Aantekeningen formeel strafrecht
Les 1:
Strafrecht:
Materieel strafrecht -> strafbare gedragingen, wat mag en wat niet
mag (de inhoud) -> WvSr
Formeel strafrecht -> het strafprocesrecht ter bescherming van de
burger (het proces) -> WvSv
Bijzonder strafrecht -> gaat over feiten die strafbaar zijn die niet
worden vermeld in WvSv of WvSr (bv. opiumwet)
Penitentiair recht -> gevangenen recht
Internationaal strafrecht -> hele heftige misdrijven (bv. genocide)
Inquisitoir proces:
- Verdachte voorwerp van het onderzoek
- Verdachte geen gelijkwaardige procespartij
- Verdachte geen zelfstandige rechten en bevoegdheden en ook
niet dezelfde rechten als het OM
- Strafrechter actieve rol; ondervraagt zelf getuige, doet zelf
onderzoek, heeft invloed op de bewijsvoering enz.
Accusatoir proces:
- Verdachte wel gelijkwaardige procespartij
- Verdachte dezelfde rechten en bevoegdheden als het OM
- Strafrechter is niet actief, is lijdelijk
- Strafrechter hoor partijen en doet zelf geen onderzoek
- Partijen zijn verantwoordelijk voor het aanbrengen van
bewijsmateriaal
Nederland kent een gematigd inquisitoir proces
- Kenmerken van beide soorten processen
- Belangrijkste kenmerk -> ambtshalve onderzoek (= rechter
mag zelf onderzoek gaan doen) plaatsvinden dat gericht is op
het vaststellen van de waarheid (=inquisitoir en accusatoir)
waarin de verdachte voorwerp van het onderzoek is
(inquisitoir)
Equality of arms: verdachte en het OM kunnen dezelfde bevoegdheden
inzetten -> ze staan op gelijke voet
, Adversarial proceedings -> wil zeggen dat de verdediging in het
strafproces de gelegenheid moet hebben zelf bewijs in te brengen, maar
ook kennis moet kunnen nemen van al ingebracht bewijs en commentaar
moet kunnen leveren op materiaal dat al van invloed kan zijn op de
beslissing van de rechter.
OM in ons land is dominus litis -> alleen het OM kan de grenzen van het
geschil bepalen.
OM heeft vervolgingsmonopolie (opportuniteitsbeginsel) -> alleen het OM
bepaalt of tot vervolging van een strafbaar feit over wordt gegaan ->
Opportuniteitsbeginsel heeft als doel de scherpte van het
legaliteitsbeginsel te ontnemen
Legaliteitsbeginsel (art. 1 Sv): het gehele strafprocesrecht moet in een
formele wet geregeld worden
Flutfeiten: rechters worden steeds zwaarder belast en politie en justitie
hebben niet genoeg capaciteit voor opsporing en vervolging van
onbenullige feiten
Strafvordering bevat -> opsporing, vervolging, berechting van strafbare
feiten en de tenuitvoerlegging daarvan
‘Bij wet’ -> bij wet in formele zin (is samengesteld door regering en
Staten-Generaal)
Doel legaliteitsbeginsel -> bewaakt de rechtszekerheid (integere
procedure) in de democratische rechtsstaat -> beschermt de burger tegen
inbreuken op fundamentele rechten door de overheid
Hoofdregel -> strafvordering/inbreuken op grondrechten -> dan moet er
een specifieke wettelijke basis zijn (art. 1 Sv)
Geen of slechts beperkte inbreuk? Er wordt geen volledig beeld van
aspecten van iemands leven verkregen -> dan is art. 3 PW voldoende
Dergelijke inbreuken (doorzoeken woning, tappen van telefoon) moeten bij
wet in formele zin worden geregeld. Tegenwoordig is het tempo dat de
huidige samenleving zich ontwikkelt zo hoog dat het niet altijd goed
mogelijk is om alles in de formele wet te zetten. Daarom zijn belangrijke
beginselen (vertrouwensbeginsel en verbod op willekeur) jurisprudentieel
ontwikkelt en niet vastgelegd in een formele wet.
Zolang ‘een niet specifiek in de wet geregelde wijze van opsporing’ wordt
ingezet ‘op een wijze die een beperkte inbreuk maakt op de grondrechten
van burgers en die niet zeer risicovol is voor de integriteit en
beheersbaarheid van de opsporing’ dan is de algemene taakstellende
bepaling voor de politie zoals neergelegd in art. 3 Politiewet voldoende en
is er geen specifieke wettelijke grondslag nodig.
