Leerdoelen historische context 3.
3.1 De Nederlandse maatschappij
Met behulp van een voorbeeld uitleggen dat Nederland na 1945 zijn
neutraliteitspolitiek opgaf.
- Een voorbeeld uit de tekst dat laat zien dat Nederland na 1945 zijn
neutraliteitspolitiek opgaf, is het lidmaatschap van de NAVO.
- Voor de Tweede Wereldoorlog probeerde Nederland neutraal te
blijven in internationale conflicten, maar in 1940 werd het land toch
aangevallen door Duitsland. Na de oorlog voelde Nederland een
nieuwe dreiging van de Sovjet-Unie en besloot dat neutraliteit niet
langer een optie was. Daarom sloot Nederland zich aan bij de NAVO,
een militair bondgenootschap van westerse landen, om samen met
andere landen bescherming te zoeken tegen de Sovjetdreiging. Dit
toont aan dat Nederland niet langer onafhankelijk wilde blijven in
internationale conflicten, maar actief koos voor samenwerking
binnen een militair bondgenootschap.
Ik kan oorzaken noemen voor de groeiende welvaart in Nederland na
1948
- De groeiende welvaart in Nederland na 1948 had drie belangrijke
oorzaken:
- De Marshallhulp: Dankzij financiële steun uit de Verenigde Staten kon de
Nederlandse economie zich snel herstellen. Dit hielp bedrijven om weer op
gang te komen.
- Geleide loonpolitiek: De overheid hield lonen laag, waardoor bedrijven
meer werknemers konden aannemen en Nederlandse producten goedkoop
bleven. Hierdoor steeg de export, vooral naar Duitsland, wat bijdroeg aan
economische groei.
- Aardgasvondst in Groningen: Vanaf de jaren 1960 zorgde de
ontdekking en export van aardgas voor extra inkomsten voor de overheid
en verdere economische groei.
- Deze ontwikkelingen leidden tot de opbouw van de verzorgingsstaat en de
opkomst van de consumptiemaatschappij in de jaren 1960.
Welk verband er bestaat tussen de groeiende welvaart en de komst
van de verzorgingsstaat en de consumptiemaatschappij in
Nederland:
- De groeiende welvaart in Nederland na 1948 leidde direct tot de opbouw
van de verzorgingsstaat en de opkomst van de
consumptiemaatschappij.
- Verzorgingsstaat: Doordat de economie groeide, had de overheid meer
inkomsten. De rooms-rode regeringen gebruikten dit geld om sociale
voorzieningen op te bouwen. In de jaren 1950 werd de verzorgingsstaat
versterkt, bijvoorbeeld met de invoering van de AOW in 1957, zodat
ouderen verzekerd waren van een pensioen.
- Consumptiemaatschappij: In de jaren 1960 eindigde de geleide
loonpolitiek, waardoor lonen sterk stegen. Hierdoor kregen Nederlanders
, meer te besteden en konden zij luxeproducten kopen, zoals huishoudelijke
apparaten en auto’s. Mensen werden mobieler en gingen vaker op
vakantie.
- Kortom, de toename van welvaart maakte het mogelijk om een
verzorgingsstaat op te bouwen en leidde tegelijkertijd tot een samenleving
waarin mensen meer gingen consumeren.
Ik kan oorzaken noemen van migratie uit en naar Nederland tussen
1948 en 1975:
- Emigratie (jaren 1950):
Door het sobere leven tijdens de wederopbouw vertrokken
honderdduizenden Nederlanders naar landen als Australië, Nieuw-
Zeeland en Canada, waar meer werkgelegenheid was.
- Immigratie (vanaf eind jaren 1960):
Door de groeiende welvaart had Nederland juist extra arbeidskrachten
nodig. Werkgevers haalden gastarbeiders uit Spanje, Italië, Turkije en
Marokko.
- Migratie door dekolonisatie:
Na de onafhankelijkheid van Indonesië (1949) kwamen veel mensen naar
Nederland, vooral degenen die aan de Nederlandse kant hadden
gevochten.
Na de onafhankelijkheid van Suriname (1975) verhuisden veel Surinamers
naar Nederland vanwege onzekerheid over hun toekomst.
Ik kan beschrijven hoe de groeiende welvaart leidde tot sociaal-
culturele veranderingen, waaronder ontzuiling en het ontstaan van
jongerenculturen:
1. Ontzuiling:
Doordat steeds meer mensen een betere opleiding kregen en toegang
kregen tot nieuwe communicatiemiddelen zoals televisie, kwamen ze in
aanraking met andere denkbeelden en namen ze meer afstand van hun
eigen zuil.
Minder mensen gingen naar de kerk, waardoor de invloed van de
katholieke en protestantse zuilen afnam.
Dit leidde tot de opkomst van nieuwe politieke partijen (zoals D66) en
onafhankelijke media (zoals Radio Veronica).
2. Jongerenculturen:
Jongeren hadden door de economische groei meer geld en vrije tijd,
waardoor ze een eigen levensstijl ontwikkelden.
3.1 De Nederlandse maatschappij
Met behulp van een voorbeeld uitleggen dat Nederland na 1945 zijn
neutraliteitspolitiek opgaf.
- Een voorbeeld uit de tekst dat laat zien dat Nederland na 1945 zijn
neutraliteitspolitiek opgaf, is het lidmaatschap van de NAVO.
- Voor de Tweede Wereldoorlog probeerde Nederland neutraal te
blijven in internationale conflicten, maar in 1940 werd het land toch
aangevallen door Duitsland. Na de oorlog voelde Nederland een
nieuwe dreiging van de Sovjet-Unie en besloot dat neutraliteit niet
langer een optie was. Daarom sloot Nederland zich aan bij de NAVO,
een militair bondgenootschap van westerse landen, om samen met
andere landen bescherming te zoeken tegen de Sovjetdreiging. Dit
toont aan dat Nederland niet langer onafhankelijk wilde blijven in
internationale conflicten, maar actief koos voor samenwerking
binnen een militair bondgenootschap.
Ik kan oorzaken noemen voor de groeiende welvaart in Nederland na
1948
- De groeiende welvaart in Nederland na 1948 had drie belangrijke
oorzaken:
- De Marshallhulp: Dankzij financiële steun uit de Verenigde Staten kon de
Nederlandse economie zich snel herstellen. Dit hielp bedrijven om weer op
gang te komen.
- Geleide loonpolitiek: De overheid hield lonen laag, waardoor bedrijven
meer werknemers konden aannemen en Nederlandse producten goedkoop
bleven. Hierdoor steeg de export, vooral naar Duitsland, wat bijdroeg aan
economische groei.
- Aardgasvondst in Groningen: Vanaf de jaren 1960 zorgde de
ontdekking en export van aardgas voor extra inkomsten voor de overheid
en verdere economische groei.
- Deze ontwikkelingen leidden tot de opbouw van de verzorgingsstaat en de
opkomst van de consumptiemaatschappij in de jaren 1960.
Welk verband er bestaat tussen de groeiende welvaart en de komst
van de verzorgingsstaat en de consumptiemaatschappij in
Nederland:
- De groeiende welvaart in Nederland na 1948 leidde direct tot de opbouw
van de verzorgingsstaat en de opkomst van de
consumptiemaatschappij.
- Verzorgingsstaat: Doordat de economie groeide, had de overheid meer
inkomsten. De rooms-rode regeringen gebruikten dit geld om sociale
voorzieningen op te bouwen. In de jaren 1950 werd de verzorgingsstaat
versterkt, bijvoorbeeld met de invoering van de AOW in 1957, zodat
ouderen verzekerd waren van een pensioen.
- Consumptiemaatschappij: In de jaren 1960 eindigde de geleide
loonpolitiek, waardoor lonen sterk stegen. Hierdoor kregen Nederlanders
, meer te besteden en konden zij luxeproducten kopen, zoals huishoudelijke
apparaten en auto’s. Mensen werden mobieler en gingen vaker op
vakantie.
- Kortom, de toename van welvaart maakte het mogelijk om een
verzorgingsstaat op te bouwen en leidde tegelijkertijd tot een samenleving
waarin mensen meer gingen consumeren.
Ik kan oorzaken noemen van migratie uit en naar Nederland tussen
1948 en 1975:
- Emigratie (jaren 1950):
Door het sobere leven tijdens de wederopbouw vertrokken
honderdduizenden Nederlanders naar landen als Australië, Nieuw-
Zeeland en Canada, waar meer werkgelegenheid was.
- Immigratie (vanaf eind jaren 1960):
Door de groeiende welvaart had Nederland juist extra arbeidskrachten
nodig. Werkgevers haalden gastarbeiders uit Spanje, Italië, Turkije en
Marokko.
- Migratie door dekolonisatie:
Na de onafhankelijkheid van Indonesië (1949) kwamen veel mensen naar
Nederland, vooral degenen die aan de Nederlandse kant hadden
gevochten.
Na de onafhankelijkheid van Suriname (1975) verhuisden veel Surinamers
naar Nederland vanwege onzekerheid over hun toekomst.
Ik kan beschrijven hoe de groeiende welvaart leidde tot sociaal-
culturele veranderingen, waaronder ontzuiling en het ontstaan van
jongerenculturen:
1. Ontzuiling:
Doordat steeds meer mensen een betere opleiding kregen en toegang
kregen tot nieuwe communicatiemiddelen zoals televisie, kwamen ze in
aanraking met andere denkbeelden en namen ze meer afstand van hun
eigen zuil.
Minder mensen gingen naar de kerk, waardoor de invloed van de
katholieke en protestantse zuilen afnam.
Dit leidde tot de opkomst van nieuwe politieke partijen (zoals D66) en
onafhankelijke media (zoals Radio Veronica).
2. Jongerenculturen:
Jongeren hadden door de economische groei meer geld en vrije tijd,
waardoor ze een eigen levensstijl ontwikkelden.