Veehouderij
Verteringsfysiologie
1 Veevoeding
1.1 Algemeen
1.1.1 Vertering
Mechanisch
Verkleinen door Mengen met
tanden -> groter verteringssappen
contactoppervlakt Kneden -> groter
e contact met
Vooruitstuwen absorptie-
spijsbrij oppervlakte
Chemisch
Omzetting door chemische reacties
o HCl in maag o Verteringsenzymes (pancreas en lever)
Microbiologisch
Omzetting door micro-organismen
o Pens (herkauwers) o Dikke darm
1.1.2 Verteringsstelsel
Mond & maag
voornamelijk mechanische activiteit + beperkte enzymatische vertering
Maag: sterk zuur → anti-bacteriëel
Dunne darm: enzymatische vertering met diereigen enzymen
Dikke darm: microbiële vertering: vertering met enzymen van micro-organisme
1.1.3 absorptie
= maag-darm barrière passeren
barrière tss buitenwereld en het extracellulaire vocht van lichaam
barrière enkel passeren door heel eenvoudige & kleine moleculen (eiwit & zetmeel te groot)
niet gewenste partikels: tegengehouden
dunne darm
Molecules voldoende klein Uitgebreid absorptie-oppervlak →
Sterke doorbloeding darmvlokken
1.1.4 Stofwisseling
In cellen/ organen vh dier
Omzetting van
enkelvoudige stoffen tot (complexe) lichaamseigen stoffen = STOFWISSELING
Voorbeelden
o glucose wordt verwerkt in glycogeenmolecule
o Aminozuren worden ingebouwd in spiereiwitten ...
,1.1.5 Spijsverteringsbuis
Algemene opbouw
Buis van mond tot anus
o Buis wordt smaller/dikker o Uitstulpingen ovv van magen
Opbouw van deze buis vertoont zelfde patroon
o Holte
o Slijmlaag (mucosa) → verschilt naargelang waar we zitten in het spijsverteringskanaal
o Spierlaag → dienen om voedselbrij voort te stuwen (slokdarm en darmen) of te
kneden (maag)
Onderdelen
Lumen = holte Slijmlagen
o Maaglumen, darmlumen, .... o Capteren van partikels
Villi = soort uitstulpingen Indien klein genoeg →
o Daar waar er absorptie moet absorptie
zijn Spierlagen
o Pensmaag→penspapillen o Zorgen voor vooruit stuwen en
o Darmen →darmvlokken kneden van spijsbrij
Verschil tussen zetmeel, cellulose & hemicellulose
Zowel zetmeel, cellulose als hemi-cellulose zijn lange ketens van C-ringen. Zetmeel is echter
gemakkelijk afbreekbaar terwijl de verbindingen bij (hemi-)cellulose zeer moeilijk afbreekbaar zijn.
2 Verteringsfysiologie bij herkauwers
2.1 Magencomplex bij herkauwers
Pens
Inhoud 160l
Functie
o Ruwvoeder verteren
o Symbiose met miljarden micro-organismen
Fermentatieve afbraak
Netmaag
Inhoud 16l Waterige brij
Functie
o Passage regelen van voeder (>1-2mm naar rumen & <1-2mm naar boekmaag)
Boekmaag
Inhoud: 12l
Functie
o Voederdeeltjes verder verkleinen o Indikking spijsbrij
Lebmaag
Inhoud: 12l
Functie
o Vergelijkbaar bij niet-herkauwers o Start van enzymatische afbraak
o HCl (sterk zuur)
2.2 Pensflora
= bundeling van alle micro-organismen
4 groepen die voedselweb vormen
Bacteriën: kleven vast voederdeeltjes Methanogene archaea: produceren methaan
Protozoa: kunnen voortbewegen Schimmels (beperkt)
,2.2.1 Ecologie van pensflora
Labiel evenwicht
Afhankelijk van voeding
Afhankelijk van ander m.o. (afval van ene m.o. = nutriënt voor andere)
Temperatuur: 37-39°C
pH: tss 6-7
verschillende soorten m.o.
Cellulolytische: verteren cellulose Amylolytische: verteren zetmeel
Hemicellulolytische: verteren hemicellulose Proteolytische: verteren eiwitten
2.2.2 Belang van pensflora
Vertering
Opzetting van (hemi)cellulose
o Zoogdieren hebben geen cellulase om zelf te verteren -> pensorganismen
o Vertering levert energie
Opbouw
Omzetting NPN -> aminozuren Synthetiseren van vit B
o Niet eiwit stikstof (non protein nitrogen) o Zoogdieren -> niet zelf aanmaken
Synthese kwalitatief hoogstaande eiwitten o Herkauwers -> geen vit B tekort
o Plantaardig met weinig essentiële AZ ->
microbiële met essentiële AZ
2.3 Ontwikkeling van de magen bij herkauwers
Bij geboorte
Lebmaag beste ontwikkeld Voormagen functioneren nauwelijks
Kalf: enkel melk verteren
o Slokdarmsleufreflex: melk rechtstreeks in lebmaag
Monogastrisch
Start opname vast voedsel (spenen)
Pensontwikkeling start
o Papil-ontwikkeling penswand: vergroot oppervlakte -> door snel afbreekbare
koolhydraten
o Pensspieren: vergroot contractie-activiteit -> door ruwvoeder
Evolueren tot herkauwer
2.4 Herkauwen of ruminatie
Herkauwcyclus: 60 seconden -> 4 fasen
Fase 1: regurgitatie Fase 3: bespeekselen
o Terugstuwen voedselbrij vanuit pens -> o 70 % vh water afkomstig van speeksel
muil o 40-150l speeksel per dag
Fase 2: herkauwen Fase 4: inslikken
o Trager & regelmatiger kauwen o Voedselbrij naar pens
Herkauwen
8u/dag 35-80min/ kg ruwvoeder
, Beoordeling penswerking
Pensbeweging voelbaar met hand Actieve pens: 2 duidelijke contracties/ min
Linkerzijde, achter laatste rib Slappe constructie duid op onvoldoende RV
2.5 Koolhydraten in de pens
2 groepen
KH die in de celwand zitten = zorgen voor stevigheid
o Cellulose, hemicellulose & lignine
KH die in de cellen zitten = reserve opslagplaatsen voor energie
o Zetmeel & suikers
2.5.1 Groep 1: celwand-koolhydraten
Stevigheid celwand planten
Varieert per soort Varieert volgens ras
Varieert volgens groeistadium (jong 40% & ouder 70% celwand)
Celwand koolhydraten = ruwe celstof ( hemi-cellulose + lignine)
(hemi)-cellulose Ligninge (houtstof)
o Niet verteerbaar door dierlijke org o Niet afbreekbaar door MO
o Wel verteerbaar door MO
Plantaardige celwanden
Ouder worden plant -> meer lignine -> verteerbaarheid daalt
2.5.2 Fermentatieprocessen in pens
Processen
Micro-organismen in col continue shifts
o Onder water o 37-39°C
o Anaeroob o pH=6
pensbeweging: schudden alles voortdurend door elkaar
koolhydraten in voeder omgezet door MO tot
hemicellulose -> azijnzuur suiker -> boterzuur
zetmeel -> propionzuur
vrije vluchtige vetzuren (VVZ) = energie
bacteriënpopulatie afh rantsoen ç!iiiiioèèè
weide/ vezelrijk tantsoen
o bacteriën die voornamelijk cellulose afbreken (cellulolytische)
o cellulose -> azijnzuur + methaan -> melkvet + verliespost
o pH = 6-6.5
hoog energetisch voeder
o zetmeel -> propionzuur -> lichaamsvet o pH = 5.5-6
o bacteriën die voornamelijk zetmeel afbreken (amylolytische)
wateroplosbare suikers
o suiker -> boterzuur o pH = 5.5
evenwichtige verhouding cellulose/ zetmeel & suikers belangrijk
te veel zetmeel/ suiker -> sterke pH daling -> pensverzuring
Verteringsfysiologie
1 Veevoeding
1.1 Algemeen
1.1.1 Vertering
Mechanisch
Verkleinen door Mengen met
tanden -> groter verteringssappen
contactoppervlakt Kneden -> groter
e contact met
Vooruitstuwen absorptie-
spijsbrij oppervlakte
Chemisch
Omzetting door chemische reacties
o HCl in maag o Verteringsenzymes (pancreas en lever)
Microbiologisch
Omzetting door micro-organismen
o Pens (herkauwers) o Dikke darm
1.1.2 Verteringsstelsel
Mond & maag
voornamelijk mechanische activiteit + beperkte enzymatische vertering
Maag: sterk zuur → anti-bacteriëel
Dunne darm: enzymatische vertering met diereigen enzymen
Dikke darm: microbiële vertering: vertering met enzymen van micro-organisme
1.1.3 absorptie
= maag-darm barrière passeren
barrière tss buitenwereld en het extracellulaire vocht van lichaam
barrière enkel passeren door heel eenvoudige & kleine moleculen (eiwit & zetmeel te groot)
niet gewenste partikels: tegengehouden
dunne darm
Molecules voldoende klein Uitgebreid absorptie-oppervlak →
Sterke doorbloeding darmvlokken
1.1.4 Stofwisseling
In cellen/ organen vh dier
Omzetting van
enkelvoudige stoffen tot (complexe) lichaamseigen stoffen = STOFWISSELING
Voorbeelden
o glucose wordt verwerkt in glycogeenmolecule
o Aminozuren worden ingebouwd in spiereiwitten ...
,1.1.5 Spijsverteringsbuis
Algemene opbouw
Buis van mond tot anus
o Buis wordt smaller/dikker o Uitstulpingen ovv van magen
Opbouw van deze buis vertoont zelfde patroon
o Holte
o Slijmlaag (mucosa) → verschilt naargelang waar we zitten in het spijsverteringskanaal
o Spierlaag → dienen om voedselbrij voort te stuwen (slokdarm en darmen) of te
kneden (maag)
Onderdelen
Lumen = holte Slijmlagen
o Maaglumen, darmlumen, .... o Capteren van partikels
Villi = soort uitstulpingen Indien klein genoeg →
o Daar waar er absorptie moet absorptie
zijn Spierlagen
o Pensmaag→penspapillen o Zorgen voor vooruit stuwen en
o Darmen →darmvlokken kneden van spijsbrij
Verschil tussen zetmeel, cellulose & hemicellulose
Zowel zetmeel, cellulose als hemi-cellulose zijn lange ketens van C-ringen. Zetmeel is echter
gemakkelijk afbreekbaar terwijl de verbindingen bij (hemi-)cellulose zeer moeilijk afbreekbaar zijn.
2 Verteringsfysiologie bij herkauwers
2.1 Magencomplex bij herkauwers
Pens
Inhoud 160l
Functie
o Ruwvoeder verteren
o Symbiose met miljarden micro-organismen
Fermentatieve afbraak
Netmaag
Inhoud 16l Waterige brij
Functie
o Passage regelen van voeder (>1-2mm naar rumen & <1-2mm naar boekmaag)
Boekmaag
Inhoud: 12l
Functie
o Voederdeeltjes verder verkleinen o Indikking spijsbrij
Lebmaag
Inhoud: 12l
Functie
o Vergelijkbaar bij niet-herkauwers o Start van enzymatische afbraak
o HCl (sterk zuur)
2.2 Pensflora
= bundeling van alle micro-organismen
4 groepen die voedselweb vormen
Bacteriën: kleven vast voederdeeltjes Methanogene archaea: produceren methaan
Protozoa: kunnen voortbewegen Schimmels (beperkt)
,2.2.1 Ecologie van pensflora
Labiel evenwicht
Afhankelijk van voeding
Afhankelijk van ander m.o. (afval van ene m.o. = nutriënt voor andere)
Temperatuur: 37-39°C
pH: tss 6-7
verschillende soorten m.o.
Cellulolytische: verteren cellulose Amylolytische: verteren zetmeel
Hemicellulolytische: verteren hemicellulose Proteolytische: verteren eiwitten
2.2.2 Belang van pensflora
Vertering
Opzetting van (hemi)cellulose
o Zoogdieren hebben geen cellulase om zelf te verteren -> pensorganismen
o Vertering levert energie
Opbouw
Omzetting NPN -> aminozuren Synthetiseren van vit B
o Niet eiwit stikstof (non protein nitrogen) o Zoogdieren -> niet zelf aanmaken
Synthese kwalitatief hoogstaande eiwitten o Herkauwers -> geen vit B tekort
o Plantaardig met weinig essentiële AZ ->
microbiële met essentiële AZ
2.3 Ontwikkeling van de magen bij herkauwers
Bij geboorte
Lebmaag beste ontwikkeld Voormagen functioneren nauwelijks
Kalf: enkel melk verteren
o Slokdarmsleufreflex: melk rechtstreeks in lebmaag
Monogastrisch
Start opname vast voedsel (spenen)
Pensontwikkeling start
o Papil-ontwikkeling penswand: vergroot oppervlakte -> door snel afbreekbare
koolhydraten
o Pensspieren: vergroot contractie-activiteit -> door ruwvoeder
Evolueren tot herkauwer
2.4 Herkauwen of ruminatie
Herkauwcyclus: 60 seconden -> 4 fasen
Fase 1: regurgitatie Fase 3: bespeekselen
o Terugstuwen voedselbrij vanuit pens -> o 70 % vh water afkomstig van speeksel
muil o 40-150l speeksel per dag
Fase 2: herkauwen Fase 4: inslikken
o Trager & regelmatiger kauwen o Voedselbrij naar pens
Herkauwen
8u/dag 35-80min/ kg ruwvoeder
, Beoordeling penswerking
Pensbeweging voelbaar met hand Actieve pens: 2 duidelijke contracties/ min
Linkerzijde, achter laatste rib Slappe constructie duid op onvoldoende RV
2.5 Koolhydraten in de pens
2 groepen
KH die in de celwand zitten = zorgen voor stevigheid
o Cellulose, hemicellulose & lignine
KH die in de cellen zitten = reserve opslagplaatsen voor energie
o Zetmeel & suikers
2.5.1 Groep 1: celwand-koolhydraten
Stevigheid celwand planten
Varieert per soort Varieert volgens ras
Varieert volgens groeistadium (jong 40% & ouder 70% celwand)
Celwand koolhydraten = ruwe celstof ( hemi-cellulose + lignine)
(hemi)-cellulose Ligninge (houtstof)
o Niet verteerbaar door dierlijke org o Niet afbreekbaar door MO
o Wel verteerbaar door MO
Plantaardige celwanden
Ouder worden plant -> meer lignine -> verteerbaarheid daalt
2.5.2 Fermentatieprocessen in pens
Processen
Micro-organismen in col continue shifts
o Onder water o 37-39°C
o Anaeroob o pH=6
pensbeweging: schudden alles voortdurend door elkaar
koolhydraten in voeder omgezet door MO tot
hemicellulose -> azijnzuur suiker -> boterzuur
zetmeel -> propionzuur
vrije vluchtige vetzuren (VVZ) = energie
bacteriënpopulatie afh rantsoen ç!iiiiioèèè
weide/ vezelrijk tantsoen
o bacteriën die voornamelijk cellulose afbreken (cellulolytische)
o cellulose -> azijnzuur + methaan -> melkvet + verliespost
o pH = 6-6.5
hoog energetisch voeder
o zetmeel -> propionzuur -> lichaamsvet o pH = 5.5-6
o bacteriën die voornamelijk zetmeel afbreken (amylolytische)
wateroplosbare suikers
o suiker -> boterzuur o pH = 5.5
evenwichtige verhouding cellulose/ zetmeel & suikers belangrijk
te veel zetmeel/ suiker -> sterke pH daling -> pensverzuring