- Indeling lessen
o Kern (9 weken)
KT = jaar tot jaar bewegingen gedreven door
veranderingen in de vraag (H3 – H6)
MT = tiental jaar, economie tendeert naar outputlevel
beslist door aanbodfactoren zoals kapitaalstock,
technologiecapaciteiten, arbeidsmarkt, … (H7 – H10)
LT = meerdere decennia, economie is afhankelijk van
innovatievaardigheden, kwaliteit onderwijs, kwaliteit
overheid, … (H11 – H14)
o Extensies (2 weken)
Open economie (H18 – H21)
H1: A tour of the world
Economische cyclus:
periode tussen 2 pieken of 2 dalingen, als 2de piek hoger ligt is er groei op
de LT
o Output wordt gemeten door reëel bruto binnenlands product
BBP
Enkel belangrijke gebeurtenissen
- Hedendaagse situatie
o Internationaal monetair fonds (IMF)
publiceert 2 x per jaar world economic outlook, analyse van
evolutie wereldeconomie op KT en MT
Maken onderscheid tussen ontwikkelingslanden en
landen in transitie
- Pandemie 2020
o Grootste gezondheidscrisis sinds de Spaanse griep 1918
o Grootste economische crisis sinds de grote depressie 1929
o Andere soort economische crisis
niet veroorzaakt door het uit evenwicht zijn van de economie
maar veroorzaakt door een exogene schok buiten de economie
namelijk een virus
o Beïnvloedt economie op 3 manieren
Productielijn viel stil = negatieve aanbodschok
Limiteert mobiliteit van arbeiders = negatieve
aanbodschok
Veroorzaakt daling in inkomen = negatieve vraagschok
,- Crisis 2008 – 2009
o Totaal andere economische crisis, zie H6
o Oorzaak
dalende huisprijzen veroorzaakt serieuze problemen in de
financiële sector in de VS
o Wereldwijd verspreid
Via handelswereld: minder exportmogelijkheden voor VS
Via financiële wereld: slechte financiële producten
werden verspreid over hele globale financiële systeem,
stocks op deze huizen bleken plots veel minder waard te
zijn = giftige producten
o Vertrouwenscrisis
banken hadden risicovolle hypotheken gebundeld en omgezet
in complexe financiële producten, die doorverkocht werden
aan andere banken en investeerders, door ingewikkelde
structuur van deze producten werd het bijna onmogelijk om
hun werkelijke waarde in te schatten
Banken durfden niet meer aan elkaar te lenen, omdat ze
niet wisten hoe gezond andere banken waren
- 2008 VS Covid
o 2008 – 2009 = financiële crisis
Financiële schok was relatief klein: impact op balans van
banken was equivalent aan stock market drop van 4%
Veroorzaakt onduidelijkheid want niemand wist hoeveel
hypotheekbanken waard waren
Versterkend effect want banken hadden te weinig
kapitaal om verlies te absorberen waardoor ze stopten
met uitlenen
Oplossing: banken herstellen, redden, kapitaliseren maar
vraagt tijd, soms moest de overheid dit doen
o Covid 2020 = sanitaire crisis
Oorzaak: outputdaling door lockdown dus had geen
directe impact op balans van financiële instituties
Overheid nam gezondheidsmaatregelen (mondmasker,
lockdown, …) en voorziet inkomenssupport zodat
consumptie niet zou instorten en bedrijven zouden
overleven
Overheid moest op andere manier leren tussenkomen
,Verenigde Staten, EU en Eurozone
- Herverkiezing Trump (dia 31)
o Historisch
Trifacta: wint senaat en house of representatives
Herverkozen na te verliezen tegen Biden
o Niet historisch
Trifacta gaat niet lang duren want meerderheid in HOR is
flinter dun en om de 2 jaar is er volledige herverkiezing
van HOR en van 1/3 van senaat (je bent senator voor 6
jaar)
- EU
o 27 leden
o 1999 ontstaan gemeenschappelijke muntzone = Eurozone
vervangt nationale valuta’s in 2002 met de euro
o 2 uitdagingen
Werkloosheid verminderen
Efficiëntie van Eurozone
- Eurozone
o Voordelen
Symbolisch belangrijk: nationalistisch gevoel
Geen wisselkoersen waar men rekening mee moet
houden
Grotere markt => schaal economieën ontstaan door
kostenbesparing
o Nadelen
1 gemeenschappelijke monetair beleid, monetair beleid
uit handen geven, men streeft naar welvaart van
Eurozone ipv individuele welvaart per land
Verlies van variabel wisselkoerssysteem, wisselkoers als
instrument van het beleid kan niet langer
Conclusie: economieën ervaren werkloosheid, recessies, financiële
crisissen, lage groei, … Macro-economie gaat over waarom dit
gebeurt en wat we eraan kunnen doen
, H2: A tour of the book
Geaggregeerde of globale output
- Bruto binnenlands product (bbp)
o 3 verschillende manieren om bbp te meten
2 via aanbodszijde:
* bbp = waarde van alle finale goederen en diensten
geproduceerd in een land tijdens gegeven periode
* bbp = som van toegevoegde waarde in gegeven
periode
Toegevoegde waarde = productiewaarde – waarde
intermediaire goederen
1 via vraagzijde
* bbp = som van alle inkomens tijdens gegeven periode
Geaggregeerde output is ALTIJD = geaggregeerd
inkomen
o Intermediaire goederen worden niet betrokken in bbp anders
zouden we dubbel tellen
Bv staal bij productie auto = intermediair goed
o Geaggregeerd = macro-economisch woord voor totaal
Voor WO II hadden economen geen betrouwbare
maatstaf voor economische activiteit
Na WO II worden meetinstrumenten nationaal inkomen
en productierekeningen geïntroduceerd
o Groeipercentage
Positieve groei = expansie negatieve groei = recessie
Bbp per hoofd van bevolking geeft indicatie van
gemiddelde levensstandaard
- Nominaal VS reëel
o Nominaal bbp $Yt
= som van hoeveelheid geproduceerde finale goederen
vermenigvuldigd met actuele prijzen
Stijgt voor 2 redenen
* productie van meeste goederen stijgt op LT
* prijs van meeste goederen stijgt op LT
o Kern (9 weken)
KT = jaar tot jaar bewegingen gedreven door
veranderingen in de vraag (H3 – H6)
MT = tiental jaar, economie tendeert naar outputlevel
beslist door aanbodfactoren zoals kapitaalstock,
technologiecapaciteiten, arbeidsmarkt, … (H7 – H10)
LT = meerdere decennia, economie is afhankelijk van
innovatievaardigheden, kwaliteit onderwijs, kwaliteit
overheid, … (H11 – H14)
o Extensies (2 weken)
Open economie (H18 – H21)
H1: A tour of the world
Economische cyclus:
periode tussen 2 pieken of 2 dalingen, als 2de piek hoger ligt is er groei op
de LT
o Output wordt gemeten door reëel bruto binnenlands product
BBP
Enkel belangrijke gebeurtenissen
- Hedendaagse situatie
o Internationaal monetair fonds (IMF)
publiceert 2 x per jaar world economic outlook, analyse van
evolutie wereldeconomie op KT en MT
Maken onderscheid tussen ontwikkelingslanden en
landen in transitie
- Pandemie 2020
o Grootste gezondheidscrisis sinds de Spaanse griep 1918
o Grootste economische crisis sinds de grote depressie 1929
o Andere soort economische crisis
niet veroorzaakt door het uit evenwicht zijn van de economie
maar veroorzaakt door een exogene schok buiten de economie
namelijk een virus
o Beïnvloedt economie op 3 manieren
Productielijn viel stil = negatieve aanbodschok
Limiteert mobiliteit van arbeiders = negatieve
aanbodschok
Veroorzaakt daling in inkomen = negatieve vraagschok
,- Crisis 2008 – 2009
o Totaal andere economische crisis, zie H6
o Oorzaak
dalende huisprijzen veroorzaakt serieuze problemen in de
financiële sector in de VS
o Wereldwijd verspreid
Via handelswereld: minder exportmogelijkheden voor VS
Via financiële wereld: slechte financiële producten
werden verspreid over hele globale financiële systeem,
stocks op deze huizen bleken plots veel minder waard te
zijn = giftige producten
o Vertrouwenscrisis
banken hadden risicovolle hypotheken gebundeld en omgezet
in complexe financiële producten, die doorverkocht werden
aan andere banken en investeerders, door ingewikkelde
structuur van deze producten werd het bijna onmogelijk om
hun werkelijke waarde in te schatten
Banken durfden niet meer aan elkaar te lenen, omdat ze
niet wisten hoe gezond andere banken waren
- 2008 VS Covid
o 2008 – 2009 = financiële crisis
Financiële schok was relatief klein: impact op balans van
banken was equivalent aan stock market drop van 4%
Veroorzaakt onduidelijkheid want niemand wist hoeveel
hypotheekbanken waard waren
Versterkend effect want banken hadden te weinig
kapitaal om verlies te absorberen waardoor ze stopten
met uitlenen
Oplossing: banken herstellen, redden, kapitaliseren maar
vraagt tijd, soms moest de overheid dit doen
o Covid 2020 = sanitaire crisis
Oorzaak: outputdaling door lockdown dus had geen
directe impact op balans van financiële instituties
Overheid nam gezondheidsmaatregelen (mondmasker,
lockdown, …) en voorziet inkomenssupport zodat
consumptie niet zou instorten en bedrijven zouden
overleven
Overheid moest op andere manier leren tussenkomen
,Verenigde Staten, EU en Eurozone
- Herverkiezing Trump (dia 31)
o Historisch
Trifacta: wint senaat en house of representatives
Herverkozen na te verliezen tegen Biden
o Niet historisch
Trifacta gaat niet lang duren want meerderheid in HOR is
flinter dun en om de 2 jaar is er volledige herverkiezing
van HOR en van 1/3 van senaat (je bent senator voor 6
jaar)
- EU
o 27 leden
o 1999 ontstaan gemeenschappelijke muntzone = Eurozone
vervangt nationale valuta’s in 2002 met de euro
o 2 uitdagingen
Werkloosheid verminderen
Efficiëntie van Eurozone
- Eurozone
o Voordelen
Symbolisch belangrijk: nationalistisch gevoel
Geen wisselkoersen waar men rekening mee moet
houden
Grotere markt => schaal economieën ontstaan door
kostenbesparing
o Nadelen
1 gemeenschappelijke monetair beleid, monetair beleid
uit handen geven, men streeft naar welvaart van
Eurozone ipv individuele welvaart per land
Verlies van variabel wisselkoerssysteem, wisselkoers als
instrument van het beleid kan niet langer
Conclusie: economieën ervaren werkloosheid, recessies, financiële
crisissen, lage groei, … Macro-economie gaat over waarom dit
gebeurt en wat we eraan kunnen doen
, H2: A tour of the book
Geaggregeerde of globale output
- Bruto binnenlands product (bbp)
o 3 verschillende manieren om bbp te meten
2 via aanbodszijde:
* bbp = waarde van alle finale goederen en diensten
geproduceerd in een land tijdens gegeven periode
* bbp = som van toegevoegde waarde in gegeven
periode
Toegevoegde waarde = productiewaarde – waarde
intermediaire goederen
1 via vraagzijde
* bbp = som van alle inkomens tijdens gegeven periode
Geaggregeerde output is ALTIJD = geaggregeerd
inkomen
o Intermediaire goederen worden niet betrokken in bbp anders
zouden we dubbel tellen
Bv staal bij productie auto = intermediair goed
o Geaggregeerd = macro-economisch woord voor totaal
Voor WO II hadden economen geen betrouwbare
maatstaf voor economische activiteit
Na WO II worden meetinstrumenten nationaal inkomen
en productierekeningen geïntroduceerd
o Groeipercentage
Positieve groei = expansie negatieve groei = recessie
Bbp per hoofd van bevolking geeft indicatie van
gemiddelde levensstandaard
- Nominaal VS reëel
o Nominaal bbp $Yt
= som van hoeveelheid geproduceerde finale goederen
vermenigvuldigd met actuele prijzen
Stijgt voor 2 redenen
* productie van meeste goederen stijgt op LT
* prijs van meeste goederen stijgt op LT