Hoofdstuk 9: Financiële vaste activa
= participaties in andere onderneming op lange termijn
1. Inhoud van de rubriek
Op balans en in MAR
3 categorieën FVA:
1. Verbonden ondernemingen – 280 en 281
- Deelnemingen (= participaties in andere ondern)
- Vorderingen (= vorderingen op andere ondern)
2. Ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat – 282 en
283
- Deelnemingen (= participaties in andere ondern)
- Vorderingen (= vorderingen op andere ondern)
3. Andere financiële vaste activa – 284 en 285
- Aandelen
- Vorderingen (= vorderingen op andere ondern)
- Borgtochten (= waarborg die je betaalt ten gunste van een ander)
FVA
duurzame band en continu karakter (strategisch karakter)
want participaties en dus investeringen op lange termijn
beleggingen op korte termijn worden hier dus NIET bedoeld (want
dat zijn geldbeleggingen)
zowel aandelenparticipaties, als vorderingen (schuldfinanciering)
deelnemingen/aandelen
vorderingen
volgende categorieën worden onderscheiden:
verbonden ondernemingen
ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat
andere FVA
Verschil: aandelen ≠ deelnemingen
Onder ‘deelnemingen’ wordt verstaan:
maatschappelijke rechten in andere vennootschappen die ertoe strekken door het
scheppen van een duurzame en specifieke band met ander vennootschappen, de
vennootschap in staat stellen een invloed uit te oefenen op de oriëntatie
van het beleid van deze vennootschappen (Artikel 1:22 WVV).
Behoudens bewijs van tegendeel:
- maatschappelijke rechten die minstens één tiende vertegenwoordigen
van het kapitaal, eigen vermogen of een soort aandelen
- maatschappelijke rechten die minder dan één tiende
vertegenwoordigen, maar waaruit daden van beschikking of éénzijdige
verbintenissen voortvloeien (bv. exclusieve samenwerkingscontracten)
,Samengevat:
1. Deelnemingen = participatie van 10% of meer
2. Aandelen
= participatie van minder dan 10% (dan heb je geen invloed)
= maatschappelijke rechten in andere ondernemingen die geen
deelneming vormen (typisch aandelenpakket van minder dan 10%)
Voorwaarden voor vorderingen die behoren tot FVA
= enkel leningen aan andere ondernemingen die als feitelijk doel hebben de
andere onderneming op een duurzame wijze te ondersteunen (looptijd noch
interest is bepalend, wel de intentie van duurzame ondersteuning)
= bedoeling van vordering (lening of krediet geven) is duurzame ondersteuning
a) Verbonden ondernemingen
o de vennootschappen waarover onderneming A een
controlebevoegdheid uitoefent
o de vennootschappen die een controlebevoegdheid over onderneming A
uitoefenen
o de vennootschappen waarmee A een consortium vormt
o de andere vennootschappen die – bij weten van het bestuursorgaan
van onderneming A – onder controle staan van de vennootschappen
bedoeld in één van de vorige gevallen
+ opm: dochteronderneming = vennootschap die onder controle staat
(verbonden onderneming)
+ opm: om de controlebevoegdheid vast te stellen wordt de onrechtstreekse
controlebevoegdheid via een dochteronderneming bij de rechtstreekse
controlebevoegdheid geteld
controle over een vennootschap
= bevoegdheid om in rechte of in feite beslissende invloed uit te oefenen op de
aanstelling van de meerderheid van de bestuurders of zaakvoerders of op de
oriëntatie van het beleid
de controle is in rechte (onweerlegbaar) wanneer:
- bezit van de meerderheid van de stemrechten (bezit meer dan 50% van
aandelen op algemene vergadering aandeelhouders heb je
meerderheid van stemmen)
- recht om de meerderheid van de bestuurders of zaakvoerders te
benoemen of te ontslaan
overeenkomsten die gesloten zijn en die zorgen voor controle:
- controlebevoegdheid middels statuten of met de vennootschap
gesloten overeenkomsten
- beschikken over de meerderheid van de stemrechten op grond van een
overeenkomst met andere vennoten
- in geval van gezamenlijke controle
de controle is in feite (weerlegbaar) wanneer:
, - op de voorlaatste en laatste algemene vergadering de meerderheid van
de aanwezige stemrechten uitgeoefend
- bv. je bezit 45% van aandelen onderneming en op laatste vergadering
waren niet alle aandeelhouders aanwezig want er was maar 80% van
stemrechten vertegenwoordigd, dan heb je met 45% wel de
meerderheid
voorbeeld: dia 14 – verbonden vennootschappen van A
dia 15: vennootschappen waarover A controlebevoegdheid uitoefent
- controle over B en C (65% en 75% rechtstreeks)
- ook controle over D (rechtstreekse 20% + onrechtstreekse via dochter
C 40% = 60%)
zie opm hierboven
dia 16: vennootschappen die controlebevoegdheid over A uitoefenen
- E heeft controle over A (65% rechtstreeks)
dia 17: andere vennootschappen die – bij weten van het bestuursorgaan van A –
onder controle staan van de vennootschappen bedoeld in één van de vorige
gevallen
- B als dochter van A heeft controle over F (70% rechtstreeks)
In jaarrekening van A:
1. Verbonden ondernemingen - Deelnemingen
– mogelijks terug te vinden = B (65%), C (75%) en D (20%)
2. Verbonden ondernemingen Vorderingen - Vorderingen
– mogelijks terug te vinden = E, C, D, B en F
+ opm: consortium of centrale leiding
- kan voortvloeien uit statuten of gesloten overeenkomsten
- of bij bestuursorganen dat in meerderheid bestaat uit dezelfde
personen (geen participatie, maar bestuur bestaat in meerderheid uit
zelfde personen)
- meerderheid stemrechten gehouden door dezelfde persoon
zie vb.
dia 19 – ondern A en B = consortium = en dus verbonden ondern
dia 20 – ondern A en B ≠ consortium ≠ en dus verbonden ondern
dia 21 – ondern A, B en C = consortium = en dus verbonden ondern
(want X bezit meerderheid aandelen in A, B en C)
+ opm: gezamenlijke controle
zie vb. dia 22
- M = moederonderneming en A = dochteronderneming
- waarbij er afspraken werden gemaakt tussen M1, M2 en M3 dat
beslissingen inzake het beleid van A steeds in consensus genomen
, dienen te worden (aandelen eerlijk verdeeld tussen
aandeelhouders/moederonderneming)
b) Vennootschappen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat
o alle vennootschappen die geen verbonden ondernemingen zijn (dus
bezitten meer dan 10% maar minder dan 50% van aandelen)
o waarin A (rechtstreeks of via haar dochter(s)) een deelneming aanhoudt
o die - bij weten van het beleidsorgaan van A – rechtstreeks of via
dochter(s) een deelneming in het kapitaal van A aanhouden
o die – bij weten van het beleidsorgaan van A – dochter(s) zijn van
ondernemingen waarmee A een deelnemingsverhouding heeft
voorbeeld: dia 25 – vennootschappen met deelnemingsverhouding met A
dia 26: vennootschappen waarin A (rechtstreeks of via haar dochter(s)) een
deelneming aanhoudt
- deelnemingsverhouding met B (25% rechtstreeks)
- ook deelnemingsverhouding met C (en 8% rechtstreeks +
onrechtstreekse via dochter 15% = 23%)
dochter = verbonden door 60%
zie opm hierboven
dia 27: vennootschappen die - bij weten van het beleidsorgaan van A –
rechtstreeks of via dochter(s) een deelneming in het kapitaal van A aanhouden
- deelnemingsverhouding met E (15% rechtstreeks)
dia 28: vennootschappen die – bij weten van het beleidsorgaan van A – dochter(s)
zijn van ondernemingen waarmee A een deelnemingsverhouding heeft
- deelnemingsverhouding met F (F als dochter van B die
deelnemingsverhouding heeft met A)
dochter = verbonden door 75%
In jaarrekening van A:
1. Ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat -
Deelnemingen
– mogelijks terug te vinden = B (25%), C (8%)
+ deelneming in D moet bij ‘Verbonden ondernemingen’
2. Ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat -
Vorderingen
– mogelijks terug te vinden = E, C, B en F
+ vordering op D moet bij ‘Verbonden ondernemingen’
c) Andere financiële vaste activa
o maatschappelijke rechten in andere ondernemingen die geen
deelneming vormen
o typisch aandelenpakket van minder dan 10%
