkele
dagen alleen deze bewegingen heeft gemaakt, verschijnen de zogenaamde ‘startles’.
Een startle bestaat uit een kortdurende contractie van vele spieren, waardoor de
beweging vergelijkbaar is met een plotselinge beweging die mensen maken als ze
schrikken.
 Grijpreflex -> ook het grijpreflex is een voorbeeld van één van deze vroegkinderlijke
reflexen. Als je handpalm van een baby raakt, sluit hij vanuit reflex direct zijn vuistje
om je vinger.
 Het hoofd ophouden -> bij 4 weken kan het kind de kin 1 tot 2 tellen net van de
grond tillen. Bij 3 maanden wordt het hoofd zo hoog opgeheven, dat er tussen het
gezicht en de ondergrond een hoek van 45 graden ontstaat.

Babyleeftijd: van 2-3 maanden tot loslopen
- 4 weken – 6 maanden: hoofd langere tijd opheffen. De duur en de hoogte van de opheffing is
afhankelijk van de leeftijd. Meet 6 maanden houdt het kind het hoofd gedurende 10 tellen zo
hoog op, dat het gezicht een hoek van 90 graden maakt met de ondergrond.
- 11 maanden: van optrekken tot staan
- 12 maanden: longslopen
- Doelgerichte motoriek van de armen loopt een tot twee maanden voor op die van de benen




2

, - Naast de rijping van de neurale structuren hebben ook de omgevingsfactoren invloed op de
motorische ontwikkeling. Kinderen die vaker op hun buik liggen (overdag en onder toezicht,
nooit slapend) of geen loopstoeltje, hebben, leren bijvoorbeeld sneller kruipen.
 Grijpen -> tussen de 4 en 5 maanden beginnen kinderen met reiken, grijpen en
manipuleren. Rond de 5 maanden grijpt het kind palmair, rond de 12 maanden
ontstaat de pincetgreep.
 Omrollen -> rond de 9 maanden kunnen de meeste baby’s zich omrollen van buik
naar rug en vice versa.
 Zitten -> tussen de 7 en 8 maanden kunnen de meeste kinderen zelf rechtop zitten,
zonder hierbij ondersteund te hoeven worden.
 Kruipen -> tussen de 6 en 12 maanden beginnen de meeste kinderen met kruipen op
handen en knieën.

Peuterleeftijd: van loslopen tot 4 jaar
- Tussen het 2e en het 3e levensjaar breidt het bewegingsrepertoire zich uit en is het kind
voortdurend bezig met het uitproberen van nieuwe combinaties.
- Een verminderde kwaliteit in de motoriek in deze leeftijdsfase kan een aanwijzing zijn om te
denken aan een neurologisch disfunctioneren.
 Loslopen -> rond de 18 maanden kunnen de meeste kinderen loslopen.
 Rennen -> nadat kinderen stabiliteit hebben gevonden in het loslopen, beginnen ze
rond hun tweede levensjaar ook langzaamaan met andere bewegingen zoals rennen
en huppelen.
 Springen -> rond de leeftijd van 3 jaar kunnen de meeste kinderen springen, zonder
daarbij hun evenwicht te verliezen.
 Klimmen -> kinderen van 4 leren steeds beter om te klimmen en klauteren,
bijvoorbeeld op speeltoestellen.

Kleuter- en schoolleeftijd: 4-18 jaar
- Op basis van neurologische rijping, ervaring en uitdaging leert het kind steeds beter om zijn
motoriek af te stemmen.
 Schrijven -> rond het 5e levensjaar leren kinderen schrijven. Een belangrijke stap in de
fijne motoriek.
 Hinkelen -> op de basisschool leren kinderen steeds meer sporten en spellen
waarmee ze een ontwikkeling doormaken in hun motoriek, zoals bijvoorbeeld
hinkelen of andere (evenwichts)oefeningen tijdens gymnastiek.
 Sport en spel -> kinderen in de basisschoolleeftijd ontwikkelen zich steeds verder in
sport- en spelactiviteiten.
 Toenemende complexiteit -> de schoolfase kenmerkt zich door de ontwikkeling van
complexe motorische vaardigheden. Het leren bespelen van een muziekinstrument is
hier een voorbeeld van.

Volgorde in mijlpalen motorische ontwikkeling:
- Los zitten: 5,9 maanden
- Staan: 7,4 maanden
- Kruipen op handen en knieën: 8,3 maanden
- Langslopen: 9,0 maanden
- Los staan: 10,8 maanden
- Los lopen: 12 maanden




3

, Afwijkende motorische ontwikkeling
Een afwijkende motorische ontwikkeling hoeft niet direct reden te zijn voor zorgen over het kind. Het
is belangrijk om onderscheid te maken tussen een motorische ontwikkeling die langzamer verloopt
dan ‘normaal’ en een zorgwekkende motorische ontwikkeling. Dit heeft met verschillende factoren te
maken.

Dit zijn de belangrijkste alarmsignalen die kunnen duiden op een vertraagde motorische
ontwikkeling:
- Het kind bereikt verschillende motorische mijlpalen laat of loopt flinke vertraging op bij één
mijlpaal;
- Het kind laat beperkte motorische variatie zien. Dit houdt in dat het bewegingsrepertoire van
het kind beperkt is. Ook beperkte adaptabiliteit (in welke makte het kind zijn bewegingen
aanpast aan een situatie en/of zijn omgeving) speelt hierbij een rol.

Ontstaan motorische ontwikkelingsproblemen
Aangeboren motorische ontwikkelingsproblemen
Cerebrale Parese (CP)
Wat is het?
- Cerebrale Parese is een blijvende hersenschade met blijvende effecten voor de ontwikkeling
van houding en beweging die leidt tot beperkingen in dagelijkse activiteiten.
Wanneer ontstaat het?
- CP ontstaat voor de eerste verjaardag.
Bij wie komt het voor?
- CP komt vaker voor bij kinderen met een zeer laag geboortegewicht, bij prematuren en bij
kinderen met zuurstoftekort rond de bevalling (perinatale hypoxie).
Wat zijn de signalen?
- Bij CP kan er sprake zijn van trage reacties, prikkelbaarheid, slecht eten (moeite met zuigen
en slikken), bevingen in armen en benen, abnormaal hoog huilen, toevallen (epilepsie), een
ongebruikelijke lichaamshouding en afwijkende reflexen. Spasmen zijn vaak een heel duidelijk
signaal van CP.
Welke behandeling is nodig?
- De primaire verantwoordelijkheid voor de behandeling van CP ligt bij kinderfysiotherapeuten
en revalidatieartsen. De behandeling van de motorische problemen gerelateerd aan CP is
gericht op het stimuleren van de motorische ontwikkeling en het voorkomen van
complicaties, zoals contracturen. De behandeling is niet alleen gericht op de kinderen zelf,
maar ook op hun ouders. Ze worden begeleid bij de stimulering en verzorging van hun kind.

Developmental Coordination Disorder (DCD)
Wat is het?
- Kinderen met DCD hebben een achterstand in de ontwikkeling van motorische vaardigheden
en moeite met het coördineren van de bewegingen, waardoor ze alledaagse taken minder
makkelijk uit kunnen voeren dan leeftijdsgenoten. Kinderen met DCD worden vaak als
“onhandig” omschreven.
Wanneer ontstaat het?
- De eerste verschijnselen van DCD kunnen zichtbaar zijn op zeer jonge leeftijd, dit verschilt
erg. Meestal wordt de diagnose niet gesteld voor het vijfde levensjaar.
Bij wie komt het voor?
- DCD komt voor bij prematuriteit, laag geboortegewicht, lage APGAR-score, perinatale hypoxie
en hypotonie.
Wat zijn de signalen?

4

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
boukjeb Hogeschool Utrecht
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
140
Member since
1 year
Number of followers
3
Documents
12
Last sold
1 week ago

4.2

24 reviews

5
9
4
10
3
5
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions