Introductie
• Wat zijn de bouwstenen van denken? P189-200
− Concepten
− Voorstellingsvermogen & cognitieve plattegronden
− Schema’s en scripts
− Denken en de hersenen
− Intuïtie
• Vaardigheden van goede denkers: P200- 212
− Probleem oplossen (problem solving)
− Redeneren
− Oordelen & Beslissen
• Toepassing
− zie volgende les
Cognitieve psychologie=
Denken is het cognitieve proces dat betrokken is bij het vormen van
nieuwe mentale representaties door beschikbare informatie te
manipuleren en op een zinvolle manier te ordenen
Fyi: een mentale representatie = een code of symbool voor opslag van
kennis van de buitenwereld in de hersenen
Bouwstenen van het denken
Overzicht:
• Concepten
• Voorstellingsvermogens en cognitieve plattegronden
• Schema’s en scripts
• Denken en de hersenen
• Intuïtie
1. Concepten
= mentale representaties van categorieën of ideeën, gebaseerd op ervaring
-> Helpen om kennis op een systematische manier te organiseren
Soms een deja vu -> we hebben de neiging dat ons brein om bepaalde
nieuwe ervaringen te koppelen aan kennis die al in ons brein aanwezig is.
Men zoekt patronen. (conceptvorming)
Conceptvorming: Het vermogen om ervaringen onder te
brengen in vertrouwde mentale categorieën. Abstractie maken
van bepaalde concepten. - Ideeën op basis van onze ervaringen
, 2 soorten van concepten: natuurlijke en artificiële
• Natuurlijk: ontwikkeld op basis van dagelijks ervaringen
o Prototypes (soort van gemiddelde van alle
‘stoelen’ onthouden) vs exemplarisch (alle
verschillende exemplaren van een bepaalde
categorie onthouden)
o Vb van stoel natuurlijk concept omdat we daar
ervaring van hebben we kunnen het zien,
beschrijven, gebruiken,
o Vb. prototype : vriendschap, seks
Artificieel: gedefinieerd door combinatie van regels en
kenmerken vb. dingen die door de mens zijn gemaakt, de
wiskundige formule van een driehoek (noemen we op basis
van een wiskundige theorie we maken daar een definitie
van), AI, …
Conceptuele hiërarchieën: Het semantisch systeem is
opgebouwd van zeer algemeen en dan steeds specifieker (slide
6) -> vaak overlap tussen verschillende concepten
Cultuur: Iedereen ziet alles anders, elk land heeft een andere
manier van kijken naar de wereldkaart (slide 8/9). In het oosten
heeft men veel meer oog voor het gemeenschappelijke, de
concepten lopen daar meer in elkaar over. Hun aandacht is meer
gericht op de relaties dan op wat ze van elkaar onderscheiden.
Voorstellingsvermogens en cognitieve plattegronden
Denken in woorden en denken in “sensorische” beelden
Een manier van het sensorisch denken is bv cognitieve plattegronden
Cognitieve plattegronden: mentale representatie van
fysieke ruimte (de weg mentaal voorstellen om te gaan) We
kunnen ook denken in beelden. Ergens een kaart in je hoofd
hebben
- “Maarten Bel vroeg mensen om uit hun hoofd een
wereldkaart te tekenen. In verschillende landen zoals
Brazilië, Thailand en het Midden-Oosten -> maar de
personen denken in andere perspectieven
Schema’s en scripts
Schema: Cluster van verwante concepten die een algemeen kader
vormen voor het denken over thema’s, gebeurtenissen, voorwerpen,
mensen en situaties
Belangrijke manieren waarop schema’s gebruikt worden: