Geschiedenis
Hs. 1 De tijd van de jagers en boeren 13
1.1 Het leven van de jagers-verzamelaars 13
1.2 Opkomst van de landbouw 13
1.3 De eerste steden 14
Hs. 2 De tijd van Grieken en Romeinen 15
2.1 Wetenschap en politiek in de Griekse stadstaat 15
2.2 Cultuur in het Romeinse rijk 16
2.3 Jodendom en Christendom 18
2.4 Romeinen en Germanen 18
Hs. 3 De tijd van monniken en ridders 19
3.1 De opkomst van de islam 19
3.2 Hofstelsel en horigheid 21
3.3 Het feodale stelsel 22
3.4 Christendom in Europa 23
Hs. 4 De tijd van steden en staten 24
4.1 De opkomst van steden 24
4.2 De stedelijke burgerij 24
4.3 Staatsvorming en centralisatie 25
4.4 Kerk en staat 26
4.5 Christelijk Europa en de buitenwereld 27
Hs. 5 De tijd van de ontdekkers en hervormers 28
5.1 De renaissance 28
5.2 De Europese expansie 29
5.3 De reformatie 30
5.4 De Nederlandse opstand 31
, Tijdvak Periode
1 De jagers en boeren (tot 3000 v.c.) Prehistorie
2 De Grieken en Romeinen (300 v.c. tot 500 n.c) Oudheid
3 De monniken en ridders (500 tot 1000) Vroege middeleeuwen
4 De steden en staten (1000 tot 1500) Late middeleeuwen
5 Ontdekkers en hervormers (1500 tot 1600) Vroegmoderne tijd (Nieuwe middeleeuwen)
6 Regenten en vorsten (1600 tot 1700) Vroegmoderne tijd (De gouden eeuw)
7 Pruiken en revoluties (1700 tot 1800) Vroegmoderne tijd
8 De burgers en stoommachines (1800 tot 1900) Moderne tijd
9 De wereldoorlogen Moderne tijd
10 Televisie en computer Moderne tijd
1 Tijd van jagers en boeren (tot 3000 v.C.)
1a de levenswijze van jagers-verzamelaars
Het grootste deel van de geschiedenis leefden mensen als nomaden in de samenleving van jager-
verzamelaars. Ze kwamen aan hun voedsel door te jagen en voedsel te verzamelen in de natuur. Omdat
mensen nog niet konden schrijven is onze kennis over de prehistorie gebaseerd op ongeschreven bronnen.
1b het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen
De levenswijze van mensen veranderde door de ontwikkeling van de landbouw die voor het eerst ontstond
in het Midden-Oosten omstreeks 10.000 v.C. De overstap van jagen en verzamelen naar akkerbouw en
veeteelt duurde duizenden jaren, maar had zulke grote gevolgen dat gesproken wordt van de
landbouwrevolutie. De landbouwsamenleving ontstond waarin mensen in dorpen leefden. Uit gevonden
graven weten we dat deze eerste boeren geloofden in een hiernamaals.
1c het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen
In Mesopotamië, langs de vruchtbare oevers van de Eufraat en de Tigris, ontstond de eerste stedelijke
beschaving omstreeks 3500 v.C. Door de gunstige natuurlijke omstandigheden ontstond een
landbouwoverschot, waardoor een deel van de bevolking in steden kon wonen en leven van nijverheid en
handel. Om de bevloeiing van akkers in deze landbouwstedelijke samenleving te organiseren ontwikkelden
leiders zich tot koningen, die met ambtenaren, priesters en soldaten heersten over een groot gebied. Voor
de administratie van het bestuur werd het schrift uitgevonden. Mensen geloofden in machtige goden die
alles bepaalden.
2 Tijd van Grieken en Romeinen (3000 v.C. - 500)
2a de ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de
, Griekse stadstaat
In de oudheid bestond Griekenland uit onafhankelijke stadstaten met verschillende bestuursvormen, zoals
de monarchie en aristocratie. In de 6e eeuw v.C. ontstond in Athene de eerste democratie, waarin burgers
in een volksvergadering beslisten over het bestuur. Vanaf dezelfde eeuw ontwikkelden Griekse filosofen
een wetenschappelijke manier van denken, waarbij ze alles met hun verstand probeerden te beredeneren.
2b de klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur
In de 5e en 4e eeuw v.C. ontwikkelden de Grieken hun bouwkunst en beeldhouwkunst tot op hoog niveau.
Na de verovering van Griekenland namen de Romeinen de Griekse vormentaal over en voegden er eigen
elementen aan toe. Deze Grieks-Romeinse mengcultuur wordt klassiek genoemd, vanwege de latere
navolging.
2c de groei van het Romeinse imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa
verspreidde
Met een lange reeks oorlogen breidden Romeinen hun stadstaat uit tot een wereldrijk rondom de
Middellandse Zee. Het Romeinse rijk was strak georganiseerd en stond vanaf de 1e eeuw v.C. onder leiding
van een machtige keizer. In het rijk kwam een welvarende landbouwstedelijke samenleving tot
ontwikkeling. Er was veel handel, ook met gebieden buiten het rijk. In de veroverde gebieden verspreidden
Romeinen de Grieks-Romeinse cultuur (romanisering); er was ook invloed van lokale culturen op de
Romeinse cultuur.
2d de confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur van Noordwest-
Europa
Ten oosten van de Rijn stuitten de Romeinse legers op weerstand van strijdvaardige Germanen. Voor de
bewaking van de Rijngrens gebruikten Romeinen soldaten van bevriende Germaanse stammen. Vanaf de
3e eeuw viel het westelijk deel van het Romeinse rijk uiteen. Steeds meer Germanen drongen het rijk
binnen en stichtten daar eigen staten, waarvan sommige duidelijk erfgenaam waren van de
Grieks-Romeinse cultuur, terwijl in andere het Germaanse element dominanter was. In 476 werd de laatste
West-Romeinse keizer door Germanen afgezet. Het Oost-Romeinse (Byzantijnse) rijk bleef bestaan.
2e de ontwikkeling van het jodendom en het christendom als de eerste monotheïstische
godsdiensten
Het jodendom, de oudste monotheïstische godsdienst, kwam in Israël/Palestina tot ontwikkeling. Nadat de
Romeinen het gebied hadden veroverd ontstond uit het jodendom in de 1e eeuw het christendom, dat over
het Romeinse rijk werd verspreid. Omdat christenen weigerden om de Romeinse keizer als god te vereren
werden ze van tijd tot tijd vervolgd. In de 4e eeuw werd het christendom toegestaan; later werd het de
Romeinse staatsgodsdienst. Andere godsdiensten werden verboden.
3 Tijd van monniken en ridders (500-1000)
3a de verspreiding van het christendom in geheel Europa
De rooms-katholieke kerk was in het Romeinse rijk ontstaan. Onder leiding van de paus van Rome werd
het christendom in de vroege middeleeuwen door monniken verspreid in de nog 'heidense' delen van
Europa, vaak in samenwerking met de politieke elite. Het was een geleidelijk proces van verspreiding van
boven af (de elite eerst) en van versmelting van christelijke en Germaanse gebruiken en ideeën. Overal in
Hs. 1 De tijd van de jagers en boeren 13
1.1 Het leven van de jagers-verzamelaars 13
1.2 Opkomst van de landbouw 13
1.3 De eerste steden 14
Hs. 2 De tijd van Grieken en Romeinen 15
2.1 Wetenschap en politiek in de Griekse stadstaat 15
2.2 Cultuur in het Romeinse rijk 16
2.3 Jodendom en Christendom 18
2.4 Romeinen en Germanen 18
Hs. 3 De tijd van monniken en ridders 19
3.1 De opkomst van de islam 19
3.2 Hofstelsel en horigheid 21
3.3 Het feodale stelsel 22
3.4 Christendom in Europa 23
Hs. 4 De tijd van steden en staten 24
4.1 De opkomst van steden 24
4.2 De stedelijke burgerij 24
4.3 Staatsvorming en centralisatie 25
4.4 Kerk en staat 26
4.5 Christelijk Europa en de buitenwereld 27
Hs. 5 De tijd van de ontdekkers en hervormers 28
5.1 De renaissance 28
5.2 De Europese expansie 29
5.3 De reformatie 30
5.4 De Nederlandse opstand 31
, Tijdvak Periode
1 De jagers en boeren (tot 3000 v.c.) Prehistorie
2 De Grieken en Romeinen (300 v.c. tot 500 n.c) Oudheid
3 De monniken en ridders (500 tot 1000) Vroege middeleeuwen
4 De steden en staten (1000 tot 1500) Late middeleeuwen
5 Ontdekkers en hervormers (1500 tot 1600) Vroegmoderne tijd (Nieuwe middeleeuwen)
6 Regenten en vorsten (1600 tot 1700) Vroegmoderne tijd (De gouden eeuw)
7 Pruiken en revoluties (1700 tot 1800) Vroegmoderne tijd
8 De burgers en stoommachines (1800 tot 1900) Moderne tijd
9 De wereldoorlogen Moderne tijd
10 Televisie en computer Moderne tijd
1 Tijd van jagers en boeren (tot 3000 v.C.)
1a de levenswijze van jagers-verzamelaars
Het grootste deel van de geschiedenis leefden mensen als nomaden in de samenleving van jager-
verzamelaars. Ze kwamen aan hun voedsel door te jagen en voedsel te verzamelen in de natuur. Omdat
mensen nog niet konden schrijven is onze kennis over de prehistorie gebaseerd op ongeschreven bronnen.
1b het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen
De levenswijze van mensen veranderde door de ontwikkeling van de landbouw die voor het eerst ontstond
in het Midden-Oosten omstreeks 10.000 v.C. De overstap van jagen en verzamelen naar akkerbouw en
veeteelt duurde duizenden jaren, maar had zulke grote gevolgen dat gesproken wordt van de
landbouwrevolutie. De landbouwsamenleving ontstond waarin mensen in dorpen leefden. Uit gevonden
graven weten we dat deze eerste boeren geloofden in een hiernamaals.
1c het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen
In Mesopotamië, langs de vruchtbare oevers van de Eufraat en de Tigris, ontstond de eerste stedelijke
beschaving omstreeks 3500 v.C. Door de gunstige natuurlijke omstandigheden ontstond een
landbouwoverschot, waardoor een deel van de bevolking in steden kon wonen en leven van nijverheid en
handel. Om de bevloeiing van akkers in deze landbouwstedelijke samenleving te organiseren ontwikkelden
leiders zich tot koningen, die met ambtenaren, priesters en soldaten heersten over een groot gebied. Voor
de administratie van het bestuur werd het schrift uitgevonden. Mensen geloofden in machtige goden die
alles bepaalden.
2 Tijd van Grieken en Romeinen (3000 v.C. - 500)
2a de ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de
, Griekse stadstaat
In de oudheid bestond Griekenland uit onafhankelijke stadstaten met verschillende bestuursvormen, zoals
de monarchie en aristocratie. In de 6e eeuw v.C. ontstond in Athene de eerste democratie, waarin burgers
in een volksvergadering beslisten over het bestuur. Vanaf dezelfde eeuw ontwikkelden Griekse filosofen
een wetenschappelijke manier van denken, waarbij ze alles met hun verstand probeerden te beredeneren.
2b de klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur
In de 5e en 4e eeuw v.C. ontwikkelden de Grieken hun bouwkunst en beeldhouwkunst tot op hoog niveau.
Na de verovering van Griekenland namen de Romeinen de Griekse vormentaal over en voegden er eigen
elementen aan toe. Deze Grieks-Romeinse mengcultuur wordt klassiek genoemd, vanwege de latere
navolging.
2c de groei van het Romeinse imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa
verspreidde
Met een lange reeks oorlogen breidden Romeinen hun stadstaat uit tot een wereldrijk rondom de
Middellandse Zee. Het Romeinse rijk was strak georganiseerd en stond vanaf de 1e eeuw v.C. onder leiding
van een machtige keizer. In het rijk kwam een welvarende landbouwstedelijke samenleving tot
ontwikkeling. Er was veel handel, ook met gebieden buiten het rijk. In de veroverde gebieden verspreidden
Romeinen de Grieks-Romeinse cultuur (romanisering); er was ook invloed van lokale culturen op de
Romeinse cultuur.
2d de confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur van Noordwest-
Europa
Ten oosten van de Rijn stuitten de Romeinse legers op weerstand van strijdvaardige Germanen. Voor de
bewaking van de Rijngrens gebruikten Romeinen soldaten van bevriende Germaanse stammen. Vanaf de
3e eeuw viel het westelijk deel van het Romeinse rijk uiteen. Steeds meer Germanen drongen het rijk
binnen en stichtten daar eigen staten, waarvan sommige duidelijk erfgenaam waren van de
Grieks-Romeinse cultuur, terwijl in andere het Germaanse element dominanter was. In 476 werd de laatste
West-Romeinse keizer door Germanen afgezet. Het Oost-Romeinse (Byzantijnse) rijk bleef bestaan.
2e de ontwikkeling van het jodendom en het christendom als de eerste monotheïstische
godsdiensten
Het jodendom, de oudste monotheïstische godsdienst, kwam in Israël/Palestina tot ontwikkeling. Nadat de
Romeinen het gebied hadden veroverd ontstond uit het jodendom in de 1e eeuw het christendom, dat over
het Romeinse rijk werd verspreid. Omdat christenen weigerden om de Romeinse keizer als god te vereren
werden ze van tijd tot tijd vervolgd. In de 4e eeuw werd het christendom toegestaan; later werd het de
Romeinse staatsgodsdienst. Andere godsdiensten werden verboden.
3 Tijd van monniken en ridders (500-1000)
3a de verspreiding van het christendom in geheel Europa
De rooms-katholieke kerk was in het Romeinse rijk ontstaan. Onder leiding van de paus van Rome werd
het christendom in de vroege middeleeuwen door monniken verspreid in de nog 'heidense' delen van
Europa, vaak in samenwerking met de politieke elite. Het was een geleidelijk proces van verspreiding van
boven af (de elite eerst) en van versmelting van christelijke en Germaanse gebruiken en ideeën. Overal in