Filosofische fundamenten van de vrijheid van meningsui ng
1 – PLATO, APOLOGIA (APOLOGIE VAN SOCRATES)
1. Context en achtergrond
Jaar 399 v.Chr., Socrates aangeklaagd door Melatus, Anytus en Lyco
Aanklachten:
1. Jeugd corrumperen door kri sche houding en twijfel zaaien.
2. Niet erkennen goden Athene → religieuze aanklacht (asebeia).
De tekst is Plato’s weergave van Socrates’ verdedigingsrede; mengeling van verslag en
filosofische interpreta e.
2. Socrates’ verdediging
Geen retorische redevoering maar filosofische dialoogs jl: vragen stellen, ironie
gebruiken, autoriteit uitdagen.
Zelfpresenta e:
o Socrates presenteert zich niet als welbespraakte redenaar maar als
waarheidszoeker.
o Stelt dat hij geen “leermeester” is (geen sofist), maar eerder een horzel die de
stad wakker schudt.
‐> daarmee hee hij zich gehaat gemaakt
‐> onderliggende tegenstand (door velen, o.a. rechters, geïnternaliseerd)
Kernargumenten:
1. Hij leert mensen kri sch denken en onderzoeken
—> dit is geen corrup e, maar een dienst aan de polis.
2. Hij handelt uit opdracht van de god
(orakel van Delphi: niemand is wijzer dan Socrates → hij onderzoekt wie werkelijk wijs is)
‐> waarschijnlijk was uitspraak egalitair bedoeld: ‘iedereen weet evenveel als Socrates’
3. Hij stelt dat hij geen geld vraagt, anders dan sofisten
→ zijn mo ef is zuiver.
‐> Waarom hee voormalige jeugd Socrates niet aangeklaagd?
‐> impliceert poli ek mo ef; nieuwe burgers weerhouden van navolgen Socrates
Strafvoorstel Socrates: 1e: “bestraffen” met feestmaal ‐> 2e: boete (o.a. Plato borgsteller)
PLATO
, Filosofische fundamenten van de vrijheid van meningsui ng
3. Vrijheid van meningsui ng in de Apologia
Waarheid en geweten boven zel ehoud: Socrates weigert zijn overtuigingen te
verloochenen, zelfs als dat de dood betekent.
Vrijheid als morele plicht:
o Hij ziet filosofische kri ek niet alleen als recht, maar als goddelijke opdracht.
o Spreken = dienen van waarheid en zorg voor de ziel.
Botsing individu vs. staat:
o Socrates belichaamt het conflict tussen individuele gewetensvrijheid en de
eisen van de gemeenschap.
o Zijn veroordeling laat zien dat democra e niet automa sch vrijheid van
meningsui ng beschermt.
4. Socrates’ houding tegenover dood en martelaarschap
Hij stelt dat dood niet gevreesd moet worden: ofwel een droomloze slaap, ofwel een
overgang naar een andere wereld.
Martelaarsfiguur: bereid te sterven voor waarheid en rechtvaardigheid.
Legt fundament voor idee van “martelaarschap voor vrijheid van denken” in
westerse tradi e.
“leven‐zonder‐onderzoek is geen leven”
‐> geluk door kri sch nadenken en leven beteren door ethisch handelen
5. Filosofische betekenis
Socrates’ rede is geen pleidooi voor onbeperkte vrijheid van meningsui ng in
moderne zin, maar:
o Begin van discussie over kri ek op autoriteit.
o Vrijheid van meningsui ng hier als: verantwoordelijkheid om de waarheid te
spreken, zelfs tegen de meerderheid in.
Het proces laat zien dat democra e spanningsvelden bevat: meerderheid beslist
→ maar kan ook de waarheid vers kken.
PLATO
1 – PLATO, APOLOGIA (APOLOGIE VAN SOCRATES)
1. Context en achtergrond
Jaar 399 v.Chr., Socrates aangeklaagd door Melatus, Anytus en Lyco
Aanklachten:
1. Jeugd corrumperen door kri sche houding en twijfel zaaien.
2. Niet erkennen goden Athene → religieuze aanklacht (asebeia).
De tekst is Plato’s weergave van Socrates’ verdedigingsrede; mengeling van verslag en
filosofische interpreta e.
2. Socrates’ verdediging
Geen retorische redevoering maar filosofische dialoogs jl: vragen stellen, ironie
gebruiken, autoriteit uitdagen.
Zelfpresenta e:
o Socrates presenteert zich niet als welbespraakte redenaar maar als
waarheidszoeker.
o Stelt dat hij geen “leermeester” is (geen sofist), maar eerder een horzel die de
stad wakker schudt.
‐> daarmee hee hij zich gehaat gemaakt
‐> onderliggende tegenstand (door velen, o.a. rechters, geïnternaliseerd)
Kernargumenten:
1. Hij leert mensen kri sch denken en onderzoeken
—> dit is geen corrup e, maar een dienst aan de polis.
2. Hij handelt uit opdracht van de god
(orakel van Delphi: niemand is wijzer dan Socrates → hij onderzoekt wie werkelijk wijs is)
‐> waarschijnlijk was uitspraak egalitair bedoeld: ‘iedereen weet evenveel als Socrates’
3. Hij stelt dat hij geen geld vraagt, anders dan sofisten
→ zijn mo ef is zuiver.
‐> Waarom hee voormalige jeugd Socrates niet aangeklaagd?
‐> impliceert poli ek mo ef; nieuwe burgers weerhouden van navolgen Socrates
Strafvoorstel Socrates: 1e: “bestraffen” met feestmaal ‐> 2e: boete (o.a. Plato borgsteller)
PLATO
, Filosofische fundamenten van de vrijheid van meningsui ng
3. Vrijheid van meningsui ng in de Apologia
Waarheid en geweten boven zel ehoud: Socrates weigert zijn overtuigingen te
verloochenen, zelfs als dat de dood betekent.
Vrijheid als morele plicht:
o Hij ziet filosofische kri ek niet alleen als recht, maar als goddelijke opdracht.
o Spreken = dienen van waarheid en zorg voor de ziel.
Botsing individu vs. staat:
o Socrates belichaamt het conflict tussen individuele gewetensvrijheid en de
eisen van de gemeenschap.
o Zijn veroordeling laat zien dat democra e niet automa sch vrijheid van
meningsui ng beschermt.
4. Socrates’ houding tegenover dood en martelaarschap
Hij stelt dat dood niet gevreesd moet worden: ofwel een droomloze slaap, ofwel een
overgang naar een andere wereld.
Martelaarsfiguur: bereid te sterven voor waarheid en rechtvaardigheid.
Legt fundament voor idee van “martelaarschap voor vrijheid van denken” in
westerse tradi e.
“leven‐zonder‐onderzoek is geen leven”
‐> geluk door kri sch nadenken en leven beteren door ethisch handelen
5. Filosofische betekenis
Socrates’ rede is geen pleidooi voor onbeperkte vrijheid van meningsui ng in
moderne zin, maar:
o Begin van discussie over kri ek op autoriteit.
o Vrijheid van meningsui ng hier als: verantwoordelijkheid om de waarheid te
spreken, zelfs tegen de meerderheid in.
Het proces laat zien dat democra e spanningsvelden bevat: meerderheid beslist
→ maar kan ook de waarheid vers kken.
PLATO