Muilkorf-arrest
Overige beginselen in het strafrecht:
Opportuniteitsbeginsel -> OvJ heeft de keuze om wel of niet te
vervolgen
Onschuldpresumptie -> onschuldig tot het tegendeel is bewezen
Beginselen van behoorlijke strafrechtspleging:
Les 1:
Strafrecht:
Materieel strafrecht -> strafbare gedragingen, wat mag en wat niet
mag (de inhoud) -> WvSr
Formeel strafrecht -> het strafprocesrecht ter bescherming van de
burger (het proces) -> WvSv
Bijzonder strafrecht -> gaat over feiten die strafbaar zijn die niet
worden vermeld in WvSv of WvSr (bv. opiumwet)
Penitentiair recht -> gevangenen recht
Internationaal strafrecht -> hele heftige misdrijven (bv. genocide)
Inquisitoir proces:
- Verdachte voorwerp van het onderzoek
- Verdachte geen gelijkwaardige procespartij
- Verdachte geen zelfstandige rechten en bevoegdheden en ook
niet dezelfde rechten als het OM
- Strafrechter actieve rol; ondervraagt zelf getuige, doet zelf
onderzoek, heeft invloed op de bewijsvoering enz.
Accusatoir proces:
- Verdachte wel gelijkwaardige procespartij
- Verdachte dezelfde rechten en bevoegdheden als het OM
- Strafrechter is niet actief, is lijdelijk
- Strafrechter hoor partijen en doet zelf geen onderzoek
- Partijen zijn verantwoordelijk voor het aanbrengen van
bewijsmateriaal
Nederland kent een gematigd inquisitoir proces
- Kenmerken van beide soorten processen
- Belangrijkste kenmerk -> ambtshalve onderzoek (= rechter
mag zelf onderzoek gaan doen) plaatsvinden dat gericht is op
het vaststellen van de waarheid (=inquisitoir en accusatoir)
waarin de verdachte voorwerp van het onderzoek is
(inquisitoir)
Equality of arms: verdachte en het OM kunnen dezelfde bevoegdheden
inzetten -> ze staan op gelijke voet
, Adversarial proceedings -> wil zeggen dat de verdediging in het
strafproces de gelegenheid moet hebben zelf bewijs in te brengen, maar
ook kennis moet kunnen nemen van al ingebracht bewijs en commentaar
moet kunnen leveren op materiaal dat al van invloed kan zijn op de
beslissing van de rechter.
OM in ons land is dominus litis -> alleen het OM kan de grenzen van het
geschil bepalen.
OM heeft vervolgingsmonopolie (opportuniteitsbeginsel) -> alleen het OM
bepaalt of tot vervolging van een strafbaar feit over wordt gegaan ->
Opportuniteitsbeginsel heeft als doel de scherpte van het
legaliteitsbeginsel te ontnemen
Legaliteitsbeginsel (art. 1 Sv): het gehele strafprocesrecht moet in een
formele wet geregeld worden
Flutfeiten: rechters worden steeds zwaarder belast en politie en justitie
hebben niet genoeg capaciteit voor opsporing en vervolging van
onbenullige feiten
Strafvordering bevat -> opsporing, vervolging, berechting van strafbare
feiten en de tenuitvoerlegging daarvan
‘Bij wet’ -> bij wet in formele zin (is samengesteld door regering en
Staten-Generaal)
Doel legaliteitsbeginsel -> bewaakt de rechtszekerheid (integere
procedure) in de democratische rechtsstaat -> beschermt de burger tegen
inbreuken op fundamentele rechten door de overheid
Hoofdregel -> strafvordering/inbreuken op grondrechten -> dan moet er
een specifieke wettelijke basis zijn (art. 1 Sv)
Geen of slechts beperkte inbreuk? Er wordt geen volledig beeld van
aspecten van iemands leven verkregen -> dan is art. 3 PW voldoende
Dergelijke inbreuken (doorzoeken woning, tappen van telefoon) moeten bij
wet in formele zin worden geregeld. Tegenwoordig is het tempo dat de
huidige samenleving zich ontwikkelt zo hoog dat het niet altijd goed
mogelijk is om alles in de formele wet te zetten. Daarom zijn belangrijke
beginselen (vertrouwensbeginsel en verbod op willekeur) jurisprudentieel
ontwikkelt en niet vastgelegd in een formele wet.
Zolang ‘een niet specifiek in de wet geregelde wijze van opsporing’ wordt
ingezet ‘op een wijze die een beperkte inbreuk maakt op de grondrechten
van burgers en die niet zeer risicovol is voor de integriteit en
beheersbaarheid van de opsporing’ dan is de algemene taakstellende
bepaling voor de politie zoals neergelegd in art. 3 Politiewet voldoende en
is er geen specifieke wettelijke grondslag nodig.
Muilkorf-arrest
Overige beginselen in het strafrecht:
Opportuniteitsbeginsel -> OvJ heeft de keuze om wel of niet te
vervolgen
Onschuldpresumptie -> onschuldig tot het tegendeel is bewezen
Beginselen van behoorlijke strafrechtspleging: