KIJKEN NAAR LEERLINGEN
1 Inleiding: Uitgangspunten ‘Kijken naar leerlingen’
1.1 Uitgangspunt 1: de didactische driehoek:
De didactische driehoek heeft 2 actoren
(=factoren die personen zijn) en 1 (f)actor.
Het lerende kind:
- beginsituatie + observeren
- focus op de individuele leerling met
ontwikkelingspsychologie
- focus op de klasgroep
De didactische driehoek is het oudste didactische model.
Hattie (2009) onderzoekt en komt tot de conclusie dat er 138 factoren invloed hebben op
leerprestaties van leerlingen. Deze kon hij ordenen in 6 domeinen: - leerkracht
- leerling
(leerkracht heeft het meeste effect!) - thuissituatie
- school
- curriculum
- didactiek
Marzano heeft ook een onderzoek gedaan en zijn resultaat was 11 factoren in 3 categorieën.
1.2 Uitgangspunt 2: handelingsgericht werken:
Wat?: systematisch tegemoet komen aan
onderwijsbehoeften van alle leerlingen.
=> ‘gericht’: op onderwijsnoden van lln.
=> ‘handelings’: er iets aan doen.
- klassikaal: in je didactisch handelen
- individueel: per lln.
1
Sofie T. – 1LD01
,7 uitgangspunten van handelingsgericht werken:
- de onderwijsbehoeften van leerlingen staan centraal;
- het gaat om afstemming en wisselwerking;
- de leerkracht doet ertoe;
- positieve aspecten zijn van groot belang;
- we werken constructief samen;
- ons handelen is doelgericht;
- de werkwijze is systematisch, in stappen en transparant.
1) Onderwijs- en ondersteuningsbehoeften:
NIET “Wat is er mis met deze leerling?”
MAAR “Wat heeft deze leerling nodig om een bepaald doel te bereiken?”
2) Afstemming en wisselwerking:
Er is een constante wisselwerking tussen de leerling en zijn omgeving (school en thuis)
daarom is er afstemming nodig: we moeten de context in rekening brengen.
3) De leerkracht doet ertoe:
Wat heeft de leerkracht nodig om een (groepje) leerlingen alles te geven wat ze nodig
hebben. (vb. extra kennis om het goed te kunnen uitleggen aan de leerlingen)
4) Positieve aspecten als hefboom:
Voldoende focus op het positieve, zodat we zien wat de leerling wel goed kan en niet alles
wat ze niet goed kunnen.
5) In constructieve samenwerking:
opbouwende samenwerking tussen leerlingen, leerkrachten, ouders,… plaats
ook samenwerking met kine, logo,… want school is geen eiland.
6) Doelgericht:
We hebben een duidelijk doel voor ogen en houden het vorige doel in functie.
7) Systematisch en transparant:
Er wordt planmatig en stap voor stap gewerkt (systematisch) en er wordt gezorgd dat
iedereen de afgesproken werkwijze kent, begrijpt en gebruikt. (transparant)
Continuüm van zorg op school:
Handelingsgericht werken vertrekt vanuit ‘het continuüm zorg op school’
Omgekeerde driehoek want meer kinderen in
fase 0 dan fase 3.
2
Sofie T. – 1LD01
,Fase 0: goede preventieve basiszorg voor alle leerlingen
Vanuit HGW (handelingsgericht werken), deze zorgvisie moet gedragen worden door hele
schoolteam.
Stap 1: Verzamelen en noteren van leerling gegevens
We verzamelen per lln. relevante info door observaties, analyses van toetsen,…
Stap 2: Benoemen van de onderwijsbehoeften van alle leerlingen
Stap 3: Signaleren van leerlingen die extra begeleiding nodig hebben
Op basis van vorige stappen signaleren. Extra begeleiding ook voor kinderen die nood
hebben aan uitdaging.
Fase 1: verhoogde zorg voor de leerlingen die extra begeleiding nodig hebben
Leerlingen die gesignaleerd zijn in stap 3 gaan verder naar Fase 1, want de preventieve
basiszorg volstaat niet meer. We gaan verder naar stap 4.
Stap 4: Voor lln. die extra begeleiding nodig hebben: wat zijn hun onderwijsbehoeften?
- Stap 4a: Welke doelen willen we bereiken?
- Stap 4b: Wat heeft de leerling nodig op het doel te bereiken?
Stap 5: Clusteren van lln. met vergelijkbare onderwijsbehoeften in een subgroep.
Stap 6: Opstellen, uitvoeren en evalueren van zorgplan (rekening houdend met hele klas)
Fase 2: Uitbreiding van zorg
In deze fase vallen leerlingen uit en wordt CLB, externen,… ingeschakeld.
Fase 3: overstap naar een school op maat
Wanneer na alle inspanning de leerling niet vooruitgaat, dan kan het kind naar het
Buitengewoon onderwijs of kan een IAC = Individueel Aangepast Curriculum hebben binnen
het regulier onderwijs.
2. De beginsituatie
2.1 Wat is de beginsituatie?:
=> geheel van persoonlijke, sociale, situationele en schoolse gegevens die i.v.m. de te
realiseren doelen van invloed kunnen zijn op het verloop en de resultaten op het
onderwijsleerproces
Aspecten van de beginsituatie: (beïnvloeden de beginsituatie)
Individuele Leerling in Individuele Leerkracht Infrastructuu Omgeving
leerling de groep leerkracht bij het team r
Niet elke lln Lln begrijpt Lkr laat lln Juf Ann helpt Bord die niet Afleiding
evenveel les niet niet actief met werkt door werken
kennis zijn fietsenparcour
Lln met Lkr kent
speciale inhoudt niet
noden
3
Sofie T. – 1LD01
, Beginsituatie een dynamisch begrip:
De beginsituatie van een leerling veranderd continue
Dus: steeds opnieuw achterhalen
=> belangrijk om les te bepalen --> bepaalt de opbouw van onderwijs
Onderwijs à la carte:
! als leerkracht zeer belangrijk om zo nauwkeurig mogelijk zicht te hebben op de beginsituatie
van de individuele leerling om het onderwijs daarop te kunnen afstemmen
=> verschilt van les tot les
=> verschilt van lln tot lln
=> DIFFERENTIËREN!
2.2 Zicht krijgen op de beginsituatie van de leerling(en) door observeren:
Observeren
= waarneming op volledige, precieze en systematische manier
waarnemen= meestal zeer opvallende indrukken en prikkels
Dus:
Observeren is een doelgerichte, systematische en objectieve waarneming van gedragingen.
Doelgericht?
We gaan info verzamelen in overeenstemming met het doel dat daartoe vooraf is
geformuleerd. De observatie geeft antwoord op de vragen die we ons stelden
Systematisch?
Bij observeren laten we ons niet leiden door toevallige waarnemingen. We moeten meermaals,
binnen lange termijn, in alle omstandigheden observeren. We laten ons niet misleiden door
bepaalde factoren.
bv. tijdstip van de dag, lichamelijke gezondheid, moeilijkheden thuis of in groep
Objectief?
Je mag je sympathieën en antipathieën niet je observatie over een kind laten leiden
Waarom observeert een leerkracht?
--> tijdens de opleiding om te leren
--> later : individualiteit van lln kennen
--> als zelfreflectie
Verschillende vormen van observatie:
1. beschrijvende observatie
Hier krijgen we een zo volledig mogelijke registratie van de gedragingen van de
geobserveerde en de situatie waarin alles gebeurt.
4
Sofie T. – 1LD01
1 Inleiding: Uitgangspunten ‘Kijken naar leerlingen’
1.1 Uitgangspunt 1: de didactische driehoek:
De didactische driehoek heeft 2 actoren
(=factoren die personen zijn) en 1 (f)actor.
Het lerende kind:
- beginsituatie + observeren
- focus op de individuele leerling met
ontwikkelingspsychologie
- focus op de klasgroep
De didactische driehoek is het oudste didactische model.
Hattie (2009) onderzoekt en komt tot de conclusie dat er 138 factoren invloed hebben op
leerprestaties van leerlingen. Deze kon hij ordenen in 6 domeinen: - leerkracht
- leerling
(leerkracht heeft het meeste effect!) - thuissituatie
- school
- curriculum
- didactiek
Marzano heeft ook een onderzoek gedaan en zijn resultaat was 11 factoren in 3 categorieën.
1.2 Uitgangspunt 2: handelingsgericht werken:
Wat?: systematisch tegemoet komen aan
onderwijsbehoeften van alle leerlingen.
=> ‘gericht’: op onderwijsnoden van lln.
=> ‘handelings’: er iets aan doen.
- klassikaal: in je didactisch handelen
- individueel: per lln.
1
Sofie T. – 1LD01
,7 uitgangspunten van handelingsgericht werken:
- de onderwijsbehoeften van leerlingen staan centraal;
- het gaat om afstemming en wisselwerking;
- de leerkracht doet ertoe;
- positieve aspecten zijn van groot belang;
- we werken constructief samen;
- ons handelen is doelgericht;
- de werkwijze is systematisch, in stappen en transparant.
1) Onderwijs- en ondersteuningsbehoeften:
NIET “Wat is er mis met deze leerling?”
MAAR “Wat heeft deze leerling nodig om een bepaald doel te bereiken?”
2) Afstemming en wisselwerking:
Er is een constante wisselwerking tussen de leerling en zijn omgeving (school en thuis)
daarom is er afstemming nodig: we moeten de context in rekening brengen.
3) De leerkracht doet ertoe:
Wat heeft de leerkracht nodig om een (groepje) leerlingen alles te geven wat ze nodig
hebben. (vb. extra kennis om het goed te kunnen uitleggen aan de leerlingen)
4) Positieve aspecten als hefboom:
Voldoende focus op het positieve, zodat we zien wat de leerling wel goed kan en niet alles
wat ze niet goed kunnen.
5) In constructieve samenwerking:
opbouwende samenwerking tussen leerlingen, leerkrachten, ouders,… plaats
ook samenwerking met kine, logo,… want school is geen eiland.
6) Doelgericht:
We hebben een duidelijk doel voor ogen en houden het vorige doel in functie.
7) Systematisch en transparant:
Er wordt planmatig en stap voor stap gewerkt (systematisch) en er wordt gezorgd dat
iedereen de afgesproken werkwijze kent, begrijpt en gebruikt. (transparant)
Continuüm van zorg op school:
Handelingsgericht werken vertrekt vanuit ‘het continuüm zorg op school’
Omgekeerde driehoek want meer kinderen in
fase 0 dan fase 3.
2
Sofie T. – 1LD01
,Fase 0: goede preventieve basiszorg voor alle leerlingen
Vanuit HGW (handelingsgericht werken), deze zorgvisie moet gedragen worden door hele
schoolteam.
Stap 1: Verzamelen en noteren van leerling gegevens
We verzamelen per lln. relevante info door observaties, analyses van toetsen,…
Stap 2: Benoemen van de onderwijsbehoeften van alle leerlingen
Stap 3: Signaleren van leerlingen die extra begeleiding nodig hebben
Op basis van vorige stappen signaleren. Extra begeleiding ook voor kinderen die nood
hebben aan uitdaging.
Fase 1: verhoogde zorg voor de leerlingen die extra begeleiding nodig hebben
Leerlingen die gesignaleerd zijn in stap 3 gaan verder naar Fase 1, want de preventieve
basiszorg volstaat niet meer. We gaan verder naar stap 4.
Stap 4: Voor lln. die extra begeleiding nodig hebben: wat zijn hun onderwijsbehoeften?
- Stap 4a: Welke doelen willen we bereiken?
- Stap 4b: Wat heeft de leerling nodig op het doel te bereiken?
Stap 5: Clusteren van lln. met vergelijkbare onderwijsbehoeften in een subgroep.
Stap 6: Opstellen, uitvoeren en evalueren van zorgplan (rekening houdend met hele klas)
Fase 2: Uitbreiding van zorg
In deze fase vallen leerlingen uit en wordt CLB, externen,… ingeschakeld.
Fase 3: overstap naar een school op maat
Wanneer na alle inspanning de leerling niet vooruitgaat, dan kan het kind naar het
Buitengewoon onderwijs of kan een IAC = Individueel Aangepast Curriculum hebben binnen
het regulier onderwijs.
2. De beginsituatie
2.1 Wat is de beginsituatie?:
=> geheel van persoonlijke, sociale, situationele en schoolse gegevens die i.v.m. de te
realiseren doelen van invloed kunnen zijn op het verloop en de resultaten op het
onderwijsleerproces
Aspecten van de beginsituatie: (beïnvloeden de beginsituatie)
Individuele Leerling in Individuele Leerkracht Infrastructuu Omgeving
leerling de groep leerkracht bij het team r
Niet elke lln Lln begrijpt Lkr laat lln Juf Ann helpt Bord die niet Afleiding
evenveel les niet niet actief met werkt door werken
kennis zijn fietsenparcour
Lln met Lkr kent
speciale inhoudt niet
noden
3
Sofie T. – 1LD01
, Beginsituatie een dynamisch begrip:
De beginsituatie van een leerling veranderd continue
Dus: steeds opnieuw achterhalen
=> belangrijk om les te bepalen --> bepaalt de opbouw van onderwijs
Onderwijs à la carte:
! als leerkracht zeer belangrijk om zo nauwkeurig mogelijk zicht te hebben op de beginsituatie
van de individuele leerling om het onderwijs daarop te kunnen afstemmen
=> verschilt van les tot les
=> verschilt van lln tot lln
=> DIFFERENTIËREN!
2.2 Zicht krijgen op de beginsituatie van de leerling(en) door observeren:
Observeren
= waarneming op volledige, precieze en systematische manier
waarnemen= meestal zeer opvallende indrukken en prikkels
Dus:
Observeren is een doelgerichte, systematische en objectieve waarneming van gedragingen.
Doelgericht?
We gaan info verzamelen in overeenstemming met het doel dat daartoe vooraf is
geformuleerd. De observatie geeft antwoord op de vragen die we ons stelden
Systematisch?
Bij observeren laten we ons niet leiden door toevallige waarnemingen. We moeten meermaals,
binnen lange termijn, in alle omstandigheden observeren. We laten ons niet misleiden door
bepaalde factoren.
bv. tijdstip van de dag, lichamelijke gezondheid, moeilijkheden thuis of in groep
Objectief?
Je mag je sympathieën en antipathieën niet je observatie over een kind laten leiden
Waarom observeert een leerkracht?
--> tijdens de opleiding om te leren
--> later : individualiteit van lln kennen
--> als zelfreflectie
Verschillende vormen van observatie:
1. beschrijvende observatie
Hier krijgen we een zo volledig mogelijke registratie van de gedragingen van de
geobserveerde en de situatie waarin alles gebeurt.
4
Sofie T. – 1LD01