= participaties in andere onderneming op lange termijn
1. Inhoud van de rubriek
Op balans en in MAR
3 categorieën FVA:
1. Verbonden ondernemingen – 280 en 281
- Deelnemingen (= participaties in andere ondern)
- Vorderingen (= vorderingen op andere ondern)
2. Ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat – 282 en
283
- Deelnemingen (= participaties in andere ondern)
- Vorderingen (= vorderingen op andere ondern)
3. Andere financiële vaste activa – 284 en 285
- Aandelen
- Vorderingen (= vorderingen op andere ondern)
- Borgtochten (= waarborg die je betaalt ten gunste van een ander)
FVA
duurzame band en continu karakter (strategisch karakter)
want participaties en dus investeringen op lange termijn
beleggingen op korte termijn worden hier dus NIET bedoeld (want
dat zijn geldbeleggingen)
zowel aandelenparticipaties, als vorderingen (schuldfinanciering)
deelnemingen/aandelen
vorderingen
volgende categorieën worden onderscheiden:
verbonden ondernemingen
ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat
andere FVA
Verschil: aandelen ≠ deelnemingen
Onder ‘deelnemingen’ wordt verstaan:
maatschappelijke rechten in andere vennootschappen die ertoe strekken door het
scheppen van een duurzame en specifieke band met ander vennootschappen, de
vennootschap in staat stellen een invloed uit te oefenen op de oriëntatie
van het beleid van deze vennootschappen (Artikel 1:22 WVV).
Behoudens bewijs van tegendeel:
- maatschappelijke rechten die minstens één tiende vertegenwoordigen
van het kapitaal, eigen vermogen of een soort aandelen
- maatschappelijke rechten die minder dan één tiende
vertegenwoordigen, maar waaruit daden van beschikking of éénzijdige
verbintenissen voortvloeien (bv. exclusieve samenwerkingscontracten)
,Samengevat:
1. Deelnemingen = participatie van 10% of meer
2. Aandelen
= participatie van minder dan 10% (dan heb je geen invloed)
= maatschappelijke rechten in andere ondernemingen die geen
deelneming vormen (typisch aandelenpakket van minder dan 10%)
Voorwaarden voor vorderingen die behoren tot FVA
= enkel leningen aan andere ondernemingen die als feitelijk doel hebben de
andere onderneming op een duurzame wijze te ondersteunen (looptijd noch
interest is bepalend, wel de intentie van duurzame ondersteuning)
= bedoeling van vordering (lening of krediet geven) is duurzame ondersteuning
a) Verbonden ondernemingen
o de vennootschappen waarover onderneming A een
controlebevoegdheid uitoefent
o de vennootschappen die een controlebevoegdheid over onderneming A
uitoefenen
o de vennootschappen waarmee A een consortium vormt
o de andere vennootschappen die – bij weten van het bestuursorgaan
van onderneming A – onder controle staan van de vennootschappen
bedoeld in één van de vorige gevallen
+ opm: dochteronderneming = vennootschap die onder controle staat
(verbonden onderneming)
+ opm: om de controlebevoegdheid vast te stellen wordt de onrechtstreekse
controlebevoegdheid via een dochteronderneming bij de rechtstreekse
controlebevoegdheid geteld
controle over een vennootschap
= bevoegdheid om in rechte of in feite beslissende invloed uit te oefenen op de
aanstelling van de meerderheid van de bestuurders of zaakvoerders of op de
oriëntatie van het beleid
de controle is in rechte (onweerlegbaar) wanneer:
- bezit van de meerderheid van de stemrechten (bezit meer dan 50% van
aandelen op algemene vergadering aandeelhouders heb je
meerderheid van stemmen)
- recht om de meerderheid van de bestuurders of zaakvoerders te
benoemen of te ontslaan
overeenkomsten die gesloten zijn en die zorgen voor controle:
- controlebevoegdheid middels statuten of met de vennootschap
gesloten overeenkomsten
- beschikken over de meerderheid van de stemrechten op grond van een
overeenkomst met andere vennoten
- in geval van gezamenlijke controle
de controle is in feite (weerlegbaar) wanneer:
, - op de voorlaatste en laatste algemene vergadering de meerderheid van
de aanwezige stemrechten uitgeoefend
- bv. je bezit 45% van aandelen onderneming en op laatste vergadering
waren niet alle aandeelhouders aanwezig want er was maar 80% van
stemrechten vertegenwoordigd, dan heb je met 45% wel de
meerderheid
voorbeeld: dia 14 – verbonden vennootschappen van A
dia 15: vennootschappen waarover A controlebevoegdheid uitoefent
- controle over B en C (65% en 75% rechtstreeks)
- ook controle over D (rechtstreekse 20% + onrechtstreekse via dochter
C 40% = 60%)
zie opm hierboven
dia 16: vennootschappen die controlebevoegdheid over A uitoefenen
- E heeft controle over A (65% rechtstreeks)
dia 17: andere vennootschappen die – bij weten van het bestuursorgaan van A –
onder controle staan van de vennootschappen bedoeld in één van de vorige
gevallen
- B als dochter van A heeft controle over F (70% rechtstreeks)
In jaarrekening van A:
1. Verbonden ondernemingen - Deelnemingen
– mogelijks terug te vinden = B (65%), C (75%) en D (20%)
2. Verbonden ondernemingen Vorderingen - Vorderingen
– mogelijks terug te vinden = E, C, D, B en F
+ opm: consortium of centrale leiding
- kan voortvloeien uit statuten of gesloten overeenkomsten
- of bij bestuursorganen dat in meerderheid bestaat uit dezelfde
personen (geen participatie, maar bestuur bestaat in meerderheid uit
zelfde personen)
- meerderheid stemrechten gehouden door dezelfde persoon
zie vb.
dia 19 – ondern A en B = consortium = en dus verbonden ondern
dia 20 – ondern A en B ≠ consortium ≠ en dus verbonden ondern
dia 21 – ondern A, B en C = consortium = en dus verbonden ondern
(want X bezit meerderheid aandelen in A, B en C)
+ opm: gezamenlijke controle
zie vb. dia 22
- M = moederonderneming en A = dochteronderneming
- waarbij er afspraken werden gemaakt tussen M1, M2 en M3 dat
beslissingen inzake het beleid van A steeds in consensus genomen
, dienen te worden (aandelen eerlijk verdeeld tussen
aandeelhouders/moederonderneming)
b) Vennootschappen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat
o alle vennootschappen die geen verbonden ondernemingen zijn (dus
bezitten meer dan 10% maar minder dan 50% van aandelen)
o waarin A (rechtstreeks of via haar dochter(s)) een deelneming aanhoudt
o die - bij weten van het beleidsorgaan van A – rechtstreeks of via
dochter(s) een deelneming in het kapitaal van A aanhouden
o die – bij weten van het beleidsorgaan van A – dochter(s) zijn van
ondernemingen waarmee A een deelnemingsverhouding heeft
voorbeeld: dia 25 – vennootschappen met deelnemingsverhouding met A
dia 26: vennootschappen waarin A (rechtstreeks of via haar dochter(s)) een
deelneming aanhoudt
- deelnemingsverhouding met B (25% rechtstreeks)
- ook deelnemingsverhouding met C (en 8% rechtstreeks +
onrechtstreekse via dochter 15% = 23%)
dochter = verbonden door 60%
zie opm hierboven
dia 27: vennootschappen die - bij weten van het beleidsorgaan van A –
rechtstreeks of via dochter(s) een deelneming in het kapitaal van A aanhouden
- deelnemingsverhouding met E (15% rechtstreeks)
dia 28: vennootschappen die – bij weten van het beleidsorgaan van A – dochter(s)
zijn van ondernemingen waarmee A een deelnemingsverhouding heeft
- deelnemingsverhouding met F (F als dochter van B die
deelnemingsverhouding heeft met A)
dochter = verbonden door 75%
In jaarrekening van A:
1. Ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat -
Deelnemingen
– mogelijks terug te vinden = B (25%), C (8%)
+ deelneming in D moet bij ‘Verbonden ondernemingen’
2. Ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat -
Vorderingen
– mogelijks terug te vinden = E, C, B en F
+ vordering op D moet bij ‘Verbonden ondernemingen’
c) Andere financiële vaste activa
o maatschappelijke rechten in andere ondernemingen die geen
deelneming vormen
o typisch aandelenpakket van minder dan 10%