Wero breed denken en handelen
Hoofdstuk 1: Visie op oriëntatie op de wereld: de grote krachtlijnen
Het nieuwe leerplanconcept/leerplankader ZILL = Zin in leren! Zin in leven!
Het streefdoel situeert zich in drie lagen:
1. De intrinsieke motivatie van kinderen, de goesting om te leren en te leven
2. De zoektocht naar de zinvolheid van de dingen
3. Een verbinding tussen leren en leven
- Werkelijkheidsnabij en wereldoriënterend onderwijs
De krachtlijnen, met hun kernvragen, voor oriëntatie op de wereld
1. Krachtlijn 1: uniciteit vs. Verbondenheid
- In welke mate zet de leraar in op de persoonsgebonden ontwikkeling
van kinderen?
2. Krachtlijn 2: harmonische ontwikkeling van kinderen
- In hoeverre is er sprake van een onderwijsaanbod waarin zowel de
persoonsgebonden als de cultuurgebonden ontwikkeling centraal
staat?
3. Krachtlijn 3: werkelijkheidsnabijheid
- Leren kinderen in betekenisvolle en werkelijkheidsnabij situaties?
4. Krachtlijn 4: brede kijk
- In welke mate is er aandacht voor elk ontwikkelthema? Is de
aandacht ook in overeenstemming met de noden van de kinderen?
5. Krachtlijn 5: thematisch vs. Cursorisch
- Welke samenhang werd gerealiseerd? Welke ontwikkelvelden-en
thema’s worden met elkaar verbonden?
1.1. Krachtlijn 1: uniciteit vs. verbondenheid
‘In welke mate zet de leraar in op de persoonsgebonden ontwikkeling van
kinderen?’
Drie niveaus binnen de persoonsgebonden ontwikkeling:
1. Relationele niveau (jij)
2. Groepsniveau (wij)
3. Persoonlijke niveau (ik)
1
,De persoonsgebonden ontwikkeling:
= de ontwikkeling van kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes vanuit de
fysieke, psychische, sociale en spirituele basisbehoeften
1.1.1. Uniciteit = verbondenheid met jezelf (ik)
• Talenten van kinderen ontwikkelen
• Constructief omgaan met eigen beperkingen en mislukkingen
• Verantwoordelijkheid opnemen
• Zelf keuzes maken
• Leer kinderen wat ze allemaal ZELF kunnen
1.1.2. Verbondenheid met anderen (jij)
• Leersituaties en activiteiten die kansen bieden tot interactie met anderen
• Een waardengerichte opvoeding een positieve interactie
o Waarden: liefde, soberheid, dankbaarheid, vergevingsgezindheid...
1.1.3. Verbondenheid met de wereld (wij)
• Centraal: verwondering en bewondering voor wat de omgeving biedt
• Zorg dragen voor de wereld
• Waarden: respect en verantwoordelijkheid
• De doelen zetten in op duurzaam engagement
Bijvoorbeeld:
Een seizoenspad = verwondering wekken voor de wisseling van de seizoenen ->
verhoogt de band met de natuur. Op de geselecteerde plaatsen doen kinderen
zoveel mogelijk zintuigelijke indrukken op
Ex!
Doorkruis de ontwikkelvelden van de persoonsgebonden ontwikkeling. Welk
ontwikkelveld kan je koppelen aan het WIJ-niveau? Selecteer een concreet doel
om dit te benadrukken. Kun je dit doel ook aan bovenstaand praktijkvoorbeeld
te koppelen?
Ontwikkeldveld:
Generiek doel:
Een seizoenspad hoeft niet enkel natuurlijk te zijn:
2
,1.1.4. Verbondenheid met de Andere (wij)
• Gevoelig voor wat schoon en geheimzinnig is, voor wat knap in mekaar zit
o Herkenning van de hand van de Andere
1.2. Krachtlijn 2: harmonische ontwikkeling
‘In hoeverre is er sprake van een onderwijsaanbod waarin zowel de
persoonsgebonden als de cultuurgebonden ontwikkeling centraal staat?’
• Ontwikkeling van de hele persoon
o Hoofd, hart en handen
• Ontwikkeling van de kennis, vaardigheden, attitudes en inzicht
o Om zelfredzaam en gelukkig te functioneren in de wereld
De harmonische ontwikkeling, voorstelling:
• Een binnen-en buitencirkel
o Persoonsgebonden ontwikkeling
o Cultuurgebonden ontwikkeling
• Voortdurende interactie tussen de ontwikkeldvelden
o Beïnvloeden elkaar
o Hebben elkaar nodig
1.2.2 … en cultuurgebonden ontwikkeling
= de ontwikkeling van kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes die nodig zijn
om een cultureel bewustzijn te ontwikkelen en te participeren in de wereld.
