Neuroanatomie 1
Hoorcollege 1- Basisprincipes: embryologie en opbouw zenuwstelsels
Zenuwstelsels
- Ongelofelijke cellulaire diversiteit
- Zijn elektrisch
- Chemisch signaal tussen cellen
Op alle zenuwstelsels zijn de volgende 2 principes van toepassing;
1. Neuronen zijn dynamische gepolariseerd (input dendrieten/soma, output axon)
2. Er is een gecombineerde/sequentieel elektrische – chemische informatieflow (actiepotentiaal-
neurotransmitter release
Neuro-architectonische principes van bilateraal symmetrische dieren.
Je kunt deze doormidden snijden en je hebt een linker en rechter helft.
Ook gesegmenteerd, blokjes die een soort van hetzelfde zijn
Gesegmenteerd betekent dat het lichaam feitelijk een serie van min of meer op elkaar lijkende blokjes
Symmetrie betekend dat het lichaam rechter en linkerhelften heeft en kan worden beschreven middels de 3 klassieke
lichaamsassen
- Rostaal-causaal
- Ventraal- dorsaal
- Mediaal-lateraal.
Vergelijkbaar tussen mens en sommige dieren (worm)
Centrale neurale massa in de kop = brein/ hersenen
Langwerpige neurale masse in de lichaamsmediaan = merg
Verzameling van neurale somata in het lichaam = ganglia
Axonen die het lichaam in gaan = spinale zenuwen en hersenzenuwen
Alle symmetrische dieren hebben feitelijk 3 zenuwstelsels
- Clustering van neuronen in een centraal deel van het dier: hersenen en ruggenmerg = centraal zenuwstelsel
(CZS)
- Neuronen in de periferie verbonden met CZS en met anatomische structuren = perifeer zenuwstelsel (PZS)
- Netwerken van neuronen in de wand van spijsverteringskanaal = enterisch zenuwstelsel (EZS)
Embryologie = ontwikkelingsleer
Prenatale ontwikkeling CZS: neuratie
Neuratie = een embryonale laag (neurale plaat) rolt
zichzelf op en vormt een buis, dit is een soort
tuinslang waar vruchtwater doorheen loopt. Later
wordt hier cerebrospinale vloeistof geproduceerd.
Er zijn drie lagen, de gele is de toekomstige buik,
blauw de toekomstige rug. De blauwe laag vouwt zich
er omheen > neuratie.
Belangrijkste principes: groei, differentiatie, vorm
Groei, differentiatie en vormverandering van dee wand evan de neurale buis. En groei, differentiatie en
vormverandering vna de holte van de neurale buis. > drastische morfologische veranderingen binnen slechts een paar
weken, in het begint bestaan de neurale buis slechts uit 1 cellaag > neurale stamcellen
Longitudinale ontwikkelinng: 3 hersen blaasjes (vescicles)
Dit zijn embryonale termen.
Procencephalon = forebran (voorhersenen)
,Mesencephalon = midbrain (middenhersenen)
Rhombencephalon = dianmond-shaped brain (ruithersenen, achterhersenen)
Myelum = spinal cord (ruggenmerg)
De 3 blaasjes worden er 5 ( 5-vescicle stadium)
Procencephalon wordt > telencephalon (endbrain, eindhersenen) diencephalon (interbrain, tussenhersenen)
Rhombencephalon wordt > metencephalon (afterbrain, achterhersenen) en myelencephalon (ruggenmerg achtige
brein)
Verwijding van de holte, ventrikel. 2 laterale ventrikels daarna 3de en 4de ventrikel
,Radiale ontwikkeling: differentieatie en migratie
Meest simpele schema = 3-zone CZS
(alleen in het ruggenmerg)
Zone 1: cellen op grens met ventrikels =
ventriculair (dit wordt het epitheel van
het ventrikelsysteem)
Zone 2: neuronen schuiven na
differentiatie een zone naar buiten op =
intermediaire zone
Zone 3: axonen van deze neuronen
groeien op hun beurt uit naar buiten
= marginale zone.
lissencephaal brein, een glad brein.
Gyrencephaal brein, een brein met veel wervelingen, meet neuronen
Voor mensen kan dit lissenchephalie zijn, deze mensen krijgen een gladbrein.
Kinderen lopen heel erg sterk achter en hebben een vergroot ventrikel doordat
ze minder cellen hebben in de wand.
Ventro-dorsale differentiatie van de neurale buis.
Heel duidelijk in ruggenmerg en medulla oblogata, meer rostraal veel vager
De Telencephale ontwikkeling: hemisferisatie
Er komt een inkeping in het middel en een 2 bollen krijgt. De inkeping is heel diep, gaat tot op het corpus callosum. Die
groef noem je het fissura longitudinalis cerebri, niet helemaal doorsnijden anders geen communicatie tussen links en
rechts. Dit is het gescheiden deel.
, Het niet gescheiden deel, de mediaan van het cerebrum:
Verder longitudinaal gaat het opkrullen (de c-vormige groei)
Voorbeelden van structuren met een (omgekeerde) C-vorm:
- Laterale ventrikels
- Nucleus caudatus
- Hippocampus
De Telencephale ontwikkeling: fases
De Telencephale ontwikkeling: connectiviteit
Spectaculaire ontwikkeling van axonale uitgroei:
- Nuclei worden gespleten door axonale verbindingen
tussen gebieden
Myelinisatie
- Vaak pas na de geboorte
- Hele veel connecties zijn daarom nog niet meteen online
- Sommige connecties pas volledig gemyeliniseerd in het
derde decennium!
Hoorcollege 1- Basisprincipes: embryologie en opbouw zenuwstelsels
Zenuwstelsels
- Ongelofelijke cellulaire diversiteit
- Zijn elektrisch
- Chemisch signaal tussen cellen
Op alle zenuwstelsels zijn de volgende 2 principes van toepassing;
1. Neuronen zijn dynamische gepolariseerd (input dendrieten/soma, output axon)
2. Er is een gecombineerde/sequentieel elektrische – chemische informatieflow (actiepotentiaal-
neurotransmitter release
Neuro-architectonische principes van bilateraal symmetrische dieren.
Je kunt deze doormidden snijden en je hebt een linker en rechter helft.
Ook gesegmenteerd, blokjes die een soort van hetzelfde zijn
Gesegmenteerd betekent dat het lichaam feitelijk een serie van min of meer op elkaar lijkende blokjes
Symmetrie betekend dat het lichaam rechter en linkerhelften heeft en kan worden beschreven middels de 3 klassieke
lichaamsassen
- Rostaal-causaal
- Ventraal- dorsaal
- Mediaal-lateraal.
Vergelijkbaar tussen mens en sommige dieren (worm)
Centrale neurale massa in de kop = brein/ hersenen
Langwerpige neurale masse in de lichaamsmediaan = merg
Verzameling van neurale somata in het lichaam = ganglia
Axonen die het lichaam in gaan = spinale zenuwen en hersenzenuwen
Alle symmetrische dieren hebben feitelijk 3 zenuwstelsels
- Clustering van neuronen in een centraal deel van het dier: hersenen en ruggenmerg = centraal zenuwstelsel
(CZS)
- Neuronen in de periferie verbonden met CZS en met anatomische structuren = perifeer zenuwstelsel (PZS)
- Netwerken van neuronen in de wand van spijsverteringskanaal = enterisch zenuwstelsel (EZS)
Embryologie = ontwikkelingsleer
Prenatale ontwikkeling CZS: neuratie
Neuratie = een embryonale laag (neurale plaat) rolt
zichzelf op en vormt een buis, dit is een soort
tuinslang waar vruchtwater doorheen loopt. Later
wordt hier cerebrospinale vloeistof geproduceerd.
Er zijn drie lagen, de gele is de toekomstige buik,
blauw de toekomstige rug. De blauwe laag vouwt zich
er omheen > neuratie.
Belangrijkste principes: groei, differentiatie, vorm
Groei, differentiatie en vormverandering van dee wand evan de neurale buis. En groei, differentiatie en
vormverandering vna de holte van de neurale buis. > drastische morfologische veranderingen binnen slechts een paar
weken, in het begint bestaan de neurale buis slechts uit 1 cellaag > neurale stamcellen
Longitudinale ontwikkelinng: 3 hersen blaasjes (vescicles)
Dit zijn embryonale termen.
Procencephalon = forebran (voorhersenen)
,Mesencephalon = midbrain (middenhersenen)
Rhombencephalon = dianmond-shaped brain (ruithersenen, achterhersenen)
Myelum = spinal cord (ruggenmerg)
De 3 blaasjes worden er 5 ( 5-vescicle stadium)
Procencephalon wordt > telencephalon (endbrain, eindhersenen) diencephalon (interbrain, tussenhersenen)
Rhombencephalon wordt > metencephalon (afterbrain, achterhersenen) en myelencephalon (ruggenmerg achtige
brein)
Verwijding van de holte, ventrikel. 2 laterale ventrikels daarna 3de en 4de ventrikel
,Radiale ontwikkeling: differentieatie en migratie
Meest simpele schema = 3-zone CZS
(alleen in het ruggenmerg)
Zone 1: cellen op grens met ventrikels =
ventriculair (dit wordt het epitheel van
het ventrikelsysteem)
Zone 2: neuronen schuiven na
differentiatie een zone naar buiten op =
intermediaire zone
Zone 3: axonen van deze neuronen
groeien op hun beurt uit naar buiten
= marginale zone.
lissencephaal brein, een glad brein.
Gyrencephaal brein, een brein met veel wervelingen, meet neuronen
Voor mensen kan dit lissenchephalie zijn, deze mensen krijgen een gladbrein.
Kinderen lopen heel erg sterk achter en hebben een vergroot ventrikel doordat
ze minder cellen hebben in de wand.
Ventro-dorsale differentiatie van de neurale buis.
Heel duidelijk in ruggenmerg en medulla oblogata, meer rostraal veel vager
De Telencephale ontwikkeling: hemisferisatie
Er komt een inkeping in het middel en een 2 bollen krijgt. De inkeping is heel diep, gaat tot op het corpus callosum. Die
groef noem je het fissura longitudinalis cerebri, niet helemaal doorsnijden anders geen communicatie tussen links en
rechts. Dit is het gescheiden deel.
, Het niet gescheiden deel, de mediaan van het cerebrum:
Verder longitudinaal gaat het opkrullen (de c-vormige groei)
Voorbeelden van structuren met een (omgekeerde) C-vorm:
- Laterale ventrikels
- Nucleus caudatus
- Hippocampus
De Telencephale ontwikkeling: fases
De Telencephale ontwikkeling: connectiviteit
Spectaculaire ontwikkeling van axonale uitgroei:
- Nuclei worden gespleten door axonale verbindingen
tussen gebieden
Myelinisatie
- Vaak pas na de geboorte
- Hele veel connecties zijn daarom nog niet meteen online
- Sommige connecties pas volledig gemyeliniseerd in het
derde decennium!