100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Algemene psychologie

Rating
-
Sold
1
Pages
54
Uploaded on
02-10-2025
Written in
2023/2024

Samenvatting van het van Algemene psychologie in het eerste jaar TP aan AP Hogeschool. In de samenvatting staat alles van in de powerpoint, aangevuld met eigen notities van de les en het boek. Al de belangrijke informatie die tijdens de lessen werd aangehaald, werd geleken en aangevuld door het boek, zodat het zo volledig mogelijk was. Geslaagd in eerste zit.

Show more Read less
Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Summarized whole book?
Yes
Uploaded on
October 2, 2025
File latest updated on
October 2, 2025
Number of pages
54
Written in
2023/2024
Type
Summary

Subjects

Content preview

Algemene psychologie


1. Inleiding – Kennismaking met de psychologie 1.2.1 Verschillen in het verzamelen van gegevens
1.1 Definitie van de psychologie Intuïtieve inzichten Wetenschappelijk
Psychologie = de wetenschappelijke studie van het gedrag en de mentale activiteiten van Toevallig Systematisch
het individu. Subjectief Objectief
Alledaagse leven Gecontroleerde situaties
 Doel: gedrag begrijpen en verklaren
 Invalshoek psychologie: bestudeert het gedrag op niveau van het individu Objectieve vaststellingen
 Verklaringen zoeken binnen de persoon zelf of in onmiddellijke omgeving
 Observaties moeten kunnen worden herhaald en gecontroleerd
Onderscheid met:  Objectiviteitsbeginsel: wetenschap dient te vertrekken vanuit objectieve gegevens
 Sociologie: menselijk gedrag onderzoeken binnen ruimere maatschappelijke context o Gebruik van instrumenten (thermometers, tijdklokken,…)
 Biologie: menselijk gedrag onderzoeken in biologische processen – lichamelijke  In psychologie wat moeilijke om instrumenten te gebruiken: meest gebruikte zijn
aspecten vragenlijsten en psychologische testen
 Voor sommige gegevens is dit niet mogelijk
1.2 Wetenschappelijke psychologie en intuïtieve mensenkennis  Intersubjectiviteit = mate van overeenkomst tss verschillende waarnemers

Intuïtieve mensenkennis = alle inzichten die we opdoen uit onze eigen ervaringen
Technieken die door psychologen worden gebruikt:
 Gebruiken we in onze dagelijkse omgang met mensen
 Denken we niet veel over na • Natuurlijke observatie (in spontane, natuurlijke omstandigheden observeren)
Gelijkenissen: • Participerende observatie (zelf deelnemen aan het groepsgebeuren)
• Ongestructureerd interview (mensen intervieuwen voor je op voorhand een
 Algemene doelstelling: ontdekken hoe gebeurtenissen onderling samenhangen, om vragenlijst opsteld – spontane vragen)
ze te kunnen voorspellen of er vat op te krijgen
• Gestructureerd interview (vragen opschrijven – elke persoon dezelfde vragen
 Parallel in wijze van werken: gebaseerd op ervaringsgegevens
stellen – voordeel: anwoorden goed kunnen vergelijken – vooraf opgestelde
Verschillen: vragen)
• Vragenlijsten (lijst vooraf gestelde vragen die schriftelijk beantwoord worden)
 Verschillen in het soort ervaringen
• Gebruik van databanken (gegevens met elkaar vergelijken – anoniem)
 Verschillen in wijze waarop uit die gegevens algemene inzichten gehaald worden
• Fysiologische metingen (bloeddruk, hartslag, ademhalingen,…)
• Psychologische tests (gestandaardiseerde situatie waarin bepaalde
gedragsaspecten zo objectiefmogelijk geobserveerd en geanalyseerd kunnen
worden

1

, Algemene psychologie


 Kwalitatief
 Soms ook kwantitatief: cijfermatig uitgedrukt (grafiek)
 Kleine steekproeven
Systematische observaties  Gevalsstudies: slechts één of enkele mensen diepgaand geobserveerd en/of
 Representatief bevraagd
 Toevallige steekproef (niet-selectieve of aselecte sample)  Zwakheden:
o Subjectief: onderzoeker kiest voor wat hij de meest waarschijnlijke
In gecontroleerde situaties verklaring vindt
o Gebaseerd op één of hooguit enkele gevallen
 Geen storende factoren
 Vaak in laboratoriumomstandigheden
De verkennende methode
1.2.2 Verschillen in het zoeken van samenhangen = onderzoeken naar samenhangen (correlaties) en verschillen tussen fenomenen

Fundamentele verschillen tss intuïtieve en wetenschappelijke manier van werken:  Kwalitatief of kwantitatief
 Gegevens verzamelen van een grote groep individuen
Intuïtief Wetenschappelijk
 Correlatiecoëfficiënt: drukt uit in hoeverre verschillende gegevens of variabelen
 Snel en oppervlakkig  Methodisch onderzoek
onderling samenhangen
 Meestal geen vragen/ 1 keer  Inkaderen in een bredere theorie
 Variabele = een kenmerk dat verschillende verschijningsvormen kan aannemen
voorkomen voldoende om verband te  Op zoek naar een diepere verklaring
(leeftijd, geslacht,…)
zien  Herhaaldelijk getoetst (empirische
 Soorten correlaties/ mogelijke verbanden:
 Eenvoudig vaststellen v.e. samenhang toetsing)
o Positieve correlatie: als mensen meer naar agressieve films kijken, zich
 Eenvoudig aangenomen of verworpen
gemiddeld ook agressiever zouden gedragen
o Negatieve correlatie: als mensen die meer naar agressieve films kijken,
Methodisch werken
minder agressief gedrag vertonen
3 verschillende mogelijkheden om te zoeken naar samenhang: o Nulcorrelatie: geen verband
 De beschrijvende methode
 De verkennende methode
 De verklarende methode (experimenteel onderzoek) De verklarende methode
= gebaseerd op het systematisch manipuleren van één of meer variabelen, waarvan het
De beschrijvende methode effect op een andere variabele wordt nagegaan
= brengt een situatie in kaart zoals ze is, oorzaak proberen zoeken voor een bepaalde
 Kwantitatief: het cijfermateriaal dat hieruit voorkomt wordt statistisch verwerkt
gebeurtenis
 Nagaan of de ene variabele de andere veroorzaakt

2

, Algemene psychologie




Experimenteel onderzoek

 Experiment waarbij de beide variabelen nauwkeurig gedefinieerd en gecontroleerd
kunnen worden
 Afhankelijke variabele = te meten variabele, fenomeen waarvan we willen weten
waardoor het beïnvloed wordt
 Onafhankelijke variabele = variabele die gemanipuleerd wordt of verandert,
omstandigheden waarvan we vermoeden dat ze invloed heeft op de AV
 Storende variabelen: moeten worden uitgeschakeld en geneutraliseerd
 Twee ‘identieke’ proefgroepen  equivalente of gelijkwaardige groepen
(ontstaan door 2 toevallige steekproeven te nemen uit eenzelfde populatie)
 Manipulatie: ene groep krijgt een andere behandeling dan de anderen
o Experimentele groep = groep dat gemanipuleerd wordt, die de
onafhankelijke variabele krijgt toegediend
o Controlegroep = groep die in controle is, waarop de onderzochte methode
niet wordt toegepast
 Causale of oorzakelijke relatie: wanneer zou blijken dat beide groepen gemiddeld
van elkaar verschillen




3

, Algemene psychologie


 Bij onderzoek naar inwerking van meerdere onafhankelijke variabelen (bv. jongens = empirische cyclus
vs meisjes): onderscheidt 2 soorten effecten
o Hoofdeffect = in hoeverre heeft elke onafhankelijke variabele apart een
invloed op de afhankelijke variabele (hele groep, toepassing voor iedereen) Empirische cyclus (6 stappen)
o Interactie-effect = het effect van de ene onafhankelijke variabele wordt
beïnvloed door de andere (effect is bij 1 groep groter dan bij de andere) 1. Eerste (toevallige) vaststelling
o Bv. kijken naar agressieve films heeft bij jongens een groter effect dan bij 2. Formuleren van hypothesen (inductie)
meisjes 3. Afleiden van toetsbare veronderstellingen (deductie)
4. Toetsingsfase
5. Nagaan of hypothese houdbaar is
Inkaderen in een bredere theorie 6. Eventueel formuleren van een nieuwe hypothese

 Op zoek gaan naar diepere verklaringen
o Hoe komt het dat er een samenhang is? Zijn er nog verborgen schakels?
 Nieuwe samenhangen onderzoeken  ontstaan van meer omvattende modellen en
theorieën
 Theorie = een netwerk van relaties waarin wordt aangegeven hoe verschillende
gebeurtenissen met elkaar in verband staan
 Samenhangend geheel van beweringen waarin alle gekende wetmatigheden over
de bestudeerde werkelijkheid in vervat zitten
 Hypothese = veronderstelde samenhang
 Uiteindelijke doel: verklaren en voorspellen


Empirische toetsing

 Wetenschappelijke beweringen zijn steeds voorlopig  nooit definitief ‘bewezen’
o Falsificatie = de ongerijmdheid of ‘valsheid’ ervan aantonen
o Verificatie = aantonen dat ze in alle omstandigheden ‘waar’ is
 Wetten = hypothesen die een groot aantal toetsingen met succes doorstaan hebben
 Wetenschappelijke kennis groeit dankzij het doorlopen van enkele opeenvolgende 1.3 Geschiedenis van de psychologie
stappen
1.3.1 De verre voorgeschiedenis
 Voortdurende confrontatie tss zintuigelijke waarnemingen/ empirische
vaststellingen en verstandelijke verklaringen/ theoretische uitwerkingen  Intuïtieve of voorwetenschappelijke psychologie

4
$9.67
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
NDsamenvattingen
4.0
(1)

Get to know the seller

Seller avatar
NDsamenvattingen Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
3
Member since
2 months
Number of followers
0
Documents
10
Last sold
1 week ago

4.0

1 reviews

5
0
4
1
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions