BEDRIJFSADMINISTRATIE 1 blok 1
1 Basis boekhouden
1.1 Wat is boekhouden?
Boekhouden: het systeem van registreren van veranderingen in de financiële cijfers van een
onderneming; de waarden van de bezittingen, schulden en het eigen vermogen. Hierbij hoort ook het
registreren van allerlei kosten en opbrengsten die het met zich meebrengt.
Informatievoorziening: het verzamelen van gegevens en het bewerken daarvan om informatie te
kunnen opleveren aan gebruikers.
Informatievoorzieningsproces fasen:
1. Verzamelen en vastleggen van gegevens.
2. Bewerken/verwerken van gegevens.
3. Informatie verstrekken aan de vragende partij.
Doeleinden administreren:
Verstrekken van informatie gericht op besturen.
Verstrekken van informatie gericht op het beheersen van het bedrijf.
Verstrekken van informatie gericht op het afleggen van verantwoording over de beheersing
van het bedrijf.
1.2 ERP-systemen
ERP-systeem (Enterprise Resource Planning-systeem): alle middelen van een onderneming worden
gepland en op elkaar afgestemd; brede geïntegreerde bedrijfsinformatiesystemen die alle
bedrijfsprocessen ondersteunen.
Basisprocessen binnen een onderneming:
1. Verkoopproces
2. Inkoopproces
3. HRM-proces
4. Proces financiële maandafsluiting
5. Proces financiële jaarafsluiting
6. Financieringsproces
7. Productieproces
8. Dienstverleningsproces
9. Intercompanyproces
Automatische informatiesystemen: bij het in kaart brengen van verschillende activiteiten in proces, is
bij elke activiteit te benoemen wat de bijbehorende gevolgen in administratieve zin zijn.
Geïntegreerde informatiesystemen: er is één database waarin alle gegevens worden opgeslagen.
Relatie logistiek en financieel aspect in ERP-systeem.
1.3 De balans en de winst- en verliesrekening van een eenmanszaak
Balans: overzicht van bezittingen (activa), schulden en eigen vermogen (passiva) in evenwicht.
Winst- en verliesrekening: overzicht van opbrengsten en kosten in een bepaalde periode.
Grootboek: uitgebreid overzicht van een post op de balans met debeteren en crediteren van de
bedragen per bezitting, schuld, eigen vermogen, kost en opbrengsten (inclusief opening en afsluiting
van grootboek, waarbij winst- en verliesrekening niet worden geopend maar wel afgesloten).
Journaalposten: een overzicht van het debeteren of crediteren van een grootboekrekening (post op
de balans), altijd in evenwicht.
Boekhoudkundig model:
1. Beginbalans.
2. Mutaties boeken (aan de hand van journaalposten).
3. Saldibalans opmaken.
4. Resultatenrekening opmaken.
5. Eindbalans opmaken.
, Jaarverslag: financiële documenten die middelgrote en grote ondernemingen jaarlijks moeten
publiceren.
1.4 Het rekeningenstelsel:
Rubriek B/R rekening Omschrijving
0 Balansrekening Vaste activa, eigen vermogen,
voorzieningen en lang vreemd vermogen
1 Balansrekening Vorderingen, liquide middelen en
kort vreemd vermogen
2 Balansrekening Tussenrekeningen
3 Balansrekening Voorraadrekeningen
4 Resultatenrekening Kostenrekeningen
8 Resultatenrekening Verkooprekeningen
9 Resultatenrekening Analyse winst- en verliesrekeningen
1.5 Omzetbelasting
Omzetbelasting (OB): een vorm van belasting waarbij de overheid belastinggeld bij aankoop van
producten door de eindgebruiker (klant) binnenhaalt via de onderneming die de verkooptransacties
generen.
0% in het geval van export.
9% in het geval van levensbehoeften (BTW-laag).
21% in alle overige gevallen (BTW-hoog).
Bij inkoop; te vorderen OB.
Bij verkoop; te betalen OB.
Bij aangifte OB; af te dragen OB of terug te vorderen OB.
1.6 Geld onderweg
Als geld uit de kas naar de bankrekening wordt gestort geldt het principe geld onderweg; er is sprake
van een dubbele boeking. In dat geval wordt er gebruik gemaakt van kruisposten.
Kruispost: bedragen die worden overgeheveld tussen eigen bankrekeningen en de eigen kas.
Debetzijde van de balans als je geld overmaakt van de bank naar de kas.
Creditzijde van de balans. als je geld overmaakt van de kas naar de bank.
2 Verkoopproces
2.3 t/m 2.8 Verkoopproces:
1. Klantcontant leggen:
CRM (Customer Relationship Management): het beheer van klantenrelaties.
2. Offerte uitbrengen:
Offerte: een specifieke prijsopgaaf waarin wordt aangegeven welke artikel in welke
hoeveelheid tegen welke prijs en onder welke leverings- en betalingscondities geleverd
kunnen worden (niet gebonden aan boekingen).
3. Order vastleggen en verwerken
4. Goederen verzenden:
Goederen worden in het magazijn verzameld, gecontroleerd, verpakt en verstuurd.
De waarde van de goederenvoorraad daalt (crediteert) en tussenrekening verkopen
stijgt (debiteert).
Tussenrekening verkopen: grootboekrekening waarop tijdelijk bedragen worden geboekt,
wanneer de factuur en goederen niet op hetzelfde moment worden verzonden! Nadat alle
transacties zijn afgewikkeld, zou er geen saldo op de tussenrekening mogen staan.
Waarderingsgrondslag: wijze waarop de waarde van goederen in de boekhouding is
opgenomen, zoals historische inkoopprijs, vervangingswaarde en dergelijke.
1 Basis boekhouden
1.1 Wat is boekhouden?
Boekhouden: het systeem van registreren van veranderingen in de financiële cijfers van een
onderneming; de waarden van de bezittingen, schulden en het eigen vermogen. Hierbij hoort ook het
registreren van allerlei kosten en opbrengsten die het met zich meebrengt.
Informatievoorziening: het verzamelen van gegevens en het bewerken daarvan om informatie te
kunnen opleveren aan gebruikers.
Informatievoorzieningsproces fasen:
1. Verzamelen en vastleggen van gegevens.
2. Bewerken/verwerken van gegevens.
3. Informatie verstrekken aan de vragende partij.
Doeleinden administreren:
Verstrekken van informatie gericht op besturen.
Verstrekken van informatie gericht op het beheersen van het bedrijf.
Verstrekken van informatie gericht op het afleggen van verantwoording over de beheersing
van het bedrijf.
1.2 ERP-systemen
ERP-systeem (Enterprise Resource Planning-systeem): alle middelen van een onderneming worden
gepland en op elkaar afgestemd; brede geïntegreerde bedrijfsinformatiesystemen die alle
bedrijfsprocessen ondersteunen.
Basisprocessen binnen een onderneming:
1. Verkoopproces
2. Inkoopproces
3. HRM-proces
4. Proces financiële maandafsluiting
5. Proces financiële jaarafsluiting
6. Financieringsproces
7. Productieproces
8. Dienstverleningsproces
9. Intercompanyproces
Automatische informatiesystemen: bij het in kaart brengen van verschillende activiteiten in proces, is
bij elke activiteit te benoemen wat de bijbehorende gevolgen in administratieve zin zijn.
Geïntegreerde informatiesystemen: er is één database waarin alle gegevens worden opgeslagen.
Relatie logistiek en financieel aspect in ERP-systeem.
1.3 De balans en de winst- en verliesrekening van een eenmanszaak
Balans: overzicht van bezittingen (activa), schulden en eigen vermogen (passiva) in evenwicht.
Winst- en verliesrekening: overzicht van opbrengsten en kosten in een bepaalde periode.
Grootboek: uitgebreid overzicht van een post op de balans met debeteren en crediteren van de
bedragen per bezitting, schuld, eigen vermogen, kost en opbrengsten (inclusief opening en afsluiting
van grootboek, waarbij winst- en verliesrekening niet worden geopend maar wel afgesloten).
Journaalposten: een overzicht van het debeteren of crediteren van een grootboekrekening (post op
de balans), altijd in evenwicht.
Boekhoudkundig model:
1. Beginbalans.
2. Mutaties boeken (aan de hand van journaalposten).
3. Saldibalans opmaken.
4. Resultatenrekening opmaken.
5. Eindbalans opmaken.
, Jaarverslag: financiële documenten die middelgrote en grote ondernemingen jaarlijks moeten
publiceren.
1.4 Het rekeningenstelsel:
Rubriek B/R rekening Omschrijving
0 Balansrekening Vaste activa, eigen vermogen,
voorzieningen en lang vreemd vermogen
1 Balansrekening Vorderingen, liquide middelen en
kort vreemd vermogen
2 Balansrekening Tussenrekeningen
3 Balansrekening Voorraadrekeningen
4 Resultatenrekening Kostenrekeningen
8 Resultatenrekening Verkooprekeningen
9 Resultatenrekening Analyse winst- en verliesrekeningen
1.5 Omzetbelasting
Omzetbelasting (OB): een vorm van belasting waarbij de overheid belastinggeld bij aankoop van
producten door de eindgebruiker (klant) binnenhaalt via de onderneming die de verkooptransacties
generen.
0% in het geval van export.
9% in het geval van levensbehoeften (BTW-laag).
21% in alle overige gevallen (BTW-hoog).
Bij inkoop; te vorderen OB.
Bij verkoop; te betalen OB.
Bij aangifte OB; af te dragen OB of terug te vorderen OB.
1.6 Geld onderweg
Als geld uit de kas naar de bankrekening wordt gestort geldt het principe geld onderweg; er is sprake
van een dubbele boeking. In dat geval wordt er gebruik gemaakt van kruisposten.
Kruispost: bedragen die worden overgeheveld tussen eigen bankrekeningen en de eigen kas.
Debetzijde van de balans als je geld overmaakt van de bank naar de kas.
Creditzijde van de balans. als je geld overmaakt van de kas naar de bank.
2 Verkoopproces
2.3 t/m 2.8 Verkoopproces:
1. Klantcontant leggen:
CRM (Customer Relationship Management): het beheer van klantenrelaties.
2. Offerte uitbrengen:
Offerte: een specifieke prijsopgaaf waarin wordt aangegeven welke artikel in welke
hoeveelheid tegen welke prijs en onder welke leverings- en betalingscondities geleverd
kunnen worden (niet gebonden aan boekingen).
3. Order vastleggen en verwerken
4. Goederen verzenden:
Goederen worden in het magazijn verzameld, gecontroleerd, verpakt en verstuurd.
De waarde van de goederenvoorraad daalt (crediteert) en tussenrekening verkopen
stijgt (debiteert).
Tussenrekening verkopen: grootboekrekening waarop tijdelijk bedragen worden geboekt,
wanneer de factuur en goederen niet op hetzelfde moment worden verzonden! Nadat alle
transacties zijn afgewikkeld, zou er geen saldo op de tussenrekening mogen staan.
Waarderingsgrondslag: wijze waarop de waarde van goederen in de boekhouding is
opgenomen, zoals historische inkoopprijs, vervangingswaarde en dergelijke.