Deel 1: Staatsrecht
1. Basisbeginselen van de Belgische staatsstructuur
2. De hiërarchie van de rechtsnormen
3. Rechten en vrijheden
4. De federale overheid
5. De gemeenschappen en gewesten
Deel 1: Staatsrecht
Inleiding
Het Belgisch recht
Publiek recht privaat recht
Privaat recht = regelt de verhouding tussen burgers onderling
Voorbeelden: een echtscheiding, verdeling erfenis, schadevergoeding,
burgerlijk recht, huurcontracten (vredegerecht)
Publiek recht = regelt de verhouding tussen burgers en de overheid
Voorbeelden: fiscaal recht, het Belgisch staatsrecht behoort ook tot het
Belgisch publiekrecht
Aanvullend recht = je kan / mag ervan afwijken
Dwingend recht = je kan er niet van afwijken, je wordt ertoe gedwongen, het
raakt de fundamenten van de maatschappij, van openbare orde
Staatsrecht is publiek recht en dwingend recht
,Indelingen van het recht
Privaat recht =
- Echtscheiding
- Erfenis
- Auto-ongeval
- Huur – koop
Publiekrecht =
- Onderwijsrecht
- Administratief recht
- Bestuursrecht
- Sociale media recht
- Straf en strafprocesrecht
- Fiscaal recht
Gemengde rechtstakken = deels privaat en deels publiekrecht
- Ondernemings- en economisch recht
o Ondernemingsrecht = privaat
o Economisch recht = publiek
- Sociaal recht => arbeidsrecht en sociaalzekerheidsrecht
o Arbeidsrecht = privaat
o Sociaalzekerheidsrecht = publiek (bv. groeipakket)
- Burgerlijkprocesrecht = het scheiden of huwelijk is privaat recht, beslissing
tussen burgers maar de echtscheiding of huwelijk is pas volbracht wanneer
het proces is afgerond
Hoofdstuk 1 Beginselen van de Belgische staatsstructuur
1 Het beginsel van de scheiding der machten
1.1 Het begrip ‘scheiding der machten’
Scheiding der machten =
- Rechterlijke macht
- Wetgevende macht
- Uitvoerende macht
Elke macht voert controle uit over de andere machten
Toewijzing van macht
Opgebracht door Franse filosoof Montesquieu: iedereen die macht heeft is
geneigd die te gaan misbruiken => besproken in het boek ‘De l’esprit des lois’.
Op federaal niveau:
, Macht Instantie bevoegdheid
Federale • Parlement (Kamer • wetten maken
Wetgeven en Senaat) • de Uitvoerende
de Macht • Koning Macht controleren
Federale •Koning • wetten uitvoeren
Uitvoeren • De federale • algemeen beleid
de Macht regering van het land
(ministers en
staats-
secretarissen)
Rechterlijk • Hoven en • Geschillen
e Macht rechtbanken beslechten
Op het niveau van de gemeenschappen en gewesten heb je enkel wetgevende en
uitvoerende macht.
Het begrip scheiding der machten =
Art. 33. Alle machten gaan uit van de Natie.
Zij worden uitgeoefend op de wijze bij de Grondwet bepaald.
Niveau Wetgevende Uitgevende Rechterlijke
macht macht macht
Federaal Federaal parlement Koning en federale Hoven en
( + koning) regering rechtbanken
Wet
, Regionaal / Parlementen (1 Regeringen Hoven en
deelstatelijk kamer) rechtbanken
Decreten &
ordonnanties
Provinciaal Provincieraad Bestendige Hoven en
Provinciale deputatie + rechtbanken
reglementen provinciegouverne
ur
Gemeentelijk Gemeenteraad College van Hoven en
Gemeentelijke burgemeester en rechtbanken
reglementen schepenen +
burgemeester
Het begrip scheiding der machten (federaal niveau)
Art. 36. De federale wetgevende macht wordt gezamenlijk uitgeoefend door de
Koning, de Kamer van volksvertegenwoordigers en de Senaat.
Art. 37. De federale uitvoerende macht, zoals zij door de Grondwet is geregeld,
berust bij de Koning.
Art. 40. De rechterlijke macht wordt uitgeoefend door de hoven en rechtbanken.
De arresten en vonnissen worden in naam des Konings ten uitvoer gelegd.
Art. 105. De Koning heeft geen andere macht dan die welke de Grondwet en de
bijzondere wetten, krachtens de Grondwet zelf uitgevaardigd, hem uitdrukkelijk
toekennen
Art. 146. Geen rechtbank, geen met eigenlijke rechtspraak belast orgaan kan
worden ingesteld dan krachtens een wet. Geen buitengewone rechtbanken of
commissies kunnen, onder welke benaming ook, in het leven worden geroepen.
Het begrip scheiding der machten (regionaal niveau)
Art. 115.§ 1. Er is een (Parlement) van de Vlaamse Gemeenschap, (Vlaams
(Parlement) genoemd, en een (Parlement) van de Franse Gemeenschap, waarvan
de samenstelling en de werking worden bepaald door de wet, aangenomen met
de in artikel 4, laatste lid, bepaalde meerderheid. Er is een (Parlement) van de
Duitstalige Gemeenschap, waarvan de samenstelling en de werking door de wet
worden bepaald.