Sociaal methodisch werken
Hoofdstuk: relatie
1. Hoe verloopt het proces (niet) in social casework
dit symbool verwijst naar de link met de 5 krachtlijnen
van de Sociaal werkconferentie 2018 als DNA van het
actuele sociaal werk.
• Politiserend werken: sociaal werk als democratische praktijk
• Nabijheid
• Proceslogica van sociaal werk
• Generalistisch sociaal werk
• Verbindend werken
2. De relatie als voedingsbodem of vehikel voor het proces EV:
verklaar waarom een relatie nodig is om het proces te laten slagen
Wat is een relatie (handboek 78)
Relatie (definitie Perlman)
Gedeelde ervaringen tussen personen
Gevoel van verbondenheid, het delen van ervaringen zorgt
voor een wij gevoel
Balans van geven en ontvangen !! het moet van 2 kanten
komen, proces van nemen en geven
UNIEKE bepaalt door
o Aard
o Intensiteit van gedeelde ervaringen, wat heb je met
elkaar gedeeld, hoe weet je hoe het leven van de
andere eruit ziet
o Duur
Proceslogica- nabijheid – verbindend werken
Professionele relatie (zie cursus)
• Specifieke verbondenheid, we ontmoeten elkaar omdat we
ergens naar toe moeten werken
• Tussen hulpverlener en hulpvrager / cliënt
• Doelgericht (in consensus) -> afgesproken met elkaar
• Duurt niet eeuwig -> kanttekening, vaak wel voor hun hele
leven hulp
• Niet vrijblijvend
• Afgebakende rollen: cliënt en hulpverlener -> kiezen welke
rollen we opnemen
• Gezag owv de deskundigheid van de MA + appél op de
verantwoordelijkheid van de MA
• Zelfbeheersing (zie begrippen cursus pag 9-11 (warme
overdracht!))
, (overdracht W in cursus! – tegenoverdracht W in cursus! -> 2
mechanisme psychologie)
( proceslogica – nabijheid – verbindend werken)
Overdracht (w in cursus!)
Overdracht noemt men alle gevoelens, wensen en angsten van
diegene die zich in ondergeschikte positie bevindt (kind, cliënt of
patiënt, leerling) voor diegene voelt aan wiens zorg zij/hij is
toevertrouwd.
Het gaat hierbij echter niet om gevoelens die een hulpvrager voor
de vertrouwenspersoon zelf voelt maar om gevoelens die voor een
vertrouwenspersoon in het verleden werden gevoeld en die over
worden gedragen op een vertrouwenspersoon in het heden.
Bij overdracht beleeft de hulpvrager de (positieve of negatieve)
gevoelens ten opzichte van centrale figuren uit zijn jeugd dus
opnieuw, maar nu worden die gevoelens geprojecteerd op de
hulpbiedende professional in het hier en nu.
De professional wordt vereenzelvigd met de sleutelfiguren uit het
verleden
Voorbeeld, negatieve overdracht: een jonge vrouw savonds naar
de film en wordt aangerand onderweg naar haar auto. Ze ziet de
dader niet maar merkt op dat het een man met een baard, fors
gebouwd en een roker. Dit heeft een negatieve impact (trauma).
Mevrouw is 18 jaar, er zit verwerking bij en psychologisch. Die
mevrouw jaren later komt ze in contact met een dokter (overdracht
hiërarchie) hij is een forse man met een baard. Jaren later op dat
moment kan deze mevrouw een sterk gevoel van onbehagen
ervaren. In het onderbewust zijn wordt opnieuw getriggerd, wordt
opgeroepen en herbeleeft (in het onbewuste), dit wordt
geprojecteerd op de dokter. Dit maakt dat de klik tussen dokter en
patiënt vreemd gevoel veroorzaakt.
Voorbeeld, positieve overdracht: ik had een client J, en hij was al
heel lang werkzoekende, hij had een psychische problematiek. Na
een paar weken hadden we iets gevonden wat hem lag. Dan zijn we
intensiever beginnen werken met langdurige stages. Moeilijk traject,
de 2de week ontstonden er steeds moeilijkheden. J komt opnieuw
naar opleidingcentra, op een bepaald moment nodig ik hem uit om
te evalueren want wat dit doet dit nu met u om steeds een nee te
krijgen. J wilt me onder 4 ogen spreken. J vraagt om me te spreken
op de parking maar ik blok dit af. We zullen is een andere bureau te
zoeken. We gaan ergens naar binnen om te spreken. Ik had al
Hoofdstuk: relatie
1. Hoe verloopt het proces (niet) in social casework
dit symbool verwijst naar de link met de 5 krachtlijnen
van de Sociaal werkconferentie 2018 als DNA van het
actuele sociaal werk.
• Politiserend werken: sociaal werk als democratische praktijk
• Nabijheid
• Proceslogica van sociaal werk
• Generalistisch sociaal werk
• Verbindend werken
2. De relatie als voedingsbodem of vehikel voor het proces EV:
verklaar waarom een relatie nodig is om het proces te laten slagen
Wat is een relatie (handboek 78)
Relatie (definitie Perlman)
Gedeelde ervaringen tussen personen
Gevoel van verbondenheid, het delen van ervaringen zorgt
voor een wij gevoel
Balans van geven en ontvangen !! het moet van 2 kanten
komen, proces van nemen en geven
UNIEKE bepaalt door
o Aard
o Intensiteit van gedeelde ervaringen, wat heb je met
elkaar gedeeld, hoe weet je hoe het leven van de
andere eruit ziet
o Duur
Proceslogica- nabijheid – verbindend werken
Professionele relatie (zie cursus)
• Specifieke verbondenheid, we ontmoeten elkaar omdat we
ergens naar toe moeten werken
• Tussen hulpverlener en hulpvrager / cliënt
• Doelgericht (in consensus) -> afgesproken met elkaar
• Duurt niet eeuwig -> kanttekening, vaak wel voor hun hele
leven hulp
• Niet vrijblijvend
• Afgebakende rollen: cliënt en hulpverlener -> kiezen welke
rollen we opnemen
• Gezag owv de deskundigheid van de MA + appél op de
verantwoordelijkheid van de MA
• Zelfbeheersing (zie begrippen cursus pag 9-11 (warme
overdracht!))
, (overdracht W in cursus! – tegenoverdracht W in cursus! -> 2
mechanisme psychologie)
( proceslogica – nabijheid – verbindend werken)
Overdracht (w in cursus!)
Overdracht noemt men alle gevoelens, wensen en angsten van
diegene die zich in ondergeschikte positie bevindt (kind, cliënt of
patiënt, leerling) voor diegene voelt aan wiens zorg zij/hij is
toevertrouwd.
Het gaat hierbij echter niet om gevoelens die een hulpvrager voor
de vertrouwenspersoon zelf voelt maar om gevoelens die voor een
vertrouwenspersoon in het verleden werden gevoeld en die over
worden gedragen op een vertrouwenspersoon in het heden.
Bij overdracht beleeft de hulpvrager de (positieve of negatieve)
gevoelens ten opzichte van centrale figuren uit zijn jeugd dus
opnieuw, maar nu worden die gevoelens geprojecteerd op de
hulpbiedende professional in het hier en nu.
De professional wordt vereenzelvigd met de sleutelfiguren uit het
verleden
Voorbeeld, negatieve overdracht: een jonge vrouw savonds naar
de film en wordt aangerand onderweg naar haar auto. Ze ziet de
dader niet maar merkt op dat het een man met een baard, fors
gebouwd en een roker. Dit heeft een negatieve impact (trauma).
Mevrouw is 18 jaar, er zit verwerking bij en psychologisch. Die
mevrouw jaren later komt ze in contact met een dokter (overdracht
hiërarchie) hij is een forse man met een baard. Jaren later op dat
moment kan deze mevrouw een sterk gevoel van onbehagen
ervaren. In het onderbewust zijn wordt opnieuw getriggerd, wordt
opgeroepen en herbeleeft (in het onbewuste), dit wordt
geprojecteerd op de dokter. Dit maakt dat de klik tussen dokter en
patiënt vreemd gevoel veroorzaakt.
Voorbeeld, positieve overdracht: ik had een client J, en hij was al
heel lang werkzoekende, hij had een psychische problematiek. Na
een paar weken hadden we iets gevonden wat hem lag. Dan zijn we
intensiever beginnen werken met langdurige stages. Moeilijk traject,
de 2de week ontstonden er steeds moeilijkheden. J komt opnieuw
naar opleidingcentra, op een bepaald moment nodig ik hem uit om
te evalueren want wat dit doet dit nu met u om steeds een nee te
krijgen. J wilt me onder 4 ogen spreken. J vraagt om me te spreken
op de parking maar ik blok dit af. We zullen is een andere bureau te
zoeken. We gaan ergens naar binnen om te spreken. Ik had al