0. Inleiding
* Wittgenstein:
- fascinerende figuur: avontuurlijke levensloop én grote bijdrage aan filosofie
- twee filosofische theorieën: lijnrecht tegenover elkaar qua inhoud als vorm
over Taal, verhouding tussen taal en werkelijkheid, onderscheid
tussen zin en onzin
Tractatus Logico Philophicus (1921): betekenis ontstaat als een
uitspraak een afbeelding vormt van een stand van zaken in de
werkelijkheid
Philosophische Untersuchungen (1953): betekenis wordt vooral
bepaald door de manier waarop & de context waarin die uitspraak
wordt gebruikt
- Bekommernis: filosofie van zichzelf genezen door het verkeerd begrip of
gebruik van taal bloot te leggen
- Modernist: gedreven om steeds opnieuw te beginnen (cfr Descartes en
Nietzsche)
o Fundamentele betekenis: modern=nieuw
o Verzamelnaam voor een aantal revolutionaire esthetische en
intellectuele bewegingen eind 19de-begin 20ste E om komaf te maken
met doorgedreven realisme van de 19de E (oa. Pointillisme,
dadaïsme, surrealisme, impressionisme)
1. Een man van extremen
- Geboren in Wenen, zeer rijke & disfunctionele familie
o Vader : staalmagnaat en mecenas voor bekende kunstenaars (Klimt,
Richard Straus)
o 2 broers: zelfdoding, overblijvende: pianist maar verloor hand in WOI
-beroemde pianisten componeerden werk op maat voor broer (M.
Ravel en B Britten)
- Enkel zussen, 1 zus haar bruidsportret getekend door Klimt
- Studies
o Eerst ingenieurswetenschappen in Berlijn, dan in Manchester
(luchtvaartingenieur)
o In Engeland: interesse filosofie van de wiskunde en in contact met
Bertrand Russell! Russell onder indruk van Wittgenstein- veel
discussies over taal
- WOI: sloot zich aan bij het Oostenrijkse leger: kalm en heldhaftig
- In rustigere perioden schreef hij eerste manuscript dat “Tractatus” zou
worden.
in 2015 aan Russell dat de waarheid van zijn gedachten in dat boek
onaantastbaar en definitief waren…
1
, 2. Geen gezwets! Over Wittgenstein 1
Tractatus: duidelijke criteria: onderscheid zin en onzin in taalgebruik en in
de filosofie
o Veel filosofische problemen door oneigenlijk taalgebruik (gezwets:
als je de grenzen niet respecteert)
o Duidelijke grenzen=> oplossing voor alle filosofische problemen!
Bertrand Russell:
o Bekend owv het logische atomisme: verband tussen taal en
werkelijkheid
Hoe komt het dat wat je nu leest betekenis heeft?
Hoe kan je er vervolgens waarheid of onwaarheid aan
toevoegen?
o Russell:
fundamentele bouwstenen van onze taal zijn een spiegel van
wat er zich in de werkelijkheid afspeelt
Door de logica kunnen we die bouwstenen identificeren
(soms wel abstractie maken van omgangstaal)
Die uitspraken kan je dan verder opdelen in atomaire
uitspraken
Die atomaire uitspraken komen overeen met dingen en hun
eigenschappen in de wkh
Wittgenstein bouwt daarop verder én voegt daaraan kleine elementen toe:
Die atomaire uitspraken komen overeen met samenhangen
tussen dingen = ‘stand van zaken’
Dingen komen overeen met namen: tafel, stoel,
waterglas….
Stand van zaken: een stoel onder tafel, een glas op een
tafel
Die atomaire uitspraken zijn zinvol als ze verwijzen naar
standen van zaken in de werkelijkheid!
Taal krijgt betekenis aan het feit dat ze een afbeelding is van
de wkh
Wat is ‘afbeelden’
Mooie vergelijking: taal en wkh // partituur en muziek
//landkaart en landschap
Geen reële gelijkenis (object/foto) maar structurele
gelijkenis: uitspraken en dingen hebben dezelfde logische
opbouw (evenveel elementen én die staan in dezelfde
verhouding tot elkaar)
Hoe behoeden voor gezwets?
2