100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting - Evidence Based Medicine en Statistiek - deel Statistiek

Rating
-
Sold
-
Pages
20
Uploaded on
15-09-2025
Written in
2024/2025

Samenvatting deel statistiek Geslaagd in tweede zit

Institution
Course










Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
September 15, 2025
Number of pages
20
Written in
2024/2025
Type
Summary

Subjects

Content preview

STATISTIEK - EVIDENCE BASED MEDICINE EN STATISTIEK 1
Zie ufora voor formularium en tabellen
1.​ Beschrijven en voorstellen van gegevens
1.1 Statistiek
●​ Biostatistiek: statistiek binnen biomedische context
●​ Beschrijvende statistiek: descriptieve statistiek
- Data sorteren / beschrijven / voorstellen
- Handig voor onderzoek over weinig patiënten
●​ Inductieve statistiek: inferentiële statistiek
- Populatieparameters schatten
- Hypotheses opstellen en toetsen
●​ Statistiek: vaak beide vormen van statistiek combineren
- Eerst beschrijvende statistiek, dan inductieve statistiek


1.2 Populatie
●​ Populatie: verzameling van subjecten die op zijn minst één karakteristiek
(eigenschap) gemeen hebben
- Groep waarin je geïnteresseerd bent
- Voorstelling: populatiegrootte = N
- N is meestal onbeperkt groot, te groot om volledig te testen
​ ⇒ Daarom altijd onderzoeken op basis van steekproef
​ ⇒ Conclusies trekken uit steekproef, toepassen op populatie
​ ​ ​ (descriptieve → inductieve statistiek)
●​ Subjecten: hoeven geen personen te zijn, entiteiten eerder dan subjecten
●​ Definiëren: populatie moet zeer duidelijk gedefiniëerd worden in de statistiek


1.3 Steekproef
●​ Steekproef: deelverzameling van subjecten (toevallig) getrokken uit de
studiepopulatie
- Voorstelling: steekproefgrootte = n
- Toevallig: gerandomiseerd samengestelde groep het toeval MOET een rol spelen
●​ Subjecten: hoeven geen personen te zijn, entiteiten eerder dan subjecten
●​ Aandachtspunten:
- Steekproef moet representatief zijn voor de populatie (vermijden van bias)
- Steekproef wordt gebruikt voor het schatten van de populatieparameters en voor
​ het testen van hypotheses




1

,1.4 Variabelen
●​ Variabele: karakteristiek van een populatie die verschillende waarden (attributen)
kan aannemen
- Wat je onderzoekt
- Voorstelling: vaak met hoofdletter X; vb. X: leeftijd
●​ Attribuut: specifieke waarde die men aan een variabele toekent
- Voorstelling: vaak met kleine letter x; vb. x1 = 18, x2 = 19, …
●​ Onafhankelijke variabele: beïnvloedt of veroorzaakt de studievariabelen
- Vb. Onderzoek spierkracht: variabele 1: leeftijd, onafhankelijke variabele
●​ Afhankelijke variabele: wordt beïnvloed door andere variabelen
- Vb. Onderzoek spierkracht: variabele 2: spierkracht, afhankelijke variabele


1.5 Meetniveau variabele
●​ Categorische variabelen - kwalitatieve variabelen:
- Nominale variabele:
​ ⇒ Laagste meetniveau
​ ⇒ Variabele die bestaat uit categorieën
​ ⇒ Categorieën van variabele zijn mutueel exclusief (= sluiten elkaar uit, als je in
​ ​ ​ de ene categorie zit, kan je niet in de andere zitten)
​ ⇒ Er is géén rangorde mogelijk in de categorieën
​ ⇒ Vb. geslacht, oogkleur, ja-nee-vragen, bloedgroep
- Ordinale variabele:
​ ⇒ Variabele die bestaat uit categorieën
​ ⇒ Categorieën van variabele zijn mutueel exclusief
​ ⇒ Er is wél een rangorde mogelijk in de categorieën
​ ⇒ Als je cijfers gebruikt, moet de rangorde behouden blijven (vb. goud = 1,
​ ​ ​ zilver = 2, brons = 3; niet door elkaar halen)
​ ⇒ Vb. leeftijdsklassen (18-20, 21-23, 24-26, …; orde is jonger/ouder), stadia van
​ ​ ​ kanker (1, 2, 3 of 4; orde is hoe hoger, hoe erger eraan toe), inkomensniveaus
- Categorische variabelen:
​ ⇒ Categorische variabelen zijn cijfers die toegekend worden aan categorieën;
​ ​ ​ ​ Cijfers die gebruikt worden hebben geen betekenis
​ ​ ​ Vb. Vrouw = 1, Man = 2, cijfers hebben geen betekenis
●​ Numerieke variabelen - kwantitatieve variabelen:
- Intervalvariabele:
​ ⇒ Variabele waarbij op de meetschaal gelijke intervallen overeenkomen met ​
​ ​ ​ gelijke verschillen, op die meetschaal is er géén absoluut nulpunt
​ ⇒ Vb. Je mag zeggen dat het verschil tussen 10°C en 20°C hetzelfde is als het
​ ​ ​ ​ ​ verschil tussen 30°C en 40°, maar je mag niet zeggen dat 40°C het ​
​ ​ ​ ​ ​ dubbele is van 20°C, want er is géén absoluut nulpunt



2

, - Ratiovariabele:
​ ⇒ Variabele waarbij op de meetschaal gelijke intervallen overeenkomen met ​
​ ​ ​ gelijke verschillen, op die meetschaal is er wél een absoluut nulpunt
​ ⇒ Vb. Je mag zeggen dat het verschil tussen 10K en 20K hetzelfde is als het ​
​ ​ ​ ​ ​ verschil tussen 30K en 40K, én je mag zeggen dat 40K het dubbele is van
​ ​ ​ ​ ​ 20K, want er is wél een absoluut nulpunt
●​ Discrete variabele:
- Variabele is te tellen/turven, volle getallen
- Variabele is ofwel discreet ofwel continu, kan niet allebei
- Vb. Aantal kinderen in een gezin: 1, 2, 3, 4, …
●​ Continue variabele:
- Variabele kan continu variëren, kommagetallen
- Hoe klein je interval ook maakt, ertussen liggen oneindig veel mogelijkheden
- Vb. lichaamsgewicht: tussen 64kg en 65kg liggen oneindig veel andere waarden
●​ Dichotome variabelen: slechts twee mogelijkheden
●​ Binaire variabelen: speciale vorm van dichotome variabele, twee mogelijkheden
zijn enkel de cijfers 0 en 1
●​ Hercoderen: soms tijdens onderzoek andere variabele kiezen
Vb. Pijn: - Heb je pijn of niet → Dichotome, nominale variabele
​ ​ ​ ​ ​ ​ - VAS-score (visual analogue scale): op lijn die van 0 begint vragen ​
​ ​ ​ ​ ​ ​ ​ waar de pijn op die schaal loopt → Ratiovariabele
​ ​ ​ ​ ​ ​ - Schaal van 0-10 gebruiken → Ordinale variabele


1.6 Beschrijvende statistiek
●​ Beschrijvende statistiek: descriptieve statistiek
- Data sorteren / beschrijven / voorstellen
- Handig voor onderzoek over weinig patiënten
●​ Centrale maten: vaak gebruikt om te kijken rond welke waarde de waarden zich
centreren
- Rekenkundig gemiddelde:
𝑛
∑ 𝑥𝑖 𝑥1+𝑥2+𝑥3+...
​⇒𝑥 = 𝑖=1
𝑛
= 𝑛



​ ⇒ Bij steekproeven (S) met steekproefgrootte n om door te trekken naar ​
​ ​ ​ populaties (P)
​ ⇒ 𝑥 = steekproefgemiddelde als schatting voor µ = populatiegemiddelde
​ ⇒ Gevoelig voor outliers (extreme waarden)
​ ⇒ WEL: bij intervalvariabele en ratiovariabele
​ ​ ​ NIET: bij nominale variabele en ordinale variabele




3
$6.31
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
nienbehiels

Also available in package deal

Get to know the seller

Seller avatar
nienbehiels Universiteit Gent
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
3
Member since
2 months
Number of followers
0
Documents
12
Last sold
2 months ago

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions