Hoofdstuk 2 – Waarneming
Via onze zintuigen vormen wij ons een indruk van onze omgeving. Via onze zintuigen nemen
we de empirische, gebaseerd op de waarnemingen, werkelijkheid waar.
Perceptie (waarneming) is het proces waarbij de waarnemer prikkels vanuit de omgeving
selecteert, organiseert en interpreteert, zodat er een zinvol en betekenisvol beeld van de
werkelijkheid ontstaat.
Contrast
Een van de eerste dingen die mensen leren herkennen zen waar te nemen zijn gezichten.
Pasgeborenen zien geen details en kleuren maar vooral vage contouren. Dit principe zet zich
ook later door, waardoor wij nog steeds overal gezichten in zien. In eerste instantie leren we
dus waarnemen op basis van contrast. Lichte versus donkere patronen.
Selectie
We kunnen niet alle informatie die binnenkomt verwerken, omdat onze hersenen dat simpel
weg niet aankunnen. Het selecteren van welke prikkels wel bewust worden waargenomen en
welke niet hangt af van een aantal factoren:
- Kenmerken van de prikkels.
- Kenmerken van de waarnemer.
Kenmerken van de prikkel hebben te maken met eigenschappen van hetgene wat wij
waarnemen.
- Hoe groot is de prikkel?
- Hoe intens is de prikkel?
- Hoe groot is het contrast met de prikkel?
Kenmerken van de waarnemer zijn onder andere:
- Persoonlijkheid
- Leerprocessen
- Motivatie
Immanuel kant stelde dat er twee werelden zijn. De noumenale wereld: de wereld zoals deze
daadwerkelijk is. En de fenomenale wereld: de wereld zoals deze in ons bewustzijn wordt
waargenomen.
Organisatie
Om betekenis te geven aan de beelden en structuren die binnenkomen op ons netvlies
proberen we deze informatie te ordenen en te rangschikken om zodoende betekenis te geven
aan datgene wat we zien.
Er zijn verschillende gestaltwetten.
De wet van gelijkheid zegt dat wij dingen die er hetzelfde uitzien bij elkaar ordenen.
, De wet van nabijheid leert ons dat objecten die bij elkaar gegroepeerd zijn, bij elkaar horen.
De wet van goede voortgang of continuïteit geeft aan dat wij lijnen onbewust in een
vloeiende beweging doortrekken.
De wet van aanvulling of geslotenheid geeft onze voorkeur voor gesloten vormen aan.
Overige aannames over de werkelijkheid
Een andere aanname die we altijd hebben is dat ruimtes parallel zijn en evenwijdig lopen.
Gezichten zijn bol. Al vanaf dat we gezichten leren waarnemen krijgen we de bevestiging dat
bol zijn. We hebben dus geleerd dat we tegen de bolle kant van iemands gezicht aankijken en
op het moment dat we ons hoofd bewegen blijft het gezicht van de ander stil staan.
Subliminale perceptie
Onze hersenen verwerken beelden niet heel snel. 25 frames per seconden verwerken we als
vloeiende beweging. Als we tussen die 25 frames 1 frame monteren met een ander beeld, valt
ons dat niet bewust op. Wel laten subliminale boodschappen iemands attitude passief
beïnvloeden, vooral wanneer deze attitude niet heel sterk is. Dus subliminale boodschappen
kunnen effect hebben, maar het effect is wel heel klein.
Priming
Nauw verwant aan de subliminale perceptie is priming. Priming is wanneer we iets gezien
hebben zonder er duidelijk aandacht aan te besteden. Bijv een reclamebord. Het verschil
tussen subliminale perceptie en priming heeft te maken met de grootte van de prikkel. Bij
subliminale perceptie is de prikkel zo kort dat we deze niet bewust kunnen waarnemen. Zaken
die we wel waarnemen maar geen aandacht aan besteden vallen onder priming.
Change blindness
Omdat onze hersenen niet alles kunnen bewust kunnen verwerken ‘zien’ we ook niet alles. Als
we in een ruimte zitten en na 15 minuten veranderd de kleur van de muur, zal ons dit niet
opvallen, puur omdat hier geen aandacht voor hebben. Dit heet change blindness. Een
specifieke vorm van veranderingsblindheid is inattentional blindness. Hier is sprake van
wanneer een nieuw object niet waargenomen wordt.
We kunnen ons niet op twee dingen tegelijk focussen. Wel hebben we divided attention: de
aandacht verdelen lukt, zolang we niet de volledige aandacht nodig hebben voor beide.
Informatieverwerking
Via onze zintuigen vormen wij ons een indruk van onze omgeving. Via onze zintuigen nemen
we de empirische, gebaseerd op de waarnemingen, werkelijkheid waar.
Perceptie (waarneming) is het proces waarbij de waarnemer prikkels vanuit de omgeving
selecteert, organiseert en interpreteert, zodat er een zinvol en betekenisvol beeld van de
werkelijkheid ontstaat.
Contrast
Een van de eerste dingen die mensen leren herkennen zen waar te nemen zijn gezichten.
Pasgeborenen zien geen details en kleuren maar vooral vage contouren. Dit principe zet zich
ook later door, waardoor wij nog steeds overal gezichten in zien. In eerste instantie leren we
dus waarnemen op basis van contrast. Lichte versus donkere patronen.
Selectie
We kunnen niet alle informatie die binnenkomt verwerken, omdat onze hersenen dat simpel
weg niet aankunnen. Het selecteren van welke prikkels wel bewust worden waargenomen en
welke niet hangt af van een aantal factoren:
- Kenmerken van de prikkels.
- Kenmerken van de waarnemer.
Kenmerken van de prikkel hebben te maken met eigenschappen van hetgene wat wij
waarnemen.
- Hoe groot is de prikkel?
- Hoe intens is de prikkel?
- Hoe groot is het contrast met de prikkel?
Kenmerken van de waarnemer zijn onder andere:
- Persoonlijkheid
- Leerprocessen
- Motivatie
Immanuel kant stelde dat er twee werelden zijn. De noumenale wereld: de wereld zoals deze
daadwerkelijk is. En de fenomenale wereld: de wereld zoals deze in ons bewustzijn wordt
waargenomen.
Organisatie
Om betekenis te geven aan de beelden en structuren die binnenkomen op ons netvlies
proberen we deze informatie te ordenen en te rangschikken om zodoende betekenis te geven
aan datgene wat we zien.
Er zijn verschillende gestaltwetten.
De wet van gelijkheid zegt dat wij dingen die er hetzelfde uitzien bij elkaar ordenen.
, De wet van nabijheid leert ons dat objecten die bij elkaar gegroepeerd zijn, bij elkaar horen.
De wet van goede voortgang of continuïteit geeft aan dat wij lijnen onbewust in een
vloeiende beweging doortrekken.
De wet van aanvulling of geslotenheid geeft onze voorkeur voor gesloten vormen aan.
Overige aannames over de werkelijkheid
Een andere aanname die we altijd hebben is dat ruimtes parallel zijn en evenwijdig lopen.
Gezichten zijn bol. Al vanaf dat we gezichten leren waarnemen krijgen we de bevestiging dat
bol zijn. We hebben dus geleerd dat we tegen de bolle kant van iemands gezicht aankijken en
op het moment dat we ons hoofd bewegen blijft het gezicht van de ander stil staan.
Subliminale perceptie
Onze hersenen verwerken beelden niet heel snel. 25 frames per seconden verwerken we als
vloeiende beweging. Als we tussen die 25 frames 1 frame monteren met een ander beeld, valt
ons dat niet bewust op. Wel laten subliminale boodschappen iemands attitude passief
beïnvloeden, vooral wanneer deze attitude niet heel sterk is. Dus subliminale boodschappen
kunnen effect hebben, maar het effect is wel heel klein.
Priming
Nauw verwant aan de subliminale perceptie is priming. Priming is wanneer we iets gezien
hebben zonder er duidelijk aandacht aan te besteden. Bijv een reclamebord. Het verschil
tussen subliminale perceptie en priming heeft te maken met de grootte van de prikkel. Bij
subliminale perceptie is de prikkel zo kort dat we deze niet bewust kunnen waarnemen. Zaken
die we wel waarnemen maar geen aandacht aan besteden vallen onder priming.
Change blindness
Omdat onze hersenen niet alles kunnen bewust kunnen verwerken ‘zien’ we ook niet alles. Als
we in een ruimte zitten en na 15 minuten veranderd de kleur van de muur, zal ons dit niet
opvallen, puur omdat hier geen aandacht voor hebben. Dit heet change blindness. Een
specifieke vorm van veranderingsblindheid is inattentional blindness. Hier is sprake van
wanneer een nieuw object niet waargenomen wordt.
We kunnen ons niet op twee dingen tegelijk focussen. Wel hebben we divided attention: de
aandacht verdelen lukt, zolang we niet de volledige aandacht nodig hebben voor beide.
Informatieverwerking