Aantekeningen Poëzie Nederlands
In poëtisch taalgebruik krijgt de inhoud van een boodschap extra lading en vorm meer nadruk
Je kunt méér zeggen dan woorden letterlijk betekenen
Dichters gebruiken poëzie om ideeën, gevoelens en gedachten te verwoorden die zij niet in
taal kunnen uitdrukken
Poëzie is daarom regelmatig ‘ongrammaticaal’
In poëzie wordt veel in beelden gesproken (beeldspraak)
Een mooi voorbeeld is ‘Sotto voce’ van M. Vasalis.
De betekenis van gedichten ligt vaak buiten de tekst zelf, je moet hiernaar als lezer dus op
zoek
Poëzie vergt dus een bepaalde lees of schrijfhouding; het is dus handig om het gereedschap
van een dichter te kennen.
Kennen voor de toets (paragraaf 4-10)
Je kent de begrippenkader bij het analyseren van gedichten
Je kunt het begrippenkader gebruiken bij het analyseren van gedichten
Je kunt gedichten interpreteren
Je kunt je mening over een gedicht onderbouwen
Thema oorlog (pagina 140) al deze punten kennen
Heftige gebeurtenissen kunnen inspireren
Kennis van de context en je vermogen om je in de situatie te verplaatsen, dragen bij aan
de betekenis van een gedicht
Ook de presentatie van een gedicht kan betekenis toevoegen (Dam, dodenherdenking)
Om de lezer mee te nemen in een emotie of gedachte, kiest de dichter een perspectief.
Als dat een ik-perspectief is, is dit niet altijd de dichter zelf
In de poëzie noemen we het ik-perspectief ‘het lyrisch ik’
(6) Liefde
In poëzie is het gedicht die bepaalt hoe hij de zinnen over de regels verdeelt
Een dichtregel(of versregel) is meestal zorgvuldig gekozen
Het afbreken van een regel ( waar je een pauze hoort) heet enjambement
Door versregels daarnaast te groeperen in strofen (alinea’s in gedichten) kan een dichter
samenhang creëren
Sommige dichters gebruiken graag klassieke dichtvormen bijvoorbeeld sonnet(14 regels)-
andere dichter andere dichters kiezen graag voor de vrijheid van het vrije vers
In poëtisch taalgebruik krijgt de inhoud van een boodschap extra lading en vorm meer nadruk
Je kunt méér zeggen dan woorden letterlijk betekenen
Dichters gebruiken poëzie om ideeën, gevoelens en gedachten te verwoorden die zij niet in
taal kunnen uitdrukken
Poëzie is daarom regelmatig ‘ongrammaticaal’
In poëzie wordt veel in beelden gesproken (beeldspraak)
Een mooi voorbeeld is ‘Sotto voce’ van M. Vasalis.
De betekenis van gedichten ligt vaak buiten de tekst zelf, je moet hiernaar als lezer dus op
zoek
Poëzie vergt dus een bepaalde lees of schrijfhouding; het is dus handig om het gereedschap
van een dichter te kennen.
Kennen voor de toets (paragraaf 4-10)
Je kent de begrippenkader bij het analyseren van gedichten
Je kunt het begrippenkader gebruiken bij het analyseren van gedichten
Je kunt gedichten interpreteren
Je kunt je mening over een gedicht onderbouwen
Thema oorlog (pagina 140) al deze punten kennen
Heftige gebeurtenissen kunnen inspireren
Kennis van de context en je vermogen om je in de situatie te verplaatsen, dragen bij aan
de betekenis van een gedicht
Ook de presentatie van een gedicht kan betekenis toevoegen (Dam, dodenherdenking)
Om de lezer mee te nemen in een emotie of gedachte, kiest de dichter een perspectief.
Als dat een ik-perspectief is, is dit niet altijd de dichter zelf
In de poëzie noemen we het ik-perspectief ‘het lyrisch ik’
(6) Liefde
In poëzie is het gedicht die bepaalt hoe hij de zinnen over de regels verdeelt
Een dichtregel(of versregel) is meestal zorgvuldig gekozen
Het afbreken van een regel ( waar je een pauze hoort) heet enjambement
Door versregels daarnaast te groeperen in strofen (alinea’s in gedichten) kan een dichter
samenhang creëren
Sommige dichters gebruiken graag klassieke dichtvormen bijvoorbeeld sonnet(14 regels)-
andere dichter andere dichters kiezen graag voor de vrijheid van het vrije vers