Onderwijsgroep 6. Inleiding in de Orthopedagogiek
Leerdoelen bij probleem 2.
Gelezen bronnen:
Hoofdstuk 3 De Bruijn1
Hoofdstuk 22 uit Orthopedagogische probleemvelden2
Hoofdstuk 4 en 5 uit Ruijssenaars3
Wat houdt de klinische cyclus in? (diagnostische, regulatieve en
behandelingscyclus)
Klinische cyclus1
In de klinische cyclus wordt de keuze voor de behandeling bepaald door informatie die is
ingewonnen op het niveau van de klachtanalyse, probleemanalyse, diagnose- en
indicatiestelling (= diagnostische cyclus). De kans van slagen bij een behandeling is dus
afhankelijk van juiste klinisch-diagnostische informatie. Vervolgens vind evaluatie plaats.
Hierna wordt overgegaan op de therapeutische cyclus; het plannen (PL), uitvoeren (UV)
en beoordelen van het effect (BE) van een behandeling.
Stappen in diagnostisch onderzoek:1
1. Klachtanalyse (KA) = verhelderend
Diagnost verzamelt de klachten van de cliënt en controleert hun betekenis. Controle
van betekenis houdt in dat de diagnost nagaat of de klachten van de cliënt/diens
omgeving daadwerkelijk overeenkomen met wat de cliënt/diens omgeving bedoelt.
Inside perspectief: vanuit de cliënt.
2. Probleemanalyse (PA) = onderkennend
Problemen ordenen en eventueel beschrijven. Outside perspectief; vanuit de
diagnost bekeken. Maakt een inschatting van het geheel aan problemen.
3. Verklaringsanalyse (VA) = verklarend
De diagnost genereert diagnostische hypothesen, leidt er empirisch toetsbare
voorspellingen uit af, toetst deze voorspellingen en formuleert de diagnostische
conclusie. De uitkomst is een lijst van één of
meerdere diagnosen die met een bepaalde mate van
waarschijnlijkheid als verklaringen voor het probleem
gelden.
4. Indicatieanalyse (IA) = indicerend
Is er hulp nodig? Welke hulp is nodig?
Behandelingscyclus3
1. Verkennende behandelingsanalyse:
Wat moet er gedaan worden en hoe?
Risico en protectieve factoren (oorzaak)
Effect van de aanpak en interpretaties van de cliënt
Orthopedagoog: voorbereidend, omgeving betrekken
2. Voorspellen van reacties van de cliënt en omgeving:
Algemeen: wat is het effect van de behandeling?
Kan deze behandeling gebruikt worden?
3. Toetsende behandeling:
Heeft de behandeling effect? Eventueel aanpassen
Korte termijn/tussentijdse evaluatie
4. Evaluatie t.o.v. het globale doel:
Lange termijn/na de behandeling evalueren
Regulatieve cyclus (van Strien)2
1. Probleemstelling: wat is het probleem?
Leerdoelen bij probleem 2.
Gelezen bronnen:
Hoofdstuk 3 De Bruijn1
Hoofdstuk 22 uit Orthopedagogische probleemvelden2
Hoofdstuk 4 en 5 uit Ruijssenaars3
Wat houdt de klinische cyclus in? (diagnostische, regulatieve en
behandelingscyclus)
Klinische cyclus1
In de klinische cyclus wordt de keuze voor de behandeling bepaald door informatie die is
ingewonnen op het niveau van de klachtanalyse, probleemanalyse, diagnose- en
indicatiestelling (= diagnostische cyclus). De kans van slagen bij een behandeling is dus
afhankelijk van juiste klinisch-diagnostische informatie. Vervolgens vind evaluatie plaats.
Hierna wordt overgegaan op de therapeutische cyclus; het plannen (PL), uitvoeren (UV)
en beoordelen van het effect (BE) van een behandeling.
Stappen in diagnostisch onderzoek:1
1. Klachtanalyse (KA) = verhelderend
Diagnost verzamelt de klachten van de cliënt en controleert hun betekenis. Controle
van betekenis houdt in dat de diagnost nagaat of de klachten van de cliënt/diens
omgeving daadwerkelijk overeenkomen met wat de cliënt/diens omgeving bedoelt.
Inside perspectief: vanuit de cliënt.
2. Probleemanalyse (PA) = onderkennend
Problemen ordenen en eventueel beschrijven. Outside perspectief; vanuit de
diagnost bekeken. Maakt een inschatting van het geheel aan problemen.
3. Verklaringsanalyse (VA) = verklarend
De diagnost genereert diagnostische hypothesen, leidt er empirisch toetsbare
voorspellingen uit af, toetst deze voorspellingen en formuleert de diagnostische
conclusie. De uitkomst is een lijst van één of
meerdere diagnosen die met een bepaalde mate van
waarschijnlijkheid als verklaringen voor het probleem
gelden.
4. Indicatieanalyse (IA) = indicerend
Is er hulp nodig? Welke hulp is nodig?
Behandelingscyclus3
1. Verkennende behandelingsanalyse:
Wat moet er gedaan worden en hoe?
Risico en protectieve factoren (oorzaak)
Effect van de aanpak en interpretaties van de cliënt
Orthopedagoog: voorbereidend, omgeving betrekken
2. Voorspellen van reacties van de cliënt en omgeving:
Algemeen: wat is het effect van de behandeling?
Kan deze behandeling gebruikt worden?
3. Toetsende behandeling:
Heeft de behandeling effect? Eventueel aanpassen
Korte termijn/tussentijdse evaluatie
4. Evaluatie t.o.v. het globale doel:
Lange termijn/na de behandeling evalueren
Regulatieve cyclus (van Strien)2
1. Probleemstelling: wat is het probleem?