BIOLOGIE- examen juni 3
THEMA 3
Prikkel receptor conductor effector = spieren en klieren
Bewegingsstructuren
= beenderen & gewrichten
Beenderen met elkaar vergroeid vormen de 5 onderste wervels van de wervelkolom met
heiligbeen
Anderen passen als puzzelstukken op elkaar op schedel naalden waar schedelbeenderen elkaar
raken (bij kinderen flexibel)
Anderen verbonden door een kraakbeen ribben aan het borstbeen bevestigd
Ook gewrichten een verbinding tussen beenderen
, Gewricht verbindt verbindt meerdere beenderen die ten opzichte van elkaar bewegen.
Uiteinde ene bot = vorm van kom
Uiteinde andere bot = knobbel
Gewrichtskop & gewrichtskom = bedekt met kraakbeen (= glad, elastisch botten vlot bewegen)
Rond het gewricht gewrichtskapsel -> gewrichtsmeer aan gewrichtsholte
Buitenkant gewrichtsbanden -> houden alles op zijn plaats
Lange beenderen langer dan breed dijbeen, scheenbeen, kuitbeen, opperarmbeen, spaakbeen,
ellepijp, vinger-en teenkootjes
Korte beenderen even langs als breed hand- en voetwortelbeentjes
Platte beenderen afgeplat schedelbeenderen – beschermen hersenen, schouderbladen;
borstbeen en ribben – beschermen longen en hart, heupbeenderen – beschermen organen in
buikholte
Onregelmatige beenderen uiteenlopende vormen wervels, boven- en onderkaak
THEMA 3
Prikkel receptor conductor effector = spieren en klieren
Bewegingsstructuren
= beenderen & gewrichten
Beenderen met elkaar vergroeid vormen de 5 onderste wervels van de wervelkolom met
heiligbeen
Anderen passen als puzzelstukken op elkaar op schedel naalden waar schedelbeenderen elkaar
raken (bij kinderen flexibel)
Anderen verbonden door een kraakbeen ribben aan het borstbeen bevestigd
Ook gewrichten een verbinding tussen beenderen
, Gewricht verbindt verbindt meerdere beenderen die ten opzichte van elkaar bewegen.
Uiteinde ene bot = vorm van kom
Uiteinde andere bot = knobbel
Gewrichtskop & gewrichtskom = bedekt met kraakbeen (= glad, elastisch botten vlot bewegen)
Rond het gewricht gewrichtskapsel -> gewrichtsmeer aan gewrichtsholte
Buitenkant gewrichtsbanden -> houden alles op zijn plaats
Lange beenderen langer dan breed dijbeen, scheenbeen, kuitbeen, opperarmbeen, spaakbeen,
ellepijp, vinger-en teenkootjes
Korte beenderen even langs als breed hand- en voetwortelbeentjes
Platte beenderen afgeplat schedelbeenderen – beschermen hersenen, schouderbladen;
borstbeen en ribben – beschermen longen en hart, heupbeenderen – beschermen organen in
buikholte
Onregelmatige beenderen uiteenlopende vormen wervels, boven- en onderkaak