Focussen
= leraren en leerlingen durven kansen selecteren uit een veelheid van
ontwikkelkansen die op dat moment nagestreefd worden.
1.2.3 Persoonsgebonden en cultuurgebonden ontwikkeling
Nu is het de bedoeling om ook verbanden tussen beide ontwikkelcirkels te zien
(en te creëren)
3
, Wereldwaterdag in klas 4
De hoofdkraan van de waterleiding is dichtgedraaid. De leerlingen ondervinden wat het is om geen
water te hebben. Ze maken een collage met foto’s over watergebruik. De leerlingen bedenken een
oplossing voor het probleem op school: ze zullen ergens anders water halen. De kinderen
verzamelen allerlei voorwerpen waarin ze water kunnen opslaan. De klas maakt een wandeling naar
een school van de scholengemeenschap die drie kilometer verder ligt. De juf vertelt onderweg dat
1.3 Krachtlijn 3: werkelijkheidsnabijheid
‘Leren kinderen in betekenisvolle en werkelijkheidsnabije situaties?’
• Wereldoriënterend leren in de basisschool
o Verbonden met de werkelijkheid waarin kinderen leven
• Vragen stellen naar de context van leerlingen, klas en school
o Onderzoeksvragen
o Integratie actualiteit (seducatie)
• Antwoorden zoeken in de werkelijkheid
1.4 Krachtlijn 4: brede kijk
‘In welke mate is er aandacht voor elk ontwikkelthema? Is de aandacht ook in
overeenstemming met de noden van de kinderen?
• Ontwikkelveld: ontwikkeling van de oriëntatie op de wereld
o De wereld in al zijn dimensies
• Bestaat uit 6 ontwikkelthema’s = het resultaat van de clustering van
specifieke doelen
o Oriëntatie op de samenleving
o Oriëntatie op bewegingscultuur
o Oriëntatie op tijd
o Oriëntatie op de ruimte
o Oriëntatie op techniek
o Oriëntatie op natuur
Een grondige kennis van de ontwikkelthema’s binnen ‘ontwikkling van oriëntatie
op de wereld’ staat garant voor verrassende en gevarieerde activiteiten… voor
betrokken en enthousiaste kinderen.
4
Hoofdstuk 1: Visie op oriëntatie op de wereld: de grote krachtlijnen
Het nieuwe leerplanconcept/leerplankader ZILL = Zin in leren! Zin in leven!
Het streefdoel situeert zich in drie lagen:
1. De intrinsieke motivatie van kinderen, de goesting om te leren en te leven
2. De zoektocht naar de zinvolheid van de dingen
3. Een verbinding tussen leren en leven
- Werkelijkheidsnabij en wereldoriënterend onderwijs
De krachtlijnen, met hun kernvragen, voor oriëntatie op de wereld
1. Krachtlijn 1: uniciteit vs. Verbondenheid
- In welke mate zet de leraar in op de persoonsgebonden ontwikkeling
van kinderen?
2. Krachtlijn 2: harmonische ontwikkeling van kinderen
- In hoeverre is er sprake van een onderwijsaanbod waarin zowel de
persoonsgebonden als de cultuurgebonden ontwikkeling centraal
staat?
3. Krachtlijn 3: werkelijkheidsnabijheid
- Leren kinderen in betekenisvolle en werkelijkheidsnabij situaties?
4. Krachtlijn 4: brede kijk
- In welke mate is er aandacht voor elk ontwikkelthema? Is de
aandacht ook in overeenstemming met de noden van de kinderen?
5. Krachtlijn 5: thematisch vs. Cursorisch
- Welke samenhang werd gerealiseerd? Welke ontwikkelvelden-en
thema’s worden met elkaar verbonden?
1.1. Krachtlijn 1: uniciteit vs. verbondenheid
‘In welke mate zet de leraar in op de persoonsgebonden ontwikkeling van
kinderen?’
Drie niveaus binnen de persoonsgebonden ontwikkeling:
1. Relationele niveau (jij)
2. Groepsniveau (wij)
3. Persoonlijke niveau (ik)
1
,De persoonsgebonden ontwikkeling:
= de ontwikkeling van kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes vanuit de
fysieke, psychische, sociale en spirituele basisbehoeften
1.1.1. Uniciteit = verbondenheid met jezelf (ik)
• Talenten van kinderen ontwikkelen
• Constructief omgaan met eigen beperkingen en mislukkingen
• Verantwoordelijkheid opnemen
• Zelf keuzes maken
• Leer kinderen wat ze allemaal ZELF kunnen
1.1.2. Verbondenheid met anderen (jij)
• Leersituaties en activiteiten die kansen bieden tot interactie met anderen
• Een waardengerichte opvoeding een positieve interactie
o Waarden: liefde, soberheid, dankbaarheid, vergevingsgezindheid...
1.1.3. Verbondenheid met de wereld (wij)
• Centraal: verwondering en bewondering voor wat de omgeving biedt
• Zorg dragen voor de wereld
• Waarden: respect en verantwoordelijkheid
• De doelen zetten in op duurzaam engagement
Bijvoorbeeld:
Een seizoenspad = verwondering wekken voor de wisseling van de seizoenen ->
verhoogt de band met de natuur. Op de geselecteerde plaatsen doen kinderen
zoveel mogelijk zintuigelijke indrukken op
Ex!
Doorkruis de ontwikkelvelden van de persoonsgebonden ontwikkeling. Welk
ontwikkelveld kan je koppelen aan het WIJ-niveau? Selecteer een concreet doel
om dit te benadrukken. Kun je dit doel ook aan bovenstaand praktijkvoorbeeld
te koppelen?
Ontwikkeldveld:
Generiek doel:
Een seizoenspad hoeft niet enkel natuurlijk te zijn:
2
,1.1.4. Verbondenheid met de Andere (wij)
• Gevoelig voor wat schoon en geheimzinnig is, voor wat knap in mekaar zit
o Herkenning van de hand van de Andere
1.2. Krachtlijn 2: harmonische ontwikkeling
‘In hoeverre is er sprake van een onderwijsaanbod waarin zowel de
persoonsgebonden als de cultuurgebonden ontwikkeling centraal staat?’
• Ontwikkeling van de hele persoon
o Hoofd, hart en handen
• Ontwikkeling van de kennis, vaardigheden, attitudes en inzicht
o Om zelfredzaam en gelukkig te functioneren in de wereld
De harmonische ontwikkeling, voorstelling:
• Een binnen-en buitencirkel
o Persoonsgebonden ontwikkeling
o Cultuurgebonden ontwikkeling
• Voortdurende interactie tussen de ontwikkeldvelden
o Beïnvloeden elkaar
o Hebben elkaar nodig
1.2.2 … en cultuurgebonden ontwikkeling
= de ontwikkeling van kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes die nodig zijn
om een cultureel bewustzijn te ontwikkelen en te participeren in de wereld.
Focussen
= leraren en leerlingen durven kansen selecteren uit een veelheid van
ontwikkelkansen die op dat moment nagestreefd worden.
1.2.3 Persoonsgebonden en cultuurgebonden ontwikkeling
Nu is het de bedoeling om ook verbanden tussen beide ontwikkelcirkels te zien
(en te creëren)
3
, Wereldwaterdag in klas 4
De hoofdkraan van de waterleiding is dichtgedraaid. De leerlingen ondervinden wat het is om geen
water te hebben. Ze maken een collage met foto’s over watergebruik. De leerlingen bedenken een
oplossing voor het probleem op school: ze zullen ergens anders water halen. De kinderen
verzamelen allerlei voorwerpen waarin ze water kunnen opslaan. De klas maakt een wandeling naar
een school van de scholengemeenschap die drie kilometer verder ligt. De juf vertelt onderweg dat
1.3 Krachtlijn 3: werkelijkheidsnabijheid
‘Leren kinderen in betekenisvolle en werkelijkheidsnabije situaties?’
• Wereldoriënterend leren in de basisschool
o Verbonden met de werkelijkheid waarin kinderen leven
• Vragen stellen naar de context van leerlingen, klas en school
o Onderzoeksvragen
o Integratie actualiteit (seducatie)
• Antwoorden zoeken in de werkelijkheid
1.4 Krachtlijn 4: brede kijk
‘In welke mate is er aandacht voor elk ontwikkelthema? Is de aandacht ook in
overeenstemming met de noden van de kinderen?
• Ontwikkelveld: ontwikkeling van de oriëntatie op de wereld
o De wereld in al zijn dimensies
• Bestaat uit 6 ontwikkelthema’s = het resultaat van de clustering van
specifieke doelen
o Oriëntatie op de samenleving
o Oriëntatie op bewegingscultuur
o Oriëntatie op tijd
o Oriëntatie op de ruimte
o Oriëntatie op techniek
o Oriëntatie op natuur
Een grondige kennis van de ontwikkelthema’s binnen ‘ontwikkling van oriëntatie
op de wereld’ staat garant voor verrassende en gevarieerde activiteiten… voor
betrokken en enthousiaste kinderen.
4