100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

DTA, Data-analyse samenvatting (7,2)

Rating
-
Sold
-
Pages
12
Uploaded on
30-09-2025
Written in
2024/2025

Samenvatting van het boek 'Statistiek in 20 stappen' en aantekeningen uit de colleges. Bevat de volgende hoofdstukken: - H1 Een eerste stap - H2 Werken met grafieken - H3 Centrummaten en spreidingsmaten - H4 Maatstaven voor frequentieverdelingen - H5 Rekenen met kansen - H6 Voorwaardelijke kansen - H7 Kansvariabelen - H8 De nominale verdeling - H9 De binominale verdeling - H10 Steekproeven nemen - H11 Schatten van het gemiddelde - H12 Fractieschattingen - H13 Een toets voor het gemiddelde - H14 Standaarddeviatie onbekend - H15 Associatie - H16 Regressielijn - H17 Correlatie - H18 Indexcijfers - H19 Voorspellen met tijdsreeksen

Show more Read less
Institution
Course









Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Summarized whole book?
Yes
Uploaded on
September 30, 2025
Number of pages
12
Written in
2024/2025
Type
Summary

Subjects

Content preview

DATA-ANALYSE blok 4
1 Een eerste stap
1.1 Wat is statistiek
Data: gegevens, een vastgelegd feit. Data heeft geen waarde vóór deze omgewandeld is in informatie.
Doel: het verzamelen van gegevens, ordenen, samenvatten en analyseren, met als doel om meer te
begrijpen van de wereld om je heen.
Soorten statistiek:
- Beschrijvende statistiek: een grote verzameling gegevens op een doelgerichte manier te
beschrijven door middel van tabellen, grafieken en maatstaven (kort en krachtig).
- Kansrekening: voorspellingen doen voor de toekomst of beslissingen nemen rekening
houdend met allerlei onzekerheden.
Het verzamelen van data:
- Populatie: de totale verzameling elementen waarop het onderzoek betrekking heeft.
- Steekproef: een onderzoek bij een deelverzameling (een deel van de populatie). Een
steekproef is een goede afspiegeling van de gehele populatie: representatief.

1.2 Typen variabelen
Kwantitatieve variabelen:
- Discrete variabele: een beperkt aantal mogelijke uitkomsten (tellen/telproces).
- Continue variabele: oneindig veel denkbare uitkomsten (meten/meetproces).
Kwalitatieve variabelen: aanduiding middels tekst, label.
Meetniveaus: NOIR.
- Nominaal (N): de denkbare uitkomsten zijn niet op een logische manier op een vaste
volgorde te zetten.
- Ordinaal (O): een vaste logische volgorde van uitkomsten.
- Interval (I): de verschillen tussen twee uitkomsten hebben een eenduidige betekenis.
Bevat geen natuurlijk nulpunt/vrij willekeurig gekozen.
- Ratio (R): bevat een natuurlijk nulpunt.

1.3 Tabellen maken
Ordenen: een overzichtelijk geheel vormen.
1. De gegevens indelen in groepen: klassen.
2. Vaststellen per klasse hoeveel waarnemingen daartoe behoren: frequenties.
3. Tabel of grafiek maken (INCLUSIEF opschrift, kopregel, klassen in logische volgorde,
totaalregel en bronvermelding).
Kruistabel: de waarnemingen worden ingedeeld aan de hand van twee kenmerken tegelijk. De
samenhang tussen twee variabelen wordt dus zichtbaar.

2 Werken met grafieken
2.1 Grafieken maken
Presenteren:
- Doel 1: de onderzoeker met een grafische voorstelling in één oogopslag een indruk van
bepaalde kenmerken van de beschikbare occasions weergeven.
- Doel 2: buitenstaanders op een gemakkelijke manier een schets geven van een verschijnsel of
variabele waarover men een verslag wil doen.
Eisen grafiek:
- Opschrift. Waar gaat de grafiek over?
- Bronvermelding. Waar komen de gegevens vandaan?
- Assenstelsel inclusief vermelde variabelen (eenheden) op de x-as en y-as.
- Regelmatig de waarden van een variabele weergegeven op de assen (zinvol nulpunt).
- Arceringen of kleuren weergeven in een legenda (lijstje met betekenis ervan).

, 2.2 Vier grafieken
1. Staafdiagram: de lengte van een kolom geeft de waargenomen frequentie weer.
 Verticale staafdiagram.
 Horizontale staafdiagram.
 Stapeldiagram.
2. Cirkeldiagram: aangeven hoe een totaal van 100% is opgebouwd uit een aantal onderdelen.
!!! Een staafdiagram en cirkeldiagram worden vooral gebruikt bij nominale variabelen.

!!! Variabele op een intervalschaal of ratioschaal worden weergegeven in een assenstelsel.
3. Lijndiagram: een variabele in de tijd weergegeven.
4. Spreidingsdiagram: twee variabelen die in de vorm van paren worden weergegeven. Elke
waarneming (zowel A als B) wordt dan als een punt in de grafiek aangegeven: alle punten
tezamen, puntenwolk. Een spreidingsdiagram word gebruikt om een samenhang/verband
tussen de twee variabelen te bekijken.

2.3 Het histogram
Histogram: de oppervlakten van de kolommen komen overeen met de frequenties.
1. Indeling in klassen.
2. Tabel maken.
3. De hoogte van een kolom bepalen door de frequentiedichtheid.
frequentiedichtheid = aantal waarnemingen in klasse / klassebreedte
4. Histogram maken (Y-as met frequentiedichtheid).

3 Centrummaten en spreidingsmaten
3.1 Centrummaten
Centrummaten: maatstaven om een middenwaarde aan te geven.
- Rekenkundig gemiddelde ( X ): alle beschikbare uitkomsten gedeeld door het aantal. Het
rekenkundig gemiddelde wordt sterk beïnvloed door extreem hoge of lage waarden.
Σ Xi
X=
n
- Modus: het bekijken van een dataset; de waarde met de hoogste frequentie wordt als modus
aangeduid. (De piek van de verdeling). Extremen die weinig voorkomen, hebben dus geen
invloed op de ligging van de modus.
→ Nominale variabelen.
- Mediaan ( X me): de middelste waarneming (bij een sortering van laag naar hoog). Extreme
waarden hebben dus geen invloed op de mediaan. Bij een even getal aan waarnemingen (X i)
(geen midden), wordt het gemiddelde berekend van de twee uitkomsten die samen het
midden vormen: 50% percentiel.
→ Ordinale schaal.

3.2 Spreidingsmaten
Spreidingsmaten
- Variatiebreedte: de mate van spreiding is het verschil tussen de grootste en kleinste
uitkomst. Snel en eenvoudig.
variatiebreedte=hoogste waarde−laagste waarde
- Afwijkingen of deviaties: (di) de mate waarin de uitkomsten afwijken van het rekenkundig
gemiddelde. Kan zowel een positieve als negatieve uitkomst laten zien. Voor elke waarde
moet de deviatie afzonderlijk worden berekend, de som van alle deviaties is gelijk aan nul.
Di= X i−X
$7.64
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
birgitkerkhof

Get to know the seller

Seller avatar
birgitkerkhof Hanzehogeschool Groningen
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
1
Member since
2 months
Number of followers
0
Documents
9
Last sold
1 month ago